Een sterk verhaal voor de stad
De Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk belegde vrijdag voor de tweede keer een werkconferentie voor predikanten uit de grotere steden. Te midden van een kantelende cultuur bezinnen gemeenten zich op hun plek in de stad. „We willen een open gemeente zijn”, zegt ds. W. J. Dekker van de hervormde wijkgemeente Mattheüs in Delft. „Maar niet tegen elke prijs.”
Wat voor Rotterdam en Amsterdam geldt, geldt ook voor Delft: „De kerk bevindt zich midden in de wereld, in een samenleving die de Heere God kwijt is.” Gemeenteleden ervaren dat sterk, bemerkt ds. Dekker. „Ze vragen zich af hoe ze in deze cultuur christen kunnen zijn. „Help ons daarbij”, zeggen ze. „Hoe houden we het vol?””De predikant noemt het „heel spannend” dat de kerk in de stad de vanzelfsprekendheid voorbij is. „De confrontatie met de wereld dwingt tot bezinning op waar het in de kerk werkelijk om gaat. Wat onopgeefbaar is.”
Gemakkelijk is dat niet, vindt hij. „Maar omdat dit onze eigenlijke roeping is, ben ik toch blij om hiermee bezig te zijn.”
Het kerkgebouw van de hervormde wijkgemeente, die ds. Dekker als missionair en diaconaal bewogen typeert, ligt op een steenworp afstand van de moskee. Een groot aantal allochtonen bevolkt de wijk. „Al die initiatieven: dat is de kerk in de stad. Mensen willen een open kerk zijn, met oog en hart voor mensen die Hem niet kennen en sociaal gezien vaak aan de rand verkeren.”
In de Mattheüsgemeente is geen sprake van een trek naar het ‘platteland’. „Ik heb zelfs de indruk dat die op z’n retour is. Vooral jonge mensen kiezen bewust voor de stad, vanuit een diepe bewogenheid met mensen die God niet kennen.”Anderzijds, zegt hij, „kan in onze wijkgemeente, die een bepaalde historie heeft, niet iedereen helemaal meegaan in die grote openheid. We willen daarom open zijn, maar niet tegen elke prijs.”
In Delft kwam bezinning op gang over de identiteit van de gemeente. „Wat we niet willen verliezen, is het besef dat er geloof en bekering gevraagd wordt van mensen die je opzoekt. Het Evangelie is vreemd, een ergernis, een dwaasheid. Mensen zijn wel te vinden voor een alphacursus, maar als aansluiting bij de gemeente in beeld komt, begint het te schuren. We moeten niet onze identiteit kwijtraken terwille van onze missionaire roeping. Juist wanneer we in de gereformeerde traditie staan, hebben we een sterk verhaal voor de stad.”
„Voor mij”, zegt ds. Dekker, „ligt de kern van de gereformeerde identiteit in de relatie die de heilige God met zondige mensen wil hebben. In het geloof in Jezus Christus, Die de Gekruisigde is. De notie dat elke christen kruisdrager is, dat geloven iets kost, hoort hierbij.”
Al te grote woorden spreken in het doorgeven van het Evangelie past dan ook niet, stelt hij. „Gereformeerd zijn is geloven dat de Heere God Zelf de kerk in stand houdt en mensen redt. Kerk-zijn in de stad vraagt van ons dat we kritisch zijn naar elkaar. Waarin zijn wij zelf mensen van deze tijd en wat zegt de Bijbel daarover? Zijn wij echt zo anders? Missionair zijn begint niet met onze gerichtheid naar buiten maar bij onszelf. Bij mensen die midden in deze cultuur dagelijks wandelen met God. Dat doet iets. Daar ligt voor mij een aandachtspunt.”
De veranderende context in stadswijken en -gemeenten stelt ambtsdragers voor vragen, is de ervaring van drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk. „Hervormd-gereformeerde gemeenten staan voor de uitdaging hun identiteit te bewaren. Tegelijk speelt de vraag wat zij kunnen betekenen voor de wijk en hoe zij het Evangelie communiceren naar mensen die daarmee niet zijn opgegroeid.”
Deze situatie vraagt volgens hem niet alleen om een andere missionaire benadering maar ook om doordenking van ethische vraagstukken. Hoe moet een gemeente omgaan met toetreders die samenwonen? Als iemand samenwoont en ernaar verlangt om Jezus te volgen, zou de gemeente hem tijd moeten gunnen om zich de leefregels van Gods koninkrijk eigen te maken, zegt Vergunst. „Dat mag voor andere gemeenteleden echter geen aanleiding zijn om ongehuwd samenwonen te sanctioneren.”
Op het programma van de werkconferentie stond dan ook niet alleen een lezing over ”Missionair preken…” (dr. P. J. Visser), maar ook een over ”…en de gevolgen voor de ethiek van de gemeente” (ds. C. van Duijn).
De werkconferentie werd in 2007 voor het eerst gehouden, toen er grote behoefte bleek te zijn aan bezinning op het gereformeerde belijden vanuit de stadse context. Los van deze predikantenconferenties houdt de Gereformeerde Bond nu zo’n twintig jaar toerustingsdagen voor alle ambtsdragers uit grote en middelgrote steden.