Darm gekweekt uit enkele stamcel
Het is mogelijk om vanuit één darmstamcel nieuw darmweefsel te laten groeien in het laboratorium. Het weefsel heeft dezelfde structuur als een gewone darm en groeit maandenlang door.
Dat schrijven onderzoekers van het Hubrecht Instituut in Utrecht in een gisteren gepubliceerd artikel in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.De onderzoekers isoleerden de stamcellen uit de darm van muizen. Met het juiste groeimedium en gestimuleerd door groeifactoren ontwikkelen de cellen zich tot een miniatuurdarm. Het gekweekte weefsel bevat alle verschillende celtypen van een normale darm.
Hoofdonderzoeker prof. dr. Hans Clevers is erg tevreden: „Alles zit op de juiste plek. Blijkbaar vormt de darm zich als zelforganiserende structuur vanuit een stamcel.” De gekweekte darm blijft bovendien doorgroeien zoals een gewone darm; oude cellen worden vanzelf afgescheiden.
Het is voor het eerst dat onderzoekers erin zijn geslaagd een uit cellen ontstane darmstructuur zo lang in kweek te houden. „Het kweeksysteem is uniek”, zegt Clevers. „Elke week vervijfvoudigt het weefsel zich. De groei blijft naar alle maatstaven normaal.”
De resultaten betekenen een stap voorwaarts voor de zogeheten regeneratieve geneeskunde, waarbij weefsel buiten het lichaam wordt gekweekt of vermeerderd ter vervanging van ziek weefsel.
Clevers en zijn team ontdekten in 2007 dat de darmstamcel te herkennen is aan het eiwit Lgr5 op het oppervlak. In december 2008 beschreef de onderzoeker, eveneens in Nature dat darmtumoren ontstaan door mutaties in deze stamcellen.
Dat darmkanker ontstaat na genetische verandering van een stamcel in dat weefsel betekent mogelijk dat andere tumoren ook hun eigen stamcellen hebben, stellen de onderzoekers. Die kankerstamcellen zijn waarschijnlijk extra goed bestand tegen chemotherapie en bestraling.
Ze moeten in dat geval specifiek worden aangepakt, wil een tumor na behandeling wegblijven. De huidige behandeling richt zich niet specifiek op de kankerstamcellen, maar op sneldelende cellen in de tumor.
Het onderzoek zou ook de vervanging van dierproeven door weefselexperimenten stimuleren.