Evolutie
„Dat onze voorvaders in hun geloofsconflicten niets anders hadden en wilden hebben dan de Bijbel, en dat zij door dit boek onafhankelijk en standvastig geworden zijn tot een echt leven in het geloof, is toch ook iets, dat te denken geeft.” Deze opmerking van Bonhoeffer geeft inderdaad te denken. Wat een evolutie is er in christelijke kring over kwesties waarover altijd zekerheid bestond: schepping, homoseksualiteit, de roeping van de overheid etc.
Laat onze Bijbelkennis soms te wensen over? Oefenen wij ons in het verstaan van Gods Woord of vinden wij het voldoende als wij de gereformeerde dogma’s beheersen? In vergelijking met de Bijbel vormt ons leersysteem slechts het transformatorhuisje aan de voet van de Niagara. De waarde van de belijdenisgeschriften is onbetwist. Maar deze geschriften mogen ons niet gemakzuchtig maken, zodat ons ontgaat welk pad de Bijbel ons vandáág wijst. Hier kunnen wij iets leren van Groen van Prinsterer. Bij hem treffen wij een authentieke evangelische bewogenheid aan. Vanuit deze houding komt ook zijn kritiek voort op een te formalistisch omgaan met de traditie. Groen wekt de indruk dat een echt geestelijke oriëntatie op de verzoening in Christus door een levend geloof meer waard is dan het vasthouden aan de letter van de belijdenis. Gelóven is iets anders dan een geloof aanhangen.Groen volgen, betekent een terugkeer naar de bron. Groen achtte onze belijdenisgeschriften hoog. Maar hij ging niet mee met groeperingen die over het geloof slechts konden spreken in de taal en verwoordingen van deze geschriften. Menselijke geschriften mogen Gods Woord niet overwoekeren. De Reformatie kende één bron: de Bijbel. Geldt dat ook voor ons of hebben wij andere bronnen aangeboord, waaraan wij de Geest willen binden? Het kan zomaar gebeuren dat wij de Bijbel zien als het boek van de gereformeerde waarheden. De Bijbel is echter het verhaal van de levende God, dat ook ons verhaal wil zijn. God laat zich helemaal in met onze huis-tuin-en-keukenwerkelijkheid vandáág. Zijn Woord biedt richtlijnen voor werkgever en werknemer, moeders en militairen, geld en goed, allochtoon en armoedebestrijding.
Hebben wij de Bijbel niet versmald tot enkele allesbeheersende kernwaarheden? Waarheden die primair zijn ontleend aan de brief van Paulus aan de Romeinen. Waarheden die later zijn gegoten in de drie stukken van de Heidelberger Catechismus. En zijn dit ook niet de waarheden die wij nu –soms krampachtig– inlezen in de gehele Bijbel en in elke tekst? Wij moeten deze Bijbelse, gereformeerde waarheden níét relativeren. Het kleine verhaal van ons leven moet steeds in verband worden gebracht met de grote daden van God in Christus. Wel is de vraag of genoemde wijze van Schriftverstaan niet de concreetheid, rijkdom en nabijheid van het Schriftgetuigenis overwoekert. Dan lijkt het alsof de Bijbel nooit iets nieuws te melden heeft. Elke preek hetzelfde liedje. Altijd dezelfde paadjes rond de oude waarheden. Dat klinkt orthodox, maar feitelijk is dan de Bijbel het zwijgen opgelegd. De Bijbel wordt geperst in de mal van door ons vastgestelde kernwaarheden. Wij mogen de Bijbel echter niet muilkorven in zijn beweeglijk spreken over God en Zijn altijd weer verrassend handelen.
Dit muilkorven vindt ook plaats nu uit flinke gedeelten van Gods Woord zelden of nooit wordt gepreekt. Waarschijnlijk omdat die gedeelten onvoldoende handvatten bieden voor wat wij een gereformeerde prediking achten. Onze parmantige leus ”van kaft tot kaft” blijkt betrekkelijk.
Ieder Bijbelgedeelte moet echter in zijn eigenheid en weerbarstigheid gehoord, verwerkt en vertolkt worden, in samenhang met wat er huist in het hart en leven van de hedendaagse hoorder aan zorgen en zonden, aan twijfels en vragen, aan geloof en vreugde. Wie zich deze moeite getroost, zal zien en beleven dat de Bijbel ook is opgewassen tegen onze tijd en cultuur. Tegen de evolutie, het Evangelie!
De auteur is beleidsmedewerker voor de SGP-fractie in de Tweede Kamer. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl.