Werkloosheid in EU in november stabiel
In de eurozone is 8,4 procent van de beroepsbevolking werkloos. Nederland steekt met een percentage van slechts 2,9 gunstig af bij dat gemiddelde.
Eurostat, het in Luxemburg gevestigde bureau voor de statistiek van de EU, maakte dinsdag de cijfers over afgelopen november bekend. Er trad toen geen verandering op ten opzichte van de maand ervoor. Daarbij is gecorrigeerd voor seizoensinvloeden. Een jaar geleden bedroeg de gedwongen inactiviteit in de twaalf landen die de gemeenschappelijke munt hebben ingevoerd 8,0 procent.
Het aantal werkzoekenden onder mannen reikte bij de laatste peiling tot 7,4 procent, onder vrouwen tot 9,8 procent. Van de jongeren tot 25 jaar nam 16,2 procent niet deel aan het arbeidsproces.
De Unie als geheel, dat wil zeggen inclusief de drie lidstaten die niet meedoen aan de euro, registreerde in november 7,7 procent, dezelfde stand als in oktober, tegen 7,4 procent in de vergelijkbare periode van 2001. In absolute getallen stonden er in het eurogebied 11,7 miljoen mannen en vrouwen onvrijwillig langs de kant, in de totale EU waren dat er 13,6 miljoen.
De beste prestaties op dit terrein leveren Luxemburg (2,6 procent), Nederland (2,9 procent), Oostenrijk (4,1 procent) en Ierland (4,4 procent). Spanje bezet met 11,8 procent de onderste plaats op de ranglijst, voorafgegaan door Italië en Finland (beide 8,9 procent) en Frankrijk (8,8 procent). In Italië en Finland was er overigens over de laatste twaalf maanden bezien sprake van een daling.
De werkloosheid ligt in Europa hoger dan in de twee andere economische machtsblokken. De Verenigde Staten meldden over november een niveau van 5,9 procent en Japan van 5,3 procent.