Preken op de derde zak: kip, bananen, rijst en eieren
„Hallo Fenny, Hallo, Hallo. Slechte verbinding. Over naar kanaal vier, kanaal vier. Hoor je me?” De microfoon klikt als ds. J. van ’t Spijker de knop loslaat en de kortegolfradio op ontvangst springt. Tegelijk zet hij het kanaalkeuzeknopje om. Vanuit het hartje van het Mozambiquaanse oerwoud laat de zendeling zijn vrouw in het stadje Mocuba weten dat alles in orde is.
Op zondag enkele honderden kilometers rijden om uit preken te gaan vereist in veel opzichten zorgvuldigheid. Gevulde waterflessen kunnen niet gemist worden. Contact met de thuisbasis is van levensbelang. Thuis, in de keuken van de pastorie, haalt de domineesvrouw opgelucht adem. Haar man zit zeker zo’n 130 kilometer verderop. Hij is veilig aangekomen na een rit over asfalt met grote gaten en langs een lang en stoffig zandpad in de wildernis. Links en rechts werden kuilen ontweken en boomstronken omzeild.
De voor zwaar terrein zeer geschikte 4X4 Toyota Hilux van zendingsmedewerker Dirk Blijleven schikt zich zonder mankeren naar de opdrachten van zijn baas. Minstens een halfuur lang ploegt de Toyota door het woeste terrein. Nog geen week daarvoor raakte de eigen auto van ds. Van ’t Spijker, een stoere Landrover Defender, in de schemer een flinke kei. De auto sloeg om. Zowel ds. Van ’t Spijker als enkele Mozambiquaanse predikanten kropen er ongedeerd uit.
„Toen we van de schrik bekomen waren, hebben we in het oerwoud de handen gevouwen en de Heere gedankt voor ons behoud.”
Tientallen fleurig uitgedoste vrouwen en kinderen staan te wachten bij de preekplek in de jungle. Een prachtige groene palmboom vol met kokosnoten vormt een vredig décor voor een zondagse eredienst. Kippen lopen los rond en pikken er lustig op los.
Het ontvangstcomité staat klaar. Ds. Van ’t Spijker en medewerker Blijleven worden onthaald door de plaatselijke predikant en een ouderling, beiden in stemmig donkerblauw.
Voordat de kerkdienst kan beginnen, moeten de gasten een ontbijt nuttigen in de pastorie. Een teiltje met water gaat rond om de handen te wassen. De lokale predikant gaat staande voor in gebed.
Het kleine kerkje van de Igreja Evangelica Mosambique zit stampvol. Voor de gasten is er plaats in het voorgestoelte, met het gezicht naar de kerkgangers. Onder een afdakje staan enkele fietsen. Die zijn kennelijk van de bovenmodalen. De meeste kerkgangers liepen, soms enkele uren.
Voor de bijzondere gelegenheid -voor het eerst komt een westerling preken- begint een koortje te zingen. Een bonte mengeling van kleurklanken vult het kerkje en waaiert door de vensters en entrees -deuren kent men niet- langs de met gras bedekte hutten. Vrouwen en mannen zitten gescheiden. De plaatselijke predikant zit achter de stenen katheder en bereidt zich voor op zijn welkomstwoord, de Schrift geopend op de knieën.
Aan een draad -dwars over de preekstoel gespannen, waardoor de voorganger gebukt moet preken- hangen versgeplukte palmbladeren. Dirk Blijleven en ds. Van ’t Spijker vertalen de koorzang: „Alleen als we hier wandelen met Jezus, kunnen we straks God grootmaken in de hemel.”
In Mozambique wordt Portugees gesproken, één van de koloniale erfenissen. Maar in deze streek in Noord-Mozambique is Lomwe de voertaal van miljoenen mensen. Het wordt een dubbele vertaalslag: Van Lomwe naar Portugees en dan in eenvoudig Nederlands. Het koor zingt ook: „Jezus is mijn goede Advocaat. Alleen door Hem is verlossing mogelijk.”
De kinderen uit het koor staan kaarsrecht en bewegingsloos te zingen, handjes strak op de rug. Ze kijken uiterst serieus, ernstig zelfs, zich bewust van hun verantwoordelijke taak. Veelstemmig klinkt het: „Bij de Heere is een schuilplaats die altijd openstaat.”
Enkele late kerkgangers voegen zich onder de toehoorders. Het welkom van de plaatselijke predikant is hartelijk. Hij maakt in een kort meditatief moment duidelijk dat we alleen door Christus met God verzoend kunnen worden en dat alle mensen geroepen zijn te leven tot Gods eer.
Voordat ds. Van ’t Spijker het woord krijgt, wordt er gecollecteerd. Een boek met slap kaft wordt rondgebogen en daarmee gaat de collectant rond. Terwijl het koortje en de gemeente zingen, telt de voorganger het geld, maakt een aantekening in het kasboekje en geeft dan aan ds. Van ’t Spijker het woord. Een orgel ontbreekt, maar het aantal decibellen dat opstijgt doet niet onder voor menige dienst mét orgel.
Trouwens, in de pastorie van zendeling Van ’t Spijker, die in zijn studententijd kerkorganist was, klonken op zondagmorgen om zeven uur al orgelklanken. Omdat de plafondventilator stoort op de elektronica blijkt spelen een bezigheid die tot zware transpiratie leidt.
De zendeling mag preken zo lang hij wil. De plaatselijke predikant had zijn gemeente al geïnformeerd over het dagprogramma van die zondag. Als je uren loopt voor een kerkdienst, ben je toch blij als de dienst ook uren duurt, lijken de mensen te denken. Een enkele moeder geeft een kleine de borst. Bij de open ingang ligt een hondje stil te slapen. Hij is het bij voorbaat eens met de preek. De zendeling houdt eerst een toespraak en vervolgens een preek. De toespraak gaat over het zendingswerk zoals dat gestalte krijgt in Noord-Mozambique.
Ds. Van ’t Spijker legt uit dat hij wel komt preken en blij is ook in deze gemeente uitgenodigd te zijn, maar dat zijn zendingswerk een geheel eigen invulling krijgt. Eigenlijk bestaat zijn werk uit het na- en bijscholen van ouderlingen en voorgangers van een aantal verschillende kerken.
Voor het geven van lessen of colleges maakt de zending gebruik van de zendmogelijkheden van Trans World Radio (TWR). De radiozendmasten van de organisatie in het naburige Swaziland strooien de lessen uit. Radio’s met een opwindmechanisme dat de energie levert, stellen voorgangers in staat de lessen te volgen.
De luisteraars worden opgeroepen een paar maal per jaar bij elkaar te komen om onder leiding van het zendingsteam niet alleen overhoord te worden, maar ook een vervolgcursus te krijgen. Enkele jaren geleden is het zendingsteam begonnen op vier plaatsen de radiocursisten nascholing te geven. Ondertussen gebeurt dat op 28 plaatsen en in de tussentijd zijn ook flink wat hulpdocenten getraind, zodat hun getal momenteel ruim twintig bedraagt.
Dankbaar vertelt ds. Van ’t Spijker later dat vorig jaar 140 cursisten geëxamineerd zijn en dat momenteel rond de 500 studenten deelnemen aan de zowel uitgezonden als direct gegeven programma’s.
Tijdens zijn toespraak hamert ds. Van ’t Spijker erop dat noch zijn zendingsteam, noch TWR de bedoeling heeft een eigen kerk te stichten. „Wij willen alleen maar bijbelgetrouwe kerken helpen met de opleiding van hun voorgangers”, klinkt het in het Portugees, vertaald in het Lomwe. Een aantal predikanten uit Mozambique dat bij de programma’s betrokken is, beheerst beide talen en is van grote waarde voor het werk.
Ds. Van ’t Spijker: „In 1996 is dit werk begonnen, in 1998 zijn wij door de Heere getrokken en door onze Christelijke Gereformeerde Kerken hierheen gezonden.”
De diversiteit onder de kerken in Mozambique is groot, maar de meeste hebben met elkaar gemeen dat ze voluit de Bijbel als Woord van God aanvaarden. Zendeling Van ’t Spijker legt dan ook de nadruk op intense bijbelstudie en het kennen van het geheel der bijbelse waarheden. „Wij moeten luisteren naar wat de Heere zegt. Daarom ligt ook nu de Bijbel open.”
De toespraak is voorbij. Nu komt de preek. De kerkgangers gaan er nog eens goed voor zitten. Het thema is: God is alwetend, Hij ziet alles en Hij is een heilig God. Later legt ds. Van ’t Spijker uit dat in de beleving van veel Afrikanen zonde geen zonde is als het kwaad niet ontdekt wordt. „Pas als iets openbaar wordt, is het zonde.”
In een bewogen betoog, doorspekt met voorbeelden uit de Afrikaanse belevingswereld, legt hij uit dat God de zonde niet kan verdragen, „ook niet onze verborgen zonden. U en ik hebben veel verborgen zonden in ons leven en denken. Maar als God Zijn licht laat schijnen in ons hart, wordt het duister zichtbaar.” Psalm 139:23 (Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart”) geldt als Schriftbewijs.
Later zegt hij: „Het is moeilijk in het Lomwe het verschil duidelijk te maken tussen zonde en schuld, tussen de zondige dingen die we doen, en de schuld die we bij God hebben. Toch probeer ik dat aspect ook te weven in mijn preken. Als onze zonde en schuld niét vergeven wordt, is God ook een rechtvaardig God, Die over de zonde toornt en deze ook straft.”
Door middel van retorische vragen stelt hij het plaatsvervangend lijden en sterven van de Heere Jezus aan de orde. „Heeft de Heere Jezus gezondigd? Nee! Hij betaalde voor onze zonde en schuld. Maar dan moeten onze zonden wel beleden worden. Belijdt ook uw verborgen zonden en denk niet oppervlakkig over de zonde. God ziet alles.”
Sommige kleintjes zijn in slaap gevallen. Maar de oudere kinderen en de volwassenen luisteren aandachtig. Tijdens de dienst zie je soms instemmend geknik.
Na het ”Amen” eindigt de ouderling met dankgebed. De hoofdlijn van de gereformeerde liturgie wordt niet tot in de finesses gevolgd. Na het ”Amen” en het slotgebed lijkt het alsof de dienst is afgelopen.
De ouderling van dienst vraagt de gemeente echter stil te blijven zitten. Hij vraagt iets aan de vrouwen. Terwijl enkele jongeren psalmen en liederen aanheffen, lopen enkele vrouwen weg om even later in groepjes weer binnen te komen.
Ds. Van ’t Spijker krijgt zijn vergoeding in natura uitbetaald. Maar ook de andere gasten delen in de eer. Respect voor de vreemdeling, dankbaarheid voor de preek en de toespraakjes van de gasten resulteren in allerlei geschenken: Drie levende kippen (altijd vers…), trossen bananen, eieren en rijst worden met een diepe kniebuiging overhandigd.
Vriendelijk helpen de gevers met inladen. De kippenpoten zijn bij elkaar gebonden. Maar eerst moeten de gasten nog eten. Het ritueel herhaalt zich. Een heerlijke inheemse maaltijd onder de palmen in hartje Afrika.
Dirk start zijn Toyota Hilux. We rijden terug, opnieuw door een prachtig landschap met weidse vergezichten. Soms duiken we vrij steil naar beneden, steeds nederzettinkjes passerend, smalle bruggen achter ons latend.
Vlak voor Mocuba duikt een grote rivier op. Krokodillen zijn er nauwelijks meer. Honderden mensen vermaken zich in het heldere water. Vrouwen wassen kleren. Als we thuis zijn, gloort reeds de avondzon over het land en kleurt wolken in allerlei tinten rood.
Maar het licht van het Evangelie schijnt ook in Mozambique, een land dat nog maar enkele jaren geleden verscheurd werd door een van de wreedste burgeroorlogen ooit. De toen bijna uitgeroeide kerk richt zich weer op, vechtend tegen zonden en oude heidense gewoonten. Het Woord werkt door.