Wilders als succesvol politicus
Hoe je er verder ook over denkt, door zijn demonstratief weglopen uit de Kamer lukte het PVV-leider Wilders vorige week in ieder geval de aandacht op zich te vestigen. En in onze mediademocratie is dat van groot belang. In bepaalde opiniepeilingen staat hij inmiddels op 32 zetels. Dat is heel wat meer dan de VVD, die volgens de Politieke Barometer niet verder dan 14 zetels komt.
Het is ook heel wat meer dan Trots op Nederland, de partij van die andere ex-VVD’er, Verdonk. Kennelijk is die over haar hoogtepunt heen. Wilders is extremer in zijn opvattingen, met name richting moslims. Die zijn bij hem de kop van Jut. Door zijn permanente beveiliging staat hij extra in de schijnwerpers. Ook op andere manieren (”Fitna”, Londenreis) weet hij voortdurend de aandacht te trekken. Het maakt nu eenmaal meer indruk (het levert een mooier plaatje op) wanneer Wilders met een fractie van negen man de Kamerzitting verlaat, dan wanneer Verdonk dat in haar eentje zou doen.Vierde Republiek
Wekenlang hadden de fractievoorzitters van de regeringspartijen met het ’kernkabinet’ onderhandeld over een omvangrijk plan om de crisis het hoofd te bieden. Het regeerakkoord van twee jaar geleden was immers door de tijd ingehaald. Nu zijn er allerlei betogen te houden dat dit in strijd is met het dualistische karakter van ons staatsbestel en dat er op die manier in het parlement geen vrije discussie meer kan plaatsvinden. Maar zonder regeerakkoorden en (in bijzondere omstandigheden) nadere afspraken houdt een coalitiekabinet het niet lang uit. Zeker niet als de coalitie in hoge mate het karakter draagt van een verstandshuwelijk. Het Frankrijk van de Vierde Republiek (1946-1958), waar de kabinetten elkaar in snel tempo opvolgden, is ook geen aantrekkelijk voorbeeld.
Een coalitie berust naar haar aard op geven en nemen. De ene partij moet op dit punt flink toegeven en is uiteindelijk daartoe bereid omdat tevens afgesproken wordt dat zij op een ander terrein wel haar zin krijgt. Daar doen de andere partijen belangrijke concessies. Dergelijke onderhandelingen verlopen beter wanneer ze in de beslotenheid plaatshebben dan wanneer dat in de openbaarheid moet gebeuren. Vervolgens geldt dat regeringspartijen niet vrij zijn om in het Kamerdebat een meerderheid te winnen voor hun standpunt dat het in het coalitieoverleg niet haalde. Ook dan moeten ze rekening houden met de bezwaren van hun coalitiegenoten, willen ze de verhoudingen in het kabinet niet op scherp stellen. Zo gaat het nu eenmaal.
Toch was er wel degelijk reden voor de Kamer om zich gepasseerd te voelen. Nadat kabinet en regeringsfracties het eens geworden waren, ging men eerst overleggen met de sociale partners. Daarmee werd de ondergeschikte rol van het reguliere parlementair overleg extra onderstreept. De vakbeweging kon wel het regeringsstandpunt over een belangrijke zaak als de AOW-gerechtigde leeftijd op losse schroeven zetten, terwijl er in het Kamerdebat weinig of geen ruimte zou zijn om wijzigingen aan te brengen.
Radicale concurrenten
Vanaf de invoering van de evenredige vertegenwoordiging, nu al meer dan negentig jaar geleden, hadden de socialisten te maken met radicale concurrenten op hun linkerflank. Dat waren allereerst de communisten. Later kwam daar de PSP bij (inmiddels opgegaan in GroenLinks) en vanaf de jaren negentig de SP. De communisten waren alleen net na de oorlog een serieuze concurrent voor de PvdA. De SP groeide de laatste jaren echter zo stormachtig dat zij inmiddels een regelrechte bedreiging vormt voor de partij van Bos.
Deze links-radicale partijen stelden zich veelal populistisch op. Hogere lonen, lagere prijzen, zo luidde een bekende leus van de CPN. De PSP appelleerde aan de angst voor de onvoorstelbare gevolgen van een kernoorlog. De SP werpt zich op als de partij voor de gewone man die wars is van Europa en niet lief doet in de richting van de allochtonen. De PvdA als regeringspartij, althans potentiële regeringspartij, had het daar soms moeilijk mee. Maar in het verleden kon zij rekenen op de trouw van haar traditionele achterban: de geschoolde handarbeiders en de progressieve hoofdarbeiders.
Het leven van de liberale politici was een stuk gemakkelijker. Die hadden niet of nauwelijks te maken met radicale concurrenten. Af en toe waren er wel groepjes die de opstelling van de VVD te slap vonden, maar hun optreden werd geen succes. Alleen in 1971 kwam de Middenstandspartij in de Kamer, om het jaar daarop na interne ruzies weer te verdwijnen.
In het huidige decennium werd de VVD eerst geconfronteerd met de Fortuynrevolte. Die leverde haar bij de verkiezingen van 2002 een fors verlies op. Na de dood van Fortuyn was de LPF al spoedig een puinhoop. De VVD hoopte die ontevreden kiezers terug te winnen. Er was in de Nederlandse politiek sprake van een ruk naar rechts en dat moest voor de liberalen toch gunstig uitpakken. Men onderschatte echter de intensiteit van die beweging. De VVD werd rechts gepasseerd.
Nieuw rechts
Waar moeten Wilders en de zijnen in het politieke spectrum geplaatst worden? In dit verband is al de term nieuw rechts gevallen. Het is in ieder geval geen oud rechts in die zin dat men staat voor conservatieve waarden in de sfeer van pro-life en pro-family. Abortus en homohuwelijk zijn voor Wilders (en dat geldt ook voor Verdonk) verworvenheden van de moderne tijd, zo ze al niet tot de mensenrechten gerekend worden. Beide partijen zijn uitgesproken seculier. Bij Wilders wordt dat ook ingegeven door zijn aversie tegen de islam.
Wilders is ook niet extreem rechts. Wilders is geen Le Pen, de PVV is niet het Vlaams Blok. Het antisemitisme, dat bij extreem rechtse bewegingen vaak (latent) aanwezig is, vinden we bij hem volstrekt niet. Integendeel, mede vanwege zijn islamfobie is Wilders een Israëlfan. Dat levert hem felle kritiek op vanuit extreem rechtse kring: „Wilders is een vieze zionist.”
In artikel 1 van de Grondwet wil de PVV vastleggen dat de joods-christelijke en humanistische cultuur in Nederland dominant moeten zijn. Daarbij zal duidelijk zijn dat we dan moeten denken aan een modern, geseculariseerd christendom en niet aan de gereformeerde levensovertuiging. Mensen uit de gereformeerde gezindte hebben bij Wilders niets te zoeken. Naar het schijnt heeft niet iedereen dat door.
Autoritair
De PVV mag dan niet extreem rechts zijn, het Führerprinzip, het leidersbeginsel, is bij de partij wel duidelijk aanwezig. Niemand kan lid worden. Er is maar één lid en dat is Wilders. Die is dan ook de baas. De PVV is Wilders en Wilders is de PVV. Dat is volstrekt duidelijk. Sinds de NSB is er in Nederland geen partij geweest met zo’n autoritaire structuur als de partij van Wilders. Kennelijk heeft hij weinig vertrouwen in de redelijkheid en aanspreekbaarheid van zijn achterban. Gezien de gang van zaken bij de LPF en gezien ook het voorbeeld dat hij zelf in de Kamer geeft, zou hij daar wel eens gelijk in kunnen hebben. Mogelijk speelt ook mee dat hij een toestroom van extreem rechtse figuren wil voorkomen. Die zouden onrust in de partij kunnen veroorzaken en Wilders naar buiten toe verder in opspraak brengen.
