In de hemel
„De hemel is Mij een troon, en de aarde een voetbank Mijner voeten.”Handelingen 7:49
Dit is een verschrikking voor mensen die heimelijk en in verborgen plaatsen kwaad doen. Zij zijn gerust en zonder zorg, alsof God veraf was en hun handel niet zag. O, gij dwaze mensen, God is alom-tegenwoordig en er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem. Daarom zijn ook uw geheime zonden Hem bekend en zal Hij ze in Zijn toorn te zijner tijd aangrijpen.Verder moeten wij hieruit leren dat God met Zijn majesteit en heerlijkheid allermeest in de hemel is. Hij zegt immers dat de hemel Zijn troon is en de aarde de voetbank van Zijn voeten. Ook het ”Onze Vader die in de hemelen zijt” wijst hierop. God heeft met Zijn Majesteit en heerlijkheid de hemel tot Zijn troon.
De hemel is die plaats waar God een ontoegankelijk licht bewoont, waar Hij zo vol van Majesteit is, dat zelfs de heilige engelen hun aangezichten bedekken. Laat ons dan wel bedenken dat God niet gediend, noch vermaakt wordt met wereldse pracht, want wat is de wereldse heerlijkheid vergeleken bij die majesteit die Hij boven in de hemel heeft?
Franciscus de Wael, predikant te ’s-Hertogenbosch
(”Waerheyts Triumphe”, 1657)