De inspecteurs mogen van de VN‑Veiligheidsraad Iraakse wetenschappers ondervragen. Als de ondervraagden erin toestemmen mogen zij dat zelfs buiten Irak doen.

Afgelopen dinsdag hebben de inspecteurs voor het eerst een wetenschapper ondervraagd. VN‑woordvoerder Hiro Ueki deed zijn best om opschudding weg te nemen die was ontstaan door zijn verslag van een tweede ondervraging op vrijdag. Hij vertelde toen dat Kazem Mojbal, een metallurg in dienst van het Iraakse staatsbedrijf Al‑Raya, zijn ondervragers van het IAEA had verteld over een militair programma dat „nogal wat aandacht had getrokken als mogelijke inleiding tot een clandestien kernwapenprogramma.”

Mojbal zei zaterdag dat dit een totaal verkeerde voorstelling van zaken was en Ueki gaf toe dat Mojbal alleen een algemene opmerking had gemaakt over aluminiumbuizen die de aandacht (van de IAEA) hadden getrokken en dat de VN wisten dat hij niet bij een nucleair of enig ander verboden project betrokken was geweest. Irak zegt aluminiumbuizen te hebben geïmporteerd voor zijn conventionele wapens, maar de VS zeggen dat ze kunnen worden gebruikt om centrifuges te maken voor het verrijken van uranium.

Het VN‑wapeninspectieteam is zondag uitgebreid met twaalf medewerkers. Het totaalaantal inspecteurs is daarmee op 110 gekomen. Zondag bezochten de inspecteurs onder meer de Iraakse douane, maar zoals gebruikelijk werden daarover geen mededelingen gedaan.

Drie Iraakse brandweerauto’s en een politiewagen spoedden zich zondag naar het hoofdkwartier van de VN‑wapeninspecteurs in Bagdad nadat zich daar kortsluiting had voorgedaan. Er brak een kleine brand uit in een ruimte van het VN‑bureau van de humanitaire coördinator in Irak, maar het vuur was snel gedoofd. Volgens de Iraakse brandweer was de kortsluiting in een computerkamer ontstaan.

Het Canal Hotel aan de rand van Bagdad, waar de inspecteurs verblijven, is zwaarbeveiligd. Om de Irakezen zoveel mogelijk buiten de deur te houden, zijn schoonmaak‑ en onderhoudsploegen meegekomen uit Cyprus, waar de inspecteurs hun basiskamp hebben. Voordat de inspecteurs arriveerden is het gebouw doorzocht op mogelijke afluisterapparatuur.

De Amerikaanse president Bush heeft nog geen besluit genomen over het gebruik van militair geweld tegen Irak. De Verenigde Staten zijn wel bezig zich voor te bereiden voor wat er ook nodig zou mogen zijn. Dat zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Powell, zondag in een praatprogramma van de nieuwszender NBC.

Powell zei dat de VS de bevindingen afwachten van de VN‑wapeninspecteurs die in Irak bezig zijn met onderzoek naar massavernietigingswapens. „Maar ik denk niet dat dat eindeloos kan doorgaan”, zei hij. „We houden de zaak natuurlijk nauwlettend in de gaten en natuurlijk brengen wij onze strijdkrachten in gereedheid voor wat dan ook vereist zou kunnen zijn.”

De Verenigde Staten mogen in het geval van een oorlog tegen Irak beschikken over hun bases in Saudi‑Arabië. Het koninkrijk heeft zijn luchtruim ter beschikking gesteld voor verkenningstoestellen, vrachtvliegtuigen en tankvliegtuigen, zo meldde The New York Times zondag op gezag van hoge Amerikaanse militaire functionarissen.

De door de krant aangehaalde commandanten hebben afgelopen weken naar eigen zeggen persoonlijk de garanties gekregen dat Amerika bovendien de moderne Prince Sultan‑basis bij de hoofdstad Riyad mag gebruiken. Die luchtmachtbasis diende bij de aanvallen op Afghanistan ook al als regionaal hoofdkwartier.