Jezuïetenonderwijs had veel invloed
De vorming en opleiding die vele generaties rooms-katholieke jongens uit de gegoede stand op jezuïetencolleges hebben genoten, laten tot in de huidige samenleving sporen na.
Zonder dat onderwijs zou de rooms-katholieke geloofsgemeenschap de afgelopen twee eeuwen aanzienlijk minder invloed op de maatschappij hebben gehad dan nu het geval is, zo concludeert Tom van den Beld. Hij promoveerde vorige week aan de Radboud Universiteit in Nijmegen op het onderzoek ”Katholieke jongens uit den beschaafden stand. Het jezuïeteninternaat te Katwijk aan de Rijn, Den Haag en Zeist”.‘Katwijk’ leidde tal van bekende Nederlanders op, zoals oud-premier Jan de Quay en de kinderen uit de winkeliersfamilies Vroom, Dreesmann en Brenninkmeijer. Van het Canisius College in Nijmegen kwamen onder anderen Ruud Lubbers en Hans van Mierlo.
De jezuïeten beoogden jongens op te voeden tot intellectuele mensen met verantwoordelijkheidszin en de vaardigheid zelfstandig op te treden. Het onderwijs was gericht op de elite, als een voorbeeld van onbesproken, rooms-katholiek gedrag.