Lood om oud ijzer
Bespaart het fenomeen zomertijd elektriciteit? „Een beetje wel, we kunnen dat meten.” Bijkomende effecten als extra afgelegde autokilometers helpen de uitstootwinst van die besparing echter meteen weer om zeep.
De literatuur laat het op dit punt afweten. Althans: veel is oud, deskundigen vallen in herhaling en van enige eenduidigheid is geen sprake. Energie Nederland (EnergieNed), de brancheorganisatie van energiebedrijven, mag op de vraag of zomertijd energie bespaart een helder licht werpen, bij monde van woordvoerder Sjoerd Marbus (43).„Het energiebesparende effect van zomertijd is ooit aangegeven door de energiebedrijven en daar houden we ook aan vast. Je kunt die winst gewoon berekenen aan de hand van gemiddelden van meterstanden.”
Verbruikt een doorsneehuishouden in Nederland 3500 kilowattuur op jaarbasis, dan is de zomertijdwinst 50 kilowattuur. „Dat komt natuurlijk doordat de mensheid de lampen ’s avonds een uur later aandoet. In procenten is het niet zo veel, maar alle beetjes helpen. Elke reductie van de uitstoot van broeikasgassen is meegenomen”, zegt Marbus.
Plezierritjes
Dan komt echter meteen de aap uit de mouw. „Wat doen mensen als het ’s avonds een uur later donker wordt? Dan maken ze plannen om leuke dingen te gaan doen en voeren die ook uit. Plezierritjes per auto bijvoorbeeld. De kilometers die extra worden verreden om nog even een strandwandeling te maken, een zonsondergang mee te pikken, doen alle uitstootreductie in één klap teniet. De kans is groot dat het extra verstoken van brandstof de bezuiniging op elektriciteit overstijgt.”
Los van het onderwerp energie is de zomertijd natuurlijk ook gewoon aantrekkelijk, zegt Marbus. „Omdat het prettig is om een uur langer dingen te kunnen doen bij daglicht.”
Afschaffen
Om die reden is ooit wel gesuggereerd de wintertijd dan maar helemaal af te schaffen. „Maar wanneer je dat zou doen, loop je aan tegen het gegeven dat het op enig moment in december pas tegen half tien ’s morgens licht zou worden. En daar moet je toch niet aan denken.”
De invoering van de zomertijd in de tweede helft van de jaren zeventig had zeker verband met de schaarste aan energie op dat moment, herinnert Marbus zich. De energiecrisis van 1973/1974 en perioden van beperkte olievoorraden en hoge prijzen die erop volgden, maakten de geesten rijp voor energiebesparing op welke manier dan ook.
Een veelgehoord misverstand is dat de zomertijd ten behoeve van de landbouw zou zijn ingevoerd. „Nee, energiebesparing was echt de insteek.”