IB Magazine / Woord & Dienst / De Evangelist
Hoe lang heeft het lichaam van de Heere Jezus zich in het graf bevonden? Een vraag die al velen heeft beziggehouden, schrijft de Joodse Bijbelleraar David Baron in het IB Magazine (uitgave van Stichting Israël en de Bijbel), onder de kop ”Drie dagen en drie nachten”.
„Volgens de Joodse wet is een gedeelte van de dag gelijk aan de gehele dag. Als een kind in het laatste uur, zelfs in de laatste minuten van een dag geboren wordt, wordt dit gerekend als een hele dag. Vanaf die dag begint voor een jongen de telling tot de achtste dag waarop hij besneden moet worden. Dus wettelijk volgens de Joodse berekening vond de kruisiging en begrafenis van onze Heere plaats voordat de 16e Nissan werkelijk begon.Hij lag in het graf „drie dagen en drie nachten”, nl. vrijdag, waar volgens de Bijbel ook de donderdagnacht bij hoort, want de dag begint de avond ervoor (zie Gen. 1:5, 8 etc.), zaterdag, bestaande uit de nacht van vrijdag en de dag van zaterdag; en zondag waartoe de nacht van zaterdag behoort en de prille morgen van de zondag. We zien dus het volgende:
Donderdagnacht en vrijdag: 1e nacht en dag (ook al is Hij pas op de vrijdag gekruisigd)
Vrijdagnacht en zaterdag: 2e nacht en dag
Zaterdagnacht en zondag: 3e nacht en dag.”
Woord & Dienst
Het is niet vreemd als iemand het verlangen heeft om samen met anderen in de vroegte van de paasmorgen over een begraafplaats te wandelen, meent ds. G. Hette Abma. In Woord & Dienst (opinieblad binnen de Protestantse Kerk) wijst hij op de hernhutters, die deze gewoonte al eeuwen hebben.
„Opvallend is (…) hoe sterk het geloof in de opstanding van de Here Jezus bij de hernhutters leeft. Dit blijkt uit de benaming van de begraafplaats: Gottesacker. Wie denkt dan niet onmiddellijk aan de woorden uit 1 Korintiërs 15, het hoofdstuk der opstanding? (…)
Is het niet aansprekend als de leden van de Broedergemeente in Zeist de gewoonte hebben om op de vroege paasmorgen de begraafplaats op te gaan en te zingen over de verrezen Heer? Op deze manier mag immers tot uitdrukking komen dat de dood niet het laatste woord heeft. Door het zingen van opstandingsliederen kunnen allen die worstelen met verdriet een enorme bemoediging ervaren. Mooi om zo’n goed voorbeeld na te volgen.”
De Evangelist
„Behoor jij ook bij die christenen die op zondag niets mogen doen?” vroeg de „morele consulente” op een morgen aan evangelist Henk Bor (Gent). In zijn contactblad De Evangelist schrijft hij hoe het gesprek met haar verder ging.
„Ik keek haar wat verwonderd aan en vroeg: „Hoe weet jij dat er zulke mensen zijn?” „Ja, ik heb dat op de televisie gezien en gehoord”, antwoordde ze en ging verder: „Bepaalde plaatsen in Zeeland proberen de Tour de France te beletten. Ze willen het parcours niet door hun dorp laten gaan. Dat is om een godsdienstige reden (de zondagsrust).”
Rustig antwoordde ik: „Weet je dat ik ook bij zulke mensen hoor? Maar laat dit duidelijk zijn. Dat we niets mogen is een leugen, maar wij hebben geen behoefte om andere dingen te doen op de dag des Heeren dan bezig te zijn met de dingen van God. Maar ik denk dat de media je verkeerd hebben ingelicht, zoals ze dat veelal doen.” (…)
Wij als christenen rusten op de eerste dag van de week. Dat is de dag van de opstanding van de Heere Jezus. Hij heeft al Zijn werk volbracht. Dat noemen we de ”dag des Heeren”. Zo wordt die dag ook genoemd in de Bijbel. Die dag is voor de Heere. Dan dienen wij God. We gaan tweemaal naar de kerk. We behoeven nergens anders aan te denken dan aan God. We behoeven ons ook nergens druk over te maken. Wanneer je liefde hebt tot God, dan geef je die dag graag aan Hem om dicht bij Hem te zijn. Die mensen in dat bepaalde dorp gaan op die dag naar de kerk. Er zijn plaatsen waar enkele duizenden twee keer naar de kerk gaan.
Dan begrijp je wel dat het dan heel lastig is als er die dag nog eens een parcours wordt uitgezet om de Tour te laten passeren. Deze mensen worden dan bemoeilijkt in de zondagsrust en kerkgang.”