Maar hoe lang gaat dat goed? Tot nu toe weet hij zijn fractie van negen man goed in toom te houden. Opvallend goed zelfs. Want het zijn toch ook geen doetjes die hij om zich heen verzameld heeft. Dissidente geluiden komen tot dusver niet naar buiten. Dat Wilders daarin slaagt, heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat zijn ster zich nog steeds in opgaande lijn beweegt. Wie gaat een succesvol politicus onderuithalen! Maar het tij zal wel een keer kenteren en dan komen de zaken anders te liggen.
En hoe gaat het als straks voor de nieuwe verkiezingen de kandidatenlijst van de PVV moet worden opgesteld? Beslist Wilders daarover dan in zijn eentje? Pikken de anderen dat? En als de partij ook op gemeentelijk vlak actief wil zijn, als men meedoet aan de Statenverkiezingen (al was het maar om in de Eerste Kamer te komen) en aan de Europese verkiezingen en dat succes heeft, dan wordt het voor Wilders onmogelijk daar greep op te houden.
Populistisch
Populistisch is Wilders zeker. Hij zegt vooral dingen die zijn achterban graag wil horen. De moslims hebben het altijd gedaan. Een voorstel om de belastingen drastisch te verlagen en iedereen 400 euro te geven, valt altijd goed. Militairen inzetten bij problemen in stadswijken met veel allochtonen klinkt eveneens stoer. Ontwikkelingshulp is zonde van ons geld. Politici (behalve die van de PVV) zijn niet te vertrouwen. Wilders komt op voor het eigene en het eigen belang. Elders in de wereld zoeken ze het zelf maar uit.
En dan is er nog het taalgebruik van Wilders en de zijnen. Ministers zijn knettergek, wat ze voorstellen is krankjorum. En zo gaat het door. De Kamer zou dit niet moeten accepteren. Ook in zijn politieke stijl brengt Wilders zijn aversie tegen de bestaande politieke orde tot uitdrukking. Dat sluit aan bij wat elders op internetfora van het type GeenStijl gangbaar is. In onze samenleving is duidelijk sprake van een verlies aan respect en beschaving. Er is een verruwing van omgangsvormen. „Ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik wil”, is het levensdevies van velen. Dat begint al op jeugdige leeftijd. Kinderen worden thuis te weinig gedisciplineerd. Geen wonder dat ze zich dan ook zo opstellen als ze volwassen zijn. Gezagsdragers hebben tegenwoordig moeite om hun gezag te handhaven. In het recente verleden hebben zij ook te makkelijk hun positie gerelativeerd.
Niet isoleren
Overigens is het natuurlijk wel zo dat wat gewoon waar is, niet ontkend of verhuld moet worden, ook al zegt Wilders dat op zijn overdreven en provocerende manier. De islam is een risicofactor, veel jonge Marokkanen geven problemen, er moet een restrictief toelatingsbeleid gevoerd worden, boeven moeten strenger worden aangepakt en lang niet alle ontwikkelingshulp wordt goed besteed. Maar de wereld zit ingewikkelder in elkaar dan Wilders en de zijnen suggereren. Het eigen belang mag zeker de aandacht krijgen, maar het is een fundamentele christelijke notie om ook het belang van de ander (dichtbij en ver weg) in rekening te brengen.
Politiek gezien is het meestal niet verstandig om extreme partijen te isoleren. In België heeft het cordon sanitaire ten opzichte van het Vlaams Blok (tegenwoordig Vlaams Belang) averechts gewerkt. Juist door ze erbij te betrekken, worden ze vaak een stuk realistischer en gematigder. Dat geldt voor de SP en ook voor de PVV. Zo is het voor de oorlog met de SDAP ook gegaan. Via de gemeentepolitiek werd die partij geïntegreerd in het politieke bestel. Maar juist op dat vlak opereert Wilders tot op heden niet.