Geschiedschrijving met een doel
Een commentaar schrijven op de Bijbelboeken 1 en 2 Kronieken is een moeilijk werk. Want er bestaan tussen de weergave van bepaalde gebeurtenissen in Kronieken vergeleken met 2 Samuël en Koningen soms grote verschillen. De bekende kwestie of God Zelf (2 Sam. 24:1) of satan (1 Kron. 21:1) David tot de volkstelling aanporde, is er maar één van.
Het schrijven van zo’n commentaar is misschien ook wel een ondankbaar werk. Want Kronieken is niet het populairste Bijbelboek. Maar het is wel een belangrijk werk. Want een goed Bijbelcommentaar opent deuren waarachter een prachtig stuk Bijbelse verkondiging valt te ontdekken dat we alleen tot onze schade kunnen veronachtzamen.Dit werk verrichtten de auteurs van de Studiebijbel Oude Testament met hun commentaar op Kronieken van maar liefst 727 bladzijden.
Het boek Kronieken (de opdeling in 1 en 2 Kronieken is van later datum) heeft in onze Bijbel een wat ondergeschoven positie. Dit heeft verschillende oorzaken. Velen zien in het boek vooral een herhaling van de boeken Samuël en Koningen. Dit klopt gedeeltelijk ook, want veel geschiedenissen uit Samuël en Koningen worden in Kronieken kort nog eens verteld. Daarbij is de weergave van de geschiedenissen in Kronieken vaak minder uitvoerig, zodat men deze de minste aandacht geeft.
Het boek Kronieken begint voor ons westerlingen niet uitnodigend. De eerste negen hoofdstukken bevatten alleen geslachtslijsten van diverse Israëlitische stammen, met namen die moeilijk uit te spreken zijn en ons nauwelijks iets zeggen.
Meer dan in Koningen wordt er gesproken over de tempel, vaak in wat technische zin, met veel opsommingen en uitweidingen over zijn organisatie, schatten enzovoort. Tot in detail worden we bijvoorbeeld ingelicht over Davids reorganisatie van de tempeldienst, waarbij Levieten vaste taken krijgen als zangers, koorleiders, tempelwachters en andere beambten (1 Kron. 23-27).
Perspectief
Reeds in vroeger dagen heeft men nagedacht over de specifieke betekenis van Kronieken. In de Septuaginta –de Griekse vertaling van het Oude Testament van vóór Christus– heet dit boek daarom ”Paraleipomena”, dat wil zeggen: „de dingen die overgelaten zijn.” De betekenis van Kronieken lag dus vooral in wat het extra gaf boven Samuël en Koningen.
Dit is voor een deel correct. Inderdaad zijn de toevoegingen die Kronieken biedt van grote en onschatbare waarde. Belangrijker is echter het perspectief waarin nieuwe en oude gegevens worden gezet.
Juist dit perspectief weten de schrijvers van het commentaar op overtuigende wijze duidelijk te maken. Vanuit dit perspectief worden ook diverse verschillen tussen de weergave van de geschiedenissen in Kronieken en Samuël-Koningen duidelijk.
Auteur
Wie de menselijke auteur van Kronieken geweest is, weten we niet. De auteurs van de Studiebijbel stellen echter dat Kronieken ongeveer 400 voor Chr. moet zijn afgerond. We lezen immers in 2 Kronieken 3:19-24 over kinderen van prins Zerubbabel tot in het 7e geslacht. Omdat Zerubbabel (zie bijvoorbeeld Haggaï 1:1) leefde in 520 voor Christus, komen we al gauw uit bij een ontstaanstijd van omstreeks 400 voor Christus (een oudere datering is ook mogelijk).
Oude theologen noemden daarom soms Ezra als schrijver, omdat hij ongeveer in dit tijd leefde. Zeker is dit niet, heel waarschijnlijk ook niet (om diverse redenen), maar opmerkelijk is wel dat het eind van Kronieken (2 Kron. 23:22-23) identiek is met het begin van Ezra (1:1-2).
Deze laatste woorden van Kronieken vertellen over Kores, die het volk weer deed terugkeren uit de ballingschap. Daarmee is de toon gezet voor dit Bijbelboek.
Bij Kronieken is sprake van geschiedschrijving met een bepaald doel. Dit geldt overigens voor alle Bijbelse geschiedschrijving. Zo wil het boek Koningen (1 en 2 Koningen) ons leren waarom de vreselijke slag van de ballingschap (deportatie naar Assyrië en Babylon) Israël en Juda trof; het oordeel was verdiend (Deut. 28). Het boek Kronieken vertelt echter meer. Daarop legt dit commentaar terecht de nadruk.
De geschiedenis stopt niet in de ballingschap, maar gaat na de ballingschap verder. God blijft trouw aan Zijn verbond met Abraham. Zijn trouw gaat zelfs nog verder terug, tot op Adam! Daarmee is tegelijk de theologische boodschap van de geslachtsregisters duidelijk. Gods trouw is van geslacht tot geslacht! Van heel vroeger tot nu! Gods verkiezing is onberouwelijk.
Hart onder de riem
Het belangrijkste wat Israël in de koningentijd bezat, was de dienst van God in de tempel in Jeruzalem. Als we deze geschiedenissen lezen met de ogen van teruggekeerde ballingen, zien we hoe deze hiermee een hart onder de riem krijgen gestoken. Ook in het kleine stukje Juda, dat ze nu van de Perzische koning mogen bewonen, wil God onder hen wonen. „Het verleden getuigt van Gods goedheid en trouw, en daarom mogen latere generaties, in minder goede tijden, toch hoop en uitzicht hebben. Het is zelfs zo, dat het aspect van de vreugde in de dienst van God meer naar voren komt dan in andere historische boeken”, schrijven de auteurs van de Studiebijbel terecht.
Opvallend is ook dat de eenheid van Israël –en niet zijn opdeling in twee en tien stammen– sterk wordt benadrukt. God zoekt héél Israël (vergelijk Rom. 11).
De grote aandacht die Kronieken geeft aan David, heeft volgens de schrijvers een profetisch doel. Mijns inziens is dat correct. Hoewel Kronieken nergens uitdrukkelijk over de komende Messias spreekt, is Zijn Gestalte als het ware wel te ontwaren. God herstelde Zijn tempel, volk, land en stad. Zou er dan geen hoop zijn op een „nieuwe David” (Ezechiël 34)? Niet voor niets nemen Mattheüs en Lukas de geslachtslijst van Kronieken over en laten die uitlopen op Jozef en Jezus!
Kronieken is vooral het boek van Gods blijvende trouw aan Zijn Woord. Het waarschuwt mensen om God niet te „verlaten” (zeventien keer in Kronieken), maar heeft rijke beloften voor wie „zich verootmoedigen” (acht keer) en Hem „zoeken” (negentien keer), waarbij het „gebed” (twaalf keer) een belangrijke rol speelt.
Diepgaand
Het is de grote verdienste van dit deel van de Studiebijbel deze geestelijke boodschap van het boek Kronieken –en vele andere schatten!– voor het voetlicht te halen. Dit gebeurt op zeer kundige wijze vanuit een nauwkeurige exegese van de grondtekst (die altijd aan de linkerkant van de bladspiegel is afgedrukt, met woord-voor-woordvertaling en uitspraak, voor wie het Hebreeuws niet machtig is).
De auteurs gaan telkens in discussie met de moderne historisch-kritische wetenschap, die de historische en theologische waarde van Kronieken heel laag inschat. De argumenten die de auteurs daarbij gebruiken, snijden hout. Via gedegen excursen komen ook allerlei actuele thema’s aan de orde, zoals de vraag waar de verdwenen tien stammen gebleven zijn.
De manier waarop de auteurs de stof behandelen, dwingt respect en bewondering af. Zoiets kom je in wetenschappelijk verantwoorde commentaren niet zo vaak tegen. Hier gaan eerbied voor de Schrift en geleerdheid hand in hand. Zoiets kan alleen maar heilzaam zijn voor de kerk, in prediking en ander onderwijs.
N.a.v. ”Bijbelcommentaar 1 Kronieken en 2 Kronieken”, serie Studiebijbel Oude Testament deel 4, onder redactie van M. J. Paul, G. van den Brink en J. C. Bette; uitg. Centrum voor Bijbelonderzoek, Veenendaal, 2008; ISBN 978 90 77651 05 6; 727 blz.; € 72,–, wie zich op de hele serie abonneert, betaalt € 58,50 (excl. verzendkosten).