De schendingen van mensenrechten en de voortdurende nucleaire dreiging die van Iran uitgaat, vormen de aanleiding voor de oprichting van het nieuwe comité.De oprichting volgt precies dertig jaar na het uitroepen van de Islamitische Republiek Iran door ayatollah Khomeini.

De negen leden van het comité zijn van zeer gemêleerde afkomst. Zo werkt voormalig boegbeeld Frank van Dalen van homobelangenorganisatie COC samen met IJmert Muilwijk, voorzitter van de jongerenorganisatie van de ChristenUnie. „Ik heb het wel een monsterverbond genoemd”, zegt de laatste daarover. „Op veel vlakken verschillen Frank van Dalen en ik enorm van mening. Maar daar laten we juist iets mee zien, namelijk dat de mensenrechten universeel zijn. Ongeacht geaardheid of geloof kunnen we elkaar op dat punt vinden.”

Naast vertegenwoordigers van christenen en homo’s zitten in het comité ook mensen die de Joodse, Koerdische en Iraanse gemeenschap vertegenwoordigen.

Voorzitter Peper erkent de grote onderlinge verschillen, maar ziet die brede samenstelling juist als een plus. „We vertegenwoordigen veel aspecten binnen de samenleving.”

Opvallend is dat Peper niet al te grote verwachtingen van het comité koestert. „We willen erop aandringen dat bedrijven en de overheid eens kijken of onze economische relaties met Iran niet zouden kunnen worden teruggedrongen. Wellicht kunnen we daarmee een klein steentje bijdragen aan het verbeteren van de situatie.”

Peper realiseert zich „dat er nog nooit een regime gevallen is omdat er ergens in het buitenland een comité tegen was”, maar vindt wel dat de „publieke opinie wakker moet blijven.”

De hardere lijn betekent geen pleidooi voor een oorlog met Iran, benadrukt Peper.