EU versterkt relatie met oosterburen
De EU brengt nauwere samenwerking tot stand met zes oostelijke buurlanden. Dat hebben de regeringsaanvoerders vrijdag besloten tijdens hun lentetop in Brussel.
Bij het nieuwe zogeheten partnerschap zijn betrokken Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland. Het ligt in de bedoeling elke twee jaar op het hoogste politieke niveau een overleg met elkaar te hebben. De eerste keer gebeurt dat op 7 mei in Praag, aansluitend op een extra top die de Unie dan in Praag organiseert over hoe zij het probleem van de oplopende werkloosheid gaat aanpakken.Premier Balkenende benadrukte in een reactie: „De EU heeft bijzonder belang bij stabiliteit bij de buren.” De toenadering mag niet gezien worden als een vooruitlopen op de vraag of de zes naties later eventueel in aanmerking komen voor het lidmaatschap.
Wel is de inzet om hen via hervormingen en het daarmee bevorderen van onder andere democratie en mensenrechten en het versterken van de markteconomie, dichter bij een mogelijke toetreding te brengen.
Huidig EU-voorzitter Tsjechië hecht zeer aan intensieve betrekkingen met de landen aan de oostflank. Frankrijk, dat in de tweede helft van vorig jaar de kar trok, riep eenzelfde partnerschap in het leven voor de zuidelijke buren rond de Middellandse Zee, waaronder Algerijë, Marokko en Tunesië.
De Europese leiders hebben op hun top verder aangegeven dat zij gereed staan om bij te springen als landen in Oost-Europa die niet deelnemen aan de euro, onverhoopt door de huidige crisis niet meer aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Zij sturen aan op een verdubbeling van de financiële reserve voor dit doel.
Tot dusver is er in dit verband een fonds beschikbaar van 25 miljard euro. Daarvan werd de afgelopen tijd zo’n 10 miljard toegekend aan Hongarije en Letland.