„Leidinggeven vraagt om afhankelijkheid”
„Leidinggeven kan alleen in biddende afhankelijkheid van de Heere. Aan de bron van Woord en gebed mogen wij ons op intensieve wijze laven. Steeds weer. Daarbuiten is leidinggeven leeg, dor, doods, geesteloos.” Dat hield ds. G. D. Kamphuis woensdag in zijn openingswoord van de jaarlijkse contio voor aan zijn collega’s.
De voorzitter van de Gereformeerde Bond vroeg aandacht voor de wijze waarop predikanten mede leidinggeven aan de gemeente. Hij stelde vast dat leidinggeven vandaag niet eenvoudig is. Verschillende predikanten kennen in hun gemeente „mateloos veel” spanningen. „Spanningen vanwege de pluriformiteit binnen de gemeente. Daarnaast worden er extra spanningen opgeroepen door de voortgang van het Samen op Weg-proces.” Er zijn er volgens hem die het ambt zouden willen neerleggen.
De predikant beklemtoonde dat de persoonlijke relatie met de Zender onmisbaar is. „Zegenrijk is uw dagelijkse omgang met uw God.” Hij wees op de twee polen van een leven dicht bij en uit de Schrift en van een levende gebedsomgang met de Koning. „Zo worden we als dienaren van Christus toegerust in de kennis van de Heere.”
„Geestelijke leiding vraagt geestelijke volwassenheid, vraagt geloofsvertrouwen, vraagt zelfverloochening. Geestelijke leiding is niet op zichzelf gericht. Leiderschap is dienst”, aldus ds. Kamphuis. Het woord dienst mist volgens ds. Kamphuis ieder element van machtspositie of van misbruik van macht. Het spreekt integendeel van de bereidheid zelf de minste te zijn.
Predikanten staan op een riskante plaats, vindt de GB-voorzitter. „We staan zo gemakkelijk anderen in de weg. Er is bij ons vaak een ongezonde en zondige drang onszelf te profileren. Dat belemmert het zicht op de Heere. We zijn geroepen mensen in Gods wegen te leiden en niet op onze paden.”
In de verzakelijking van het ambt ziet ds. Kamphuis een andere valkuil die zich vandaag de dag aandient. Leidinggeven aan de gemeente veronderstelt volgens hem geleid worden door de Geest van God. Hij stelde dat leidinggeven aan de gemeente iets anders is dan leidinggeven aan een bedrijf. „Dan krijgen functionele eisen niet het laatste woord.”
Waar de verzakelijking toeslaat verdwijnt de bewogenheid, waarschuwde de voorzitter. De organisatie kan ons zo bezetten, dat herderlijke zorg en bewogenheid met de schare kwijnt, en na enige tijd zelfs verdwijnt. „Dan doen we ons werk routinematig. We geven al onze energie, zijn recht in de leer, gebrand op een zuiver leven. Echter er is geen bewogenheid, geen hart dat van liefde brandt. De liefde van Christus dringt ons niet meer.”