RVS wil nieuw besluit geheime stukken Srebrenica
Defensie moet opnieuw bekijken of zij bepaalde documenten en rapporten over de val van de Bosnische moslim–enclave Srebrenica toch openbaar maakt. Een vrouw uit Veenendaal, die gevlucht is uit Bosnië, had daarover een rechtszaak aangespannen en is door de Raad van State deels in het gelijk gesteld.
Dat blijkt uit een uitspraak van de Raad van State woensdag. Het betekent niet dat minister Van Middelkoop (Defensie) de betwiste documenten op dit moment alsnog moet prijsgeven. Hij moet opnieuw kijken naar zijn overwegingen om het tot nu toe niet te doen. Op een aantal punten wijst de Raad het verweer van de bewindsman van de hand.Het gaat onder meer om NAVO–documenten, verklaringen en gegevens van Dutchbatmilitairen en documenten die zijn verspreid via het zogeheten COREU–communicatienetwerk. De stukken liggen ten grondslag aan het rapport ’Srebrenica, een veilig gebied’, dat het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) had opgesteld. In totaal gaat het om bijna tweeduizend documenten, die in drie verschillende archieven zijn opgeslagen.
De minister had in eerste instantie een aantal documenten openbaar gemaakt. Gedurende de al jaren lopende procedure heeft Defensie nog meer documenten vrijgegeven, maar in de ogen van de klaagster was dat niet voldoende. Zowel zij als Defensie ging in hoger beroep bij de Raad van State.
„De vrouw voert ook een rechtszaak tegen de Staat. Ze vindt dat de Nederlandse staat verantwoordelijk is voor het handelen van de Nederlandse blauwhelmen tijdens de val van de enclave in juli 1995. Zij is de weduwe van de vermoorde technicus Rizo Mustafic, die werkte op de VN–basis. Volgens de vrouw is haar man ten onrechte weggestuurd van de compound. De rechtbank in Den Haag wees haar vordering af maar er loopt nog een hoger beroep.
Advocaat Michel Uiterwaal van de klaagster vindt dat de minister duidelijk is teruggefloten en dat de uitspraak principieel van groot belang is. Hij hoopt dat Van Middelkoop de zaak nu grondiger gaat bekijken en terugkomt op zijn eerdere weigering. Defensie meldde de uitspraak te zullen bestuderen en een nieuwe beslissing op bezwaar te zullen maken. Daarvoor heeft het departement zes weken de tijd.