Beveiliging Maas nog lang niet rond
Al jaren wordt er aan de Maas gesleuteld. Ook de komende jaren is er rondom deze regenrivier in Limburg nog veel werk aan de winkel om overstromingen in de toekomst te voorkomen. Dat is tijdens de wateroverlast dit weekeinde weer eens duidelijk gebleken, vinden de waterbeheerders in de zuidelijke provincie.
Sinds de laatste twee grote overstromingen in 1993 en 1995 hebben de verantwoordelijke waterschappen kades aangelegd langs de Maas tussen Eijsden en Gennep. Op veel plaatsen kunnen die kades bij wassend water tijdig worden verhoogd met demontabele aluminium schotten. Dat er echter structurele maatregelen nodig zijn, is volgens de verantwoordelijke bestuurders weer duidelijk gebleken. Burgemeester G. Leers van Maastricht pleit voor een Europese aanpak.
Na het hoogwater in 1995 is het projectbureau De Maaswerken opgericht. Dat bereidt de beveiliging van de Maas voor tot een waterpeil dat in Limburg slechts eens in de 250 jaar voorkomt. Met twee projecten is ondertussen een begin gemaakt: de Grensmaas in Zuid- en Midden-Limburg, en de Zandmaas in het meer stroomafwaarts gelegen deel. De uitvoering van deze projecten laat door bestuurlijke stroperigheid nog op zich wachten.
De Grensmaas voorziet in het verruimen en verdiepen van 45 kilometer Maas tussen Maastricht en Roosteren door grootschalige ontgrindingen. Uit de grindopbrengst moet de beveiliging van de Maas in dit gebied ook betaald worden.
Dat is nodig omdat in het verleden is afgesproken dat het rijk niet meebetaalt aan maatregelen tegen overstromingen van de Maas ten zuiden van Roermond. De Limburgse waterbeheerders willen de geldkwestie maandag aan de orde stellen bij verantwoordelijk staatssecretaris Schultz van Haegen, die op werkbezoek is in het overstromingsgebied. Het duurt nog zeker tien jaar voor het project klaar is.
Het Zandmaasproject omvat het gebied tussen het Limburgse Linne en Hedel in Gelderland. In dat gebied moet de Maas ook verbreed en verdiept worden voor de binnenscheepvaart. Daardoor krijgt de Maas meer ruimte, zodat het risico van overstromen kleiner wordt. In de uiterwaarden ontstaat nieuwe natuur.
Het vorige kabinet stond welwillend tegenover de bijkomende natuurontwikkeling, maar het demissionaire kabinet Balkenende ziet er weinig in. Dit kabinet heeft overigens helemaal geen geld uitgetrokken voor maatregelen aan de rivieren.
Vooral Venlo vreest dat het Rijk uitsluitend zal betalen voor verhogen van dijken en kades. Onverstandig, vindt de gemeente. Want dan wordt het Maaswater in ijltempo naar lager gelegen gebieden in Brabant en Gelderland geleid, die daardoor extra risico’s lopen. Bovendien heeft het Maaswater dan geen uitloopmogelijkheid meer. Een kleine breuk in een kade, zoals afgelopen zondag in Tegelen, veroorzaakt een grote overstroming, waarbij heel Venlo onder water kan komen te staan.