Kerk & religie

Atheïst gebruikt verouderde methoden

Volle collegezalen tijdens debatten tussen christelijke denkers en antitheïsten. Dogmatische werken op bestsellerslijsten. Amerika beleeft niet alleen een revival van het atheïsme, maar ook een herleving van de christelijke apologetiek.

W. B. Kranendonk
23 April 2009 09:21Gewijzigd op 14 November 2020 07:46
William Lane Craig.
William Lane Craig.

„C. S. Lewis heeft zijn tijd gehad”, zegt de Amerikaanse christenfilosoof en theoloog William Lane Craig met grote stelligheid over de Britse schrijver en denker, die onder christenen immens populair is. „In zijn boeken ging het vooral om vragen waar christenen zelf mee zitten. Waarom is er lijden? Wat is schoonheid? Belangrijke vragen, dat zeker. Maar niet de vragen van deze tijd. Die gaan dieper. Mensen willen antwoorden op de vraag of God bestaat, en wat het ware geloof is.”Craig geldt in de Verenigde Staten als een van de grootste verdedigers van het christelijk geloof. Waar hij maar de gelegenheid krijgt, betreedt hij het podium om de degens te kruisen met fervente godloochenaars. En die weten dat ze in hem een geducht tegenstander vinden.

Defensief

„Voor de eeuwwisseling was de christelijke apologetiek vooral defensief. In boeken en in lezingen gaven christelijke denkers vooral argumenten waarmee christenen voor zichzelf hun geloof konden rechtvaardigen als ongelovigen hen aanvielen. Als collega’s op het werk kritische vragen stelden die christenen aan het wankelen brachten, dan hadden ze thuis wel een boek waarin ze tegenargumenten konden vinden zodat ze weer in evenwicht kwamen. De apologetiek van deze tijd vraagt juist dat we de geestelijke tegenstanders opzoeken, met hen in debat gaan en hun redenering ontkrachten. Een kwarteeuw geleden bestond het arsenaal van de christelijke apologetiek vooral uit verdedigingswapens, nu hebben we aanvalswapens nodig.”

Dat een discussie met antitheïsten niet gemakkelijk is, weet Craig als geen ander. Bijna wekelijks ontmoet hij godloochenaars om met hen argumenten voor en tegen het geloof in God uit te wisselen. „Je hebt veel genade en je hebt grondige kennis van de Bijbel en de theologie nodig om dergelijke disputen te kunnen voeren”, zegt de tweemaal gepromoveerde Amerikaanse evangelicaal. „Iedere keer als ik een debat moet aangaan, ga ik eerst op de knieën en worstel ik met God. Als je die worsteling hebt doorgemaakt, kun je de grootste godloochenaar te lijf.”

Met elk van de vier zogenoemde ”ruiters van het antitheïsme” –Dawkins, Dennett, Harris en Hitchens– ging Craig een of meer keer in debat. „Ik heb hen niet kunnen overtuigen van de waarheid van het christelijk geloof, maar heb wel de manco’s van hun denken blootgelegd en heb hun ook de onschatbare waarde van het geloof in Christus Jezus duidelijk gemaakt.”

Een debatbijeenkomst tussen Craig en een antitheïstisch voorman is altijd goed voor volle zalen. De recentste discussie met Hitchens over het bestaan van God, die op 4 april werd gehouden aan de Biola-universiteit in Zuid-Californië, trok 4000 bezoekers en werd daarnaast door ruim 10.000 kijkers in dertig staten gevolgd.

Craig: „Het debat blijkt vandaag de dag de populairste vorm van kennisoverdracht te zijn. Studenten willen niet alleen je argumentatie vernemen, maar willen ook zien hoe je daar intrinsiek bij betrokken bent, willen zien dat je er niet voor terugdeinst om de tegenstander recht in de ogen te kijken.”

Plantinga

De revival van de apologetiek voert volgens Craig terug op het pionierswerk van de Amerikaanse christenfilosoof Alvin Plantinga. Hij publiceerde in 1967 het boek ”God and other minds. A study of the rational justification of belief in God”. Dat zette christenstudenten aan het denken en leidde ertoe dat een nieuwe groep christenfilosofen ontstond. Inmiddels zijn verschillenden van hen hoogleraar aan gerenommeerde universiteiten in Amerika.

Deze herleving van de apologetiek was voor de Amerikaanse intellectuelen een schok. Een jaar voor het verschijnen van Plantinga’s boek publiceerde het gezaghebbende magazine Time een hoofdartikel onder de kop ”Is God dead?” Vrijwel alle Amerikaanse denkers beantwoordden die vraag toentertijd volmondig met ”ja.” Voor hen had de bestrijding van het christelijk geloof ook geen prioriteit meer. De laatste resten zouden vanzelf verdwijnen. De god-is-doodtheologie sloot bij dat gevoelen aan.

„Inmiddels blijkt het geloof in God springlevend te zijn en zich dieper in de Amerikaanse samenleving geworteld te hebben dan een halve eeuw daarvoor”, zegt Craig. „Aan universiteiten mag dan nog het geseculariseerde denken worden verkondigd, maar het christelijke geloof heeft aan het eind van de 20e eeuw behoorlijk veld herwonnen. Christenfilosofen in Amerika tellen echt mee.” De uitspraak van Craig wordt onderstreept door de verzuchting van de filosoof Quentin Smith dat de meeste Amerikaanse filosofen gelaten toekijken hoe christelijke denkers de universiteiten in zijn land heroveren.

Keihard bewijs

De grote fout die moderne niet-christelijke denkers volgens Craig maken is dat zij nog steeds gebruikmaken van verouderde methoden. „Na de Tweede Wereldoorlog ging het filosofisch denken ervan uit dat iets alleen waar kan zijn als het geverifieerd, keihard bewezen kan worden. Het bestaan van God kan niet geverifieerd worden, dus is het onzin om daarover te praten, zo was de redenering. Inmiddels beschouwt de filosofie deze gedachtegang als onjuist. Men is tot het inzicht gekomen dat het uitgangspunt niet deugt. Je kunt wel zeggen dat iets pas waar is als het geverifieerd kan worden, maar hoe bewijs je dat het uitgangspunt deugt? Dat kan niemand. Bovendien weet iedereen dat er meer is dan het objectief waarneembare.”

Die ontdekking gaf ruimte aan nieuwe manieren van denken. „Als het echter om geloof in God gaat, komen moderne denkers nog altijd met het argument: Geef mij een onomstotelijk bewijs dat God bestaat dat ik ook kan verifiëren. Zij houden in dat geval dus vast aan oude filosofische uitgangpunten.”

Craig verbaast zich steeds weer over de felheid waarmee antitheïsten het geloof bestrijden. „Ik snap dat niet. Als je denkt dat het godsbestaan een waanidee is, hoef je daar toch niet zo fel tegen te strijden? Hitchens beweert dat het geloof minder is dan een mistflard. Ik heb hem daarom wel eens gevraagd of hij op een vroege lentemorgen ook zo heftig tegen laaghangende bewolking tekeergaat als dat hij tegen het geloof strijdt. Toen stond hij met de mond vol tanden.”

Interesse bij mannen

Ofschoon Craig moderne atheïsten verwijt gebruik te maken van verouderde denkmethoden, hij ziet wel degelijk het gevaar van hun activiteiten. „Mensen raken daardoor in verwarring. Daar komt bij dat in onze postmoderne samenleving iedereen recht lijkt te hebben op zijn eigen waarheid. Dus waarom zouden atheïsten ook niet iets van de waarheid bezitten?”

Zelf rekent hij het daarom tot zijn taak jongeren en ouderen te wapenen, zodat zij bevestigd worden in hun geloof. „Het doel van apologetiek is een weerwoord hebben op de vragen vanuit de samenleving. Apologetiek is niet zozeer een evangelisatiemiddel. Daar is primair de verkondiging van het Woord van God voor. Apologetiek is het trainen in het gebruik van argumenten om vijanden van het christelijk geloof te weerspreken.”

Dat er onder Amerikaanse christenen grote behoefte aan apologetische training bestaat, blijkt niet alleen uit de volle conferentiezalen bij debatten, of uit het grote aantal studenten dat de colleges van christenfilosofen volgt. Er verschijnt ook een vloed aan boeken op het terrein van christelijke apologetiek en dogmatiek. „Tien jaar geleden waagde geen enkele uitgever zich eraan om een complete dogmatiek op de markt te brengen. Nu wel.”

Misplaatste bewondering

In kerken waar inmiddels meer leerstellig wordt gepreekt, neemt volgens Craig het kerkbezoek toe. „Opvallend is dat vooral mannen terugkeren naar de kerk als een predikant meer dogmatisch gaat preken. Zij hebben minder trek in een prediking die zich meer richt op het emotionele, het welbevinden. Dat vinden ze te zoetig. Maar als de predikant een goed doortimmerde preek brengt waar ze iets van kunnen leren, zie je een terugkeer van mannelijke kerkgangers. Een preek moet hun vastigheid geven, argumenten aanreiken. Een bekend voorbeeld is de aantrekkingskracht van Tim Keller in New York”, zegt de filosoof, die zelf soms preekt in zijn thuisgemeente in Atlanta die behoort tot de Zuidelijke Baptisten.

Zijn studenten houdt Craig steeds voor dat goede apologetiek weet wat de zwakke plekken van de tegenstander zijn. „Een christelijk denker moet niet alleen een grondige Bijbelkennis hebben en doorkneed zijn in de christelijke leer, hij dient ook het moderne denken te kunnen doorgronden. Pas als je de positie en de tactiek van de vijand weet, kun je een strategisch plan maken om de vijand aan te vallen en te verslaan.”

Veel van zijn medechristenen verwijt hij dat ze zich onvoldoende verdiepen in het moderne, geseculariseerde denken. „Boeken van niet-christelijke schrijvers moeten worden bestudeerd. Niet vanuit de gedachte dat ze zo veel moois produceren. Christenen laten zich nogal eens imponeren door de vakkundigheid van seculiere denkers en literatoren. Maar dan moeten ze eens de maatstaf van Paulus in Flippensen 4:8 naast die kunst en geleerdheid leggen. De studie van geseculariseerde schrijvers moet worden gemaakt vanuit de gedachte dat de geest van het ongeloof er doorheen ademt. Het is echter beslist nodig hun denken, hun levensgevoel te kennen. Pas dan kun je tegen hen strijden.”

Alles doorgronden wat moderne denkers te berde brengen, is volgens Craig onmogelijk. Daarom geeft hij wetenschappers het advies zich op het terrein van de christelijke apologetiek te specialiseren. „Apologeten maken nogal eens de fout zich uit te spreken over alle vragen die atheïsten aan het christelijk geloof stellen. Dan gaat het mis. Het veld is te groot.”

Godsbewijs

Craig zelf heeft zich toegelegd op de vragen rond het bestaan van God en op het debat over de opstanding uit de doden van Jezus Christus. Opvallend is dat hij voor het bewijs van het bestaan van God vaak gebruikmaakt van argumenten en methoden die al bij middeleeuwse denkers als Anselmus en Thomas van Aquino werden gehanteerd. Een debat begint hij vaak met de stelling dat alles wat bestaat een begin, een eerste oorzaak moet hebben. Objectief waarneembaar en dus feitelijk is vast te stellen dat de wereld bestaat. Die moet dus een oorzaak of een begin hebben. Dat begin kan niet anders zijn dan dat iemand er al was vóór de aarde er was en erboven staat. Dat is God. Deze argumentatie, in de theologie het kosmologisch godsbewijs genoemd, is direct terug te voeren op de middeleeuwse scholastiek.

Craig glimlacht bij de vraag of hij in de ban van de roomse zuurdesem is. „Ik ben overtuigd protestant. Ik zie de gevaren van de roomse leer. Maar de Reformatie heeft te krachtig stelling genomen tegen de roomse scholastiek. Die heeft geen functie om een reine relatie met God te krijgen, maar wel om het geloof te verdedigen tegenover mensen die het bestrijden.”

Dit is het slot van een tweeluik over opkomend atheïsme.


William Lane Craig

William Lane Craig (1949) groeide op in een niet-christelijk Amerikaans gezin. Op zestienjarige leeftijd liet hij zich dopen. Na een studie aan het evangelicale Wheaton College, bij Chicago, studeerde hij filosofie en theologie aan Trinity Evangelical Divinity School in Deerfield. In 1977 promoveerde hij tot doctor in de filosofie aan de universiteit van Birmingham in Engeland. Zeven jaar later promoveerde hij tot doctor in de theologie bij Wolfhart Pannenberg in München.

Craig doceerde aan diverse Amerikaanse colleges en universiteiten. Van 1987 tot 1994 was hij wetenschappelijk medewerker aan de universiteit van Leuven in België. Sinds 1994 is hij onderzoeker en hoogleraar filosofie aan de Talbot School of Theology in La Mirada (Californië). Een groot deel van het jaar neemt hij deel aan debatten binnen en buiten de Verenigde Staten.

In Amerika is Craig ook bekend door zijn filosofische en apologetische publicaties, die zich vooral richten op universitair geschoolden. Zijn jongste boek is ”Reasonable Faith” waarin hij met behulp van filosofische argumentatie de wetenschappelijk legitimiteit van het christelijk geloof uitlegt.

reasonablefaith.org

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer