Op aandringen van de Utrechtse voorzieningenrechter spraken ze af om opnieuw te gaan praten over een gezamenlijke oplossing.Een bewoner van de Von Weberlaan had de bewoners van een aangrenzend perceel aan de Beethovenlaan in een kort geding voor de rechter gedaagd omdat hij en zijn vrouw niet kunnen leven met een haag van bomen in de tuin van de buren. Omdat de haag ruim 2 meter boven een stenen afscheidingsmuur van 1,80 meter hoog uitsteekt, neemt hij zonlicht weg uit zijn tuin, aldus de Bunschoter. Bovendien zou de haag het zicht op de buitenlucht blokkeren, zoals dat voorheen tussen twee gevelpunten door zichtbaar was. „We kijken nu tegen een groene muur”, aldus de man. Hij eiste dat de haag geheel wordt verwijderd, of anders op een afstand van minstens 2 meter van de erfgrens wordt geplaatst. De haag staat nu op 80 centimeter van de grens. Bovendien zou de haag slechts gedurende een tweetal uren schaduw geven in een deel van de tuin aan de Von Weberlaan.

In de Beethovenlaan betwisten ze echter dat de haag het zonlicht en het uitzicht wegneemt. Volgens de vrouw kan eiser anders in haar woning kijken. „Wij willen gewoon privacy.” Volgens hen is de huidige situatie een verbetering vergeleken met de bomen die er voorheen stonden.

Hoewel de rechter meende dat de bewoner van de Von Weberlaan een punt had, schoot hij er volgens haar weinig mee op als ze hem in het gelijk zou stellen. Hij zou het niet kunnen beletten als zijn buren zouden besluiten om op twee meter afstand van de erfgrens een bomenhaag te planten, waardoor hij nog steeds geen uitzicht zou hebben. De rechter pleitte voor een gezamenlijke oplossing en stuurde de Bunschoters voor overleg de gang op. Daar kwamen ze overeen om met een hovenier te kijken naar mogelijkheden om de haag naar een acceptabele hoogte te verlagen. Mocht dat niet tot een oplossing leiden, dan velt de rechter over enkele weken alsnog vonnis.