„Kerk moet openstaan voor oprechte heiden”
Scheidend adjunct-directeur van de IZB, Marja Brak, kreeg vrijdag in de Jacobikerk in Utrecht een afscheidssymposium over hoe de kerk de moderne mens kan aantrekken.
Dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, hield een betoog over de woorden van kerkvader Cyprianus: „Buiten de kerk is geen heil.” De kerk is voor dr. Plaisier geen „clubje binnenvetters die graag haar eigen rituelen voortzet.” Het is een gemeenschap die leeft uit en door Christus. „Alles wat in de kerk gebeurt, is op een of andere manier verbonden aan Hem.”Daarmee is de kerk verbonden aan de wereld en de moderniteit. „Jezus is niet het groepsidool van de kerk, maar Jezus verlost en bevrijdt in een wereld die dat nodig heeft. Hij helpt ons over het dode punt van ons bestaan heen. En dan leren we hartgrondig ja te zeggen op ons eigen bestaan, omdat God ja gezegd heeft. Dat leren we ook jegens medemens en schepping.”
Wel heeft de kerk soms last van „oubolligheid”, zo citeert de scriba de eens gebruikte woorden van Brak. Het gereformeerde karakter van de Nederlandse kerk heeft gestreden voor zuiverheid en soms zaken als lijfelijkheid en emotie te snel overboord gezet. „Het is de verdienste van de IZB en daarmee van Marja Brak dat dit is onderkend.”
Dr. Plaisier sluit ook aan bij Brak door het een „eer” te vinden gereformeerd te zijn. De kerk heeft structuur, een diepe theologie, en zet zich volgens hem niet „de kaken in elke voorbijtrekkende hype. Al kan ze soms traag en traditioneel zijn, toch wil ze ook neerslag zijn van de werking van de Geest. Het is een soms te zwaar geladen schip, maar ook een die niet met elke stroom mee hoeft te drijven.”
Buiten de kerk is ook heil, erkent dr. Plaisier, doelend op veel niet-institutionele vormen van godsdienst. „Kerk ontstaat daar waar Christus en de Geest ons voorgaat, niet omgekeerd.”
Hij wil „geen politieagent spelen” waar de grenzen van de kerk ophouden. „De kerk probeert echter in het voetspoor van Christus te blijven. Ze geeft geen zingeving, maar predikt Christus.”
Kansen
Ds. A. Markus, missionair predikant van de Jacobikerk in Utrecht, ziet veel kansen voor de kerk om buitenstaanders te trekken – ook voor gemeenten die een traditionele liturgie voorstaan. Hij voorziet meer problemen bij groepen buitenstaanders: mensen uit volksbuurten, allochtonen, en hoogopgeleiden.
Voor de eerste groepen kan kerkplanting een keus zijn. Voor hoogopgeleiden, „oprechte heidenen” die zich niet willen binden, moet de kerk blijven openstaan, stelt hij. „Je kunt in de kerk plaats voor ze creëren. Ik geloof dat er heil is buiten de kerk, maar niet buiten Christus. Zijn heil is groter dan wij denken.”
Ds. H. van Wijnen, directeur van de hervormde jongerenorganisatie HGJB, gebruikte het metafoor van een danseres op de dansvloer. „Een geoefende danseres kan vallen omdat de vloer niet voldoet. We kunnen in de kerk insteken op de passie, maar als het fundament niet goed is, kunnen jongeren en de kerk niets voor elkaar betekenen. Dat geldt ook andersom.”
Ds. Van Wijnen wil daarom niet dat jeugdraden en evangelisatiecommissies in gemeenten er een beetje bijhangen, zoals wel voorkomt in het „achterland” van de HGJB en IZB. „Ze moeten worden opgenomen in het hart van de gemeente.”
Psalmen
Dr. H. de Leede, directeur van het theologisch seminarium Hydepark, overhandigde Brak vanwege haar liefde voor de Psalmen het gisteren verschenen boek ”Mijn Psalm”. Van de IZB ontving Brak een schilderij naar aanleiding van Psalm 63.
Brak omschreef zichzelf als een „nuchtere gereformeerde en lastige tante.” Ze ging gisteren een onzekere middag tegemoet, blikte ze terug. Brak mocht immers niet haar eigen afscheid organiseren. Slechts enkele wensen, zoals een afscheid in haar „oude liefde” de Jacobikerk, werden ingewilligd.
Met humor vertelde Brak over haar IZB-geschiedenis. Zo meldde ze dat het op podia vaak een stille strijd was tussen haar en dr. De Leede om wie de beste grappen kon vertellen. „Maar nu was hij in een ernstige stemming, vertelde hij.”
Het symposium werd opgeluisterd met leden van de bands Trinity en Sela, waaronder Niek en Elbert Smelt, zonen van hervormde predikant ds. L. Smelt. Onder andere werd Psalm 117 in het Spaans gezongen. Marja Brak kreeg er een zwak voor na een bezoek in Peru voor het werk van de IZB.