Islamisering langzaam proces
De Arabische verovering van Egypte in de zevende eeuw was geen waterscheiding. Het duurde nog eeuwen voordat de meerderheid van de inwoners moslim werd. Veel sneller ging de verspreiding van de Arabische taal.
Dat stelde dr. Petra Sijpesteijn maandag in Leiden in haar oratie ”Hoezo Arabisch?” Daarmee aanvaardde ze het ambt van hoogleraar Arabische taal en cultuur aan de Universiteit Leiden.Sijpesteijn doet onderzoek naar de eerste 150 jaar van de islamitische geschiedenis op basis van papyri. De islam ontstond in het midden van de zevende eeuw na Christus, maar over de eerste 150 jaar van de islamitische geschiedenis is weinig met zekerheid bekend.
Sijpesteijn ging in haar oratie in op de verspreiding van de Arabische identiteit en cultuur onder de onderdanen van islamitische heersers. Dit proces was zo succesvol dat het achteraf gezien onvermijdelijk en vanzelfsprekend lijkt. „Maar de papyri laten ons de verschillende stadia en de verschillende wegen van dit proces zien, waarbij de Arabische taal en cultuur uiteindelijk de eeuwenoude traditie van het Grieks en de millennia oude traditie van het Egyptisch, of meer recentelijk van het Koptisch, verving.”
De papyri tonen volgens haar aan dat de arabisering een langzaam voortschrijdende ontwikkeling was die niet overal op dezelfde wijze verliep, en die zeker niet onafwendbaar was. „Het is eigenlijk heel bijzonder dat het Arabisch zo succesvol was, wat we beter begrijpen als we twee andere voorbeelden uit de geschiedenis van het Midden-Oosten gebruiken. Na duizend jaar Griekse aanwezigheid was Egypte nog steeds niet Griekssprekend. De Mongolen, die in de dertiende eeuw op spectaculaire wijze het islamitische rijk overnamen, gebruikten als snel Perzisch.”
Het Koptisch bleef tot in de twaalfde eeuw in gebruik bij Egyptische christenen. Arabisering en islamisering waren twee gescheiden processen, stelde Sijpesteijn. „Ook nu nog zijn er natuurlijk grote christelijke minderheden in het Midden-Oosten die volledig gearabiseerd zijn. Zeven eeuwen na de verovering van Egypte was de meerderheid van de bevolking nog steeds christelijk. De omslag kwam pas onder invloed van grootscheepse vervolgingen in de dertiende en de veertiende eeuw.”
Volgens de hoogleraar fungeerde het Arabisch als een symbool van de nieuwe machthebbers en hun triomferende religie. Papyri laten zien hoe de Arabieren de symbolische macht van de taal wisten uit te buiten. „Zelfs een vak dat zo obscuur lijkt als papyrologie raakt aan de kern van de grote vragen in de islam en de Arabische ontwikkeling van een marginale stammenmaatschappij op het Arabisch schiereiland tot een cultuur die tientallen landen en honderden miljoenen mensen omvat.”