Buitenland

Vraagtekens bij pokkenoffensief Washington

Begin april 1947 werd een man die net was teruggekeerd uit Mexico, opgenomen in het Willard Parker ziekenhuis in New York. Op 10 april overleed hij. Aan pokken, zoals enkele dagen later werd bevestigd. Enkele dagen daarna werden twee nieuwe gevallen ontdekt.

Van onze correspondent
27 December 2002 11:09Gewijzigd op 14 November 2020 00:01

Na het overlijden van een tweede patiënt werd de roep om een vrijwillige inentingscampagne steeds luider. Nog geen twee weken na het eerste sterfgeval dat aan pokken werd toegeschreven, begon de campagne. Binnen de kortste tijd werden niet minder dan 5 miljoen mensen ingeënt. Is Amerika in staat om opnieuw zo’n massale en efficiënte inentingscampagne op te zetten? Is dat mogelijk en is dat noodzakelijk?

Dit zijn de twee vragen die Amerikaanse deskundigen momenteel stellen, nadat de regering in Washington haar pokkenprogramma enkele dagen geleden bekendmaakte. Aanleiding daartoe is het gevaar van een vijandelijke biologische aanval met het pokkenvirus, mogelijk door Irak of door terroristen die deze stof door Irak of een ander ’vijandelijk’ land geleverd krijgen. Is dit gevaar reëel? „Het gevaar is momenteel niet acuut, maar wij moeten voorbereid zijn op het moment dat dat wel het geval is. Vandaar de campagne, waartoe president Bush besloten heeft”, aldus minister voor Volksgezondheid Tommy Thompson.

Men begint overigens niet onmiddellijk aan een massale inentingscampagne. Eerst worden 500.000 militairen en ongeveer 10 miljoen medische werkers door het hele land ingeënt. Als ”commander in chief” -oftewel opperbevelhebber van alle Amerikaanse strijdkrachten- heeft president Bush zich kort voor zijn kerstverlof als eerste laten inenten. Daarna is hij vertrokken naar zijn buitenverblijf Camp David om daar Kerst te vieren. „De president voelt zich uitstekend”, zo meldde Witte Huis-woordvoerder Adam Levine de dag voor Kerst. Bush is overigens in z’n jonge jaren nog ingeënt, zoals alle Amerikanen in die dagen. Maar in 1972 is men in de VS gestopt met pokkeninentingen. In 1978 werd er het laatste geval van pokken geconstateerd.

Niet iedereen is enthousiast over het nieuwe pokkenprogramma, dat voorziet in vrijwillige inentingen voor de hele bevolking, nadat eerst de militaire en de medische sector aan de beurt zijn geweest. „Het is zeker mogelijk om de hele bevolking in te enten, maar niet op de manier waarop de regering dat wil. Washington zegt dat dat in dertig dagen gerealiseerd kan worden, maar dat is volgens mij niet verantwoord”, zo meent dr. Mack Sewell, epidemioloog werkzaam aan de Universiteit van New York.

Hij wijst op de risico’s van inentingen, hoe gering die ook mogen zijn vergeleken bij de risico’s van een pokkenepidemie voor een bevolking die niet ingeënt zou zijn. Op 2 miljoen inentingen zouden één tot twee personen kunnen overlijden aan de gevolgen van een pokkeninenting. Vijftien mensen zouden ’ernstige gevolgen’ kunnen ondervinden van de inentingen en een groter aantal zou aan minder ernstige bijverschijnselen kunnen lijden. Voor mensen die besmet zijn met het HIV-virus of aids-patiënten of mensen bij wie anderszins het immuniteitsstelsel is ondermijnