Oprecht
„Daarom dat dit volk tot Mij nadert met zijn mond en zij Mij met hun lippen eren, doch hun hart verre van Mij doen…”Jesaja 29:13
Welaan dan, geliefden, geef uw hart aan de Heere. God let erop hoe dikwijls u wat goeds doet en met wat voor hart u dat doet. Is uw hart recht voor God in boetvaardigheid, geloof en liefde, en in het behartigen van de godzaligheid, dan zijn Hem al uw godsdienstplichten aangenaam, al was het maar tot de allergeringste eer van God.Doch dan moet het wel met een oprecht hart zijn. „Wandel voor Zijn aangezicht en wees oprecht.” U moet op uw sterfbed kunnen zeggen: Gedenk toch Heere, hoe ik voor Uw aangezicht gewandeld heb. Bedrieg u niet door valse inbeeldingen, maar meen het oprecht met uw eigen ziel. Sta naar een oprecht geweten beide voor God en de mensen.
Dien God niet dubbelhartig. Denk niet dat u God en de wereld samen kunt dienen. Op de zondag bidden en op andere dagen vloeken en bedriegen.
O, vervloekte lippendienst, u bent niet oprecht voor God. Het is alsof een heilige God in een hart zou kunnen wonen dat vervuld is van heersende zonden.
Daarom, dien de Heere met vreze en verheug u met beving.
Coenraad Mel,predikant te Herszfeld
(”Woord op zijn tijd”, 1730)