Opinie

Betraande ogen geven geen helder zicht op slachtoffers van Calvijn

Het jaar 2009 wordt het Calvijnjaar genoemd. De Theologische Universiteit in Apeldoorn was heel voorlijk door al in november vorig jaar een internationaal congres over de Geneefse reformator te houden, waarbij de vraag centraal stond of hij een hervormer of een heilige was. Alsof het calvinisme heiligen zou kennen! Maar dit terzijde.

Prof. dr. W. J. op ’t Hof
17 April 2009 08:28Gewijzigd op 14 November 2020 07:44

Aan de VU te Amsterdam werd in januari een nationale Calvijnweek gehouden, terwijl Dordrecht zich met een nationale herdenkingsbijeenkomst en een internationaal congres niet onbetuigd zal laten.Al deze manifestaties waren voor de eindredacteur van het Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis aanleiding om zijn gram te halen. Calvijn een heilige? Niks geen heilige, maar een beul!

Boven zijn artikeltje in het genoemde interkerkelijke wetenschappelijke tijdschrift zette de eindredacteur ”De slachtoffers van Calvijn”.

Het gaat hier om een redelijk gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift. De auteur is niet de eerste de beste.

Natte ogen

De auteur laat zich als een zeer gevoelig mens kennen. Hij breekt de staf over historici die met droge ogen de gevolgen van de Synode van Dordrecht 1618-1619 kunnen aanzien. Dit impliceert dat hijzelf zijn tranen niet kan bedwingen.

Die lelijke Calvijn in Zwitserland heeft ervoor gezorgd dat ruim vijftig jaren na zijn overlijden in ons land zijn geestelijke nazaten „met gewapende assistentie van een Oranje-stadhouder en een nationale kerkvergadering kerk en land zuiverden van arminianen en andere veronderstelde twijfelaars aan Gods almacht.”

De auteur beschuldigt gereformeerde historici ervan dat zij de verbanning, vervolging, internering en liquidatie van remonstrantse predikanten en gelovigen vergoeilijken of doodzwijgen. Dat is nogal wat.

Requisitoir

Het requisitoir van de auteur is hiermee nog niet ten einde. Integendeel, eenmaal op gang gekomen, dendert de aanklachtentrein in volle vaart ongehinderd door enige scrupule of wetenschappelijk relativeringsvermogen voort.

De auteur wraakt het dat „ook het vandalisme van de beeldenstormers, de schanddaden van de calvinistische geuzen in Gorcum en andere weinig fijnzinnige pogingen om de ‘gruwelijke paapse afgoderije’ met de Heidelbergse Catechismus in de hand de kop in te drukken”, niet altijd de aandacht gekregen hebben die zij verdienen. De auteur heeft een rooms-katholieke achtergrond.

De auteur gaat onverdroten met zijn donderpreek door. Wel komt er verandering in de wijze waarop, want hij gaat nu een paar namen noemen.

De vrijgemaakte prof. dr. E. A. de Boer en de Gereformeerde Bondsdominee R. H. Kieskamp moeten het zwaar ontgelden. Hij beschuldigt de eerste ervan Calvijns betrokkenheid bij de dood van Servet weg te moffelen en de tweede dat deze Arminius weinig kies neerzet als een hond die terugkeerde tot zijn eigen uitbraaksel.

Lichtpuntjes

De betraande ogen beletten de auteur niet toch nog enige lichtpuntjes te ontwaren. Zo werd aan de Erasmus Universiteit in de vorm van een debat aandacht geschonken aan de intolerante Calvijn.

Het artikel eindigt met de vraag om alsnog meer plek in de herdenkingscongressen in te ruimen „voor de schaduwzijden van de reformator en zijn leer.”

Het lijkt wel of er in de beoefening van de (kerk)geschiedenis een toenemende tendens is om onderzoekers van gereformeerden huize te beschuldigen van vooringenomenheid, geborneerdheid, gebrek aan objectiviteit, kortom onwetenschappelijkheid. Men kome dan echter wel met harde feiten en niet met zulke grove onzinnigheden en ongenuanceerde bittere aanklachten als de auteur doet. Wie de remonstranten als slachtoffers van Calvijn beschouwt, gaat toch wel heel raar met de geschiedenis om. Iemand iets aanrekenen wat een halve eeuw na zijn overlijden gebeurde, lijkt slechts pathologisch verklaard te kunnen worden.

De remonstrantse politici zijn de eersten geweest die er een keiharde intolerantiestrategie op nagehouden hebben door contraremonstrantse predikanten af te zetten en uit de stad te verbannen. Zolang de Rooms-Katholieke Kerk de vervloeking van protestanten door het Concilie van Trente handhaaft, moet een rooms-katholiek niet zeuren over de Heidelbergse Catechismus.

Wie het aantal slachtoffers van de inquisitie afzet tegen dat van de geuzen, zal de tranen van de auteur van het artikel niet erg serieus kunnen nemen.

Verontrusting

Omdat we weten dat de auteur natte ogen heeft, kunnen we het hem niet helemaal kwalijk nemen dat hij het niet scherp ziet.

Wat mij echter verontrust is dat de protestanten in de redactie van het genoemde tijdschrift dit artikel voor hun rekening hebben genomen. Zijn hun ogen soms –ook– betraand?

De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente te Urk en bijzonder hoogleraar aan de VU te Amsterdam vanwege de Hersteld Hervormde Kerk. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer