Kerk & religie

Kuiper: Diaconaal tijdperk breekt aan

De kerk moet ervoor oppassen macht te willen uitoefenen, vindt minister J. P. H. Donner. Hij was zaterdag te gast op de kerkenbeurs in Utrecht.

Ardjan Logmans
23 March 2009 10:10Gewijzigd op 14 November 2020 07:33
UTRECHT – De Jaarbeurs in Utrecht bood vrijdag en zaterdag onderdak aan de beurs ”Kerk en Gemeente 2009”. Volgend jaar wordt de beurs opnieuw gehouden. Foto Erik Kottier
UTRECHT – De Jaarbeurs in Utrecht bood vrijdag en zaterdag onderdak aan de beurs ”Kerk en Gemeente 2009”. Volgend jaar wordt de beurs opnieuw gehouden. Foto Erik Kottier

Samen met Kamerlid Anker van de ChristenUnie, prof. dr. Roel Kuiper, bijzonder hoogleraar in de reformatorische wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, en Ine Voorham, directeur van het Leger des Heils, debatteerde de minister van Sociale Zaken onder leiding van EO-presentatoren Andries Knevel en Tijs van den Brink over de rol van de kerk in de samenleving.Zaterdag was de tweede en laatste dag van de drukbezochte kerkenbeurs ”Kerk en Gemeente 2009” in de Jaarbeurs in Utrecht. Met 3500 bezoekers is de organisatie tevreden. Volgend jaar wordt de beurs opnieuw gehouden.

Knevel vroeg Donner naar de relatie tussen kerk en staat, omdat rooms-katholieke bisschoppen in Nederland het kabinet vorige week een brief hebben gestuurd met de dringende vraag om in het teruglopend economisch tij te blijven waken over de zwakken in de samenleving. Het voor hen gereserveerde budget mag niet verminderd worden, stellen ze. Knevel: „Mogen ze zo ver gaan?”

Donner draaide er handig omheen door aan te geven dat mensen alles mogen schrijven. Van den Brink: „Uw collega-minister Koenders wond zich anders erg op over de brief waarin de paus schreef dat in Kenia voorbehoedsmiddelen de aidsproblematiek niet oplossen.” Donner, lid van de Protestantse Kerk in Nederland, antwoordde dat zijn voorouders al 500 jaar geleden uit de Rooms-Katholieke Kerk gestapt zijn. „U moet mij niet om een oordeel vragen over de paus.”

Hij ging serieus verder en erkende dat de kerk moet bedenken hoe groot de relevantie is van wat ze de overheid kenbaar wil maken. De minister deed een voorzet: „De overheid kan druk zijn met wetsregelingen en verdeling van financiën. Het is aan de kerk aandacht te vragen voor groepen die mogelijk aan de aandacht ontsnappen.”

Verder kan de kerk spreken over immateriële, morele vraagstukken van de samenleving, aldus Donner. „Ze kan de overheid aanspreken: Dit zijn vragen waar u mee bezig bent, maar waar wij ook al eeuwen over nadenken.”

Ten slotte hebben kerk en kerkleden in de samenleving een verantwoordelijkheid. „De invloed van de kerk zit veel meer in hoe ze omgaat met mensen.”

Overigens moet de kerk de overheid niet aanspreken met „gij moet”, vindt Donner. Een kerk die voorschrijft hoe hij moet omgaan met de begroting of vreemdelingenbeleid maakt afwegingen die haar niet aangaan.

Voorham knikte daarop instemmend. „Het helpt heel goed om de vinger op de zere plek te leggen. Maar je moet ook suggesties aandragen om het anders te maken.” Donner sprak waarderend over haar „betrokkenheid op degenen die stemloos zijn. Daar dien je twee keer zo goed naar te luisteren.”

Volgens prof. Kuiper liggen er in 2009 veel kansen voor de kerk. „We kunnen spreken van een diaconaal tijdperk. Dit is het moment voor de kerk om wakker te worden. Na de oorlog zijn veel van oorsprong christelijke hulpverleningsinstellingen overgenomen door de staat. Nu blijkt dat de staat niet alles kan betalen, is de kerk weer aan zet.”

Donner gaf maar ten dele toe. De staat schept voorzieningen „zonder aanzien des persoons.” Kerken bieden aanvullende hulp „mét aanzien des persoons.” Prof. Kuiper pareerde dat de kerk altijd die brede opdracht heeft, „al is die taak erg verzwakt in de afgelopen decennia.”

Leger des Heilsdirecteur Voorham zou het nog wel breder willen opvatten. Op de vraag wat ze zou doen als ze een dag minister van Sociale Zaken zou zijn, antwoordde ze dat ze werk voor iedereen wil realiseren. Ook wil ze de „stroom van overheidsregelingen reguleren” ten behoeve van schuldsanering.

Het debat draaide van de rol van de kerk in de samenleving naar de vraag wat christelijke politiek is. Kamerlid Anker maakt het niet „ingewikkeld. Ik ben christen en wil me als zodanig in de politiek begeven.”

Minister Donner is daar huiverig voor: „Is het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 jaar niet christelijk, en vasthouden aan 65 jaar wel? Zijn mensen die er anders over denken onchristelijk? Als ik moet werken met het zwaard van de overheid, moet ik dat niet pretenderen als christelijk. Want ik zal mensen soms voor het hoofd moeten stoten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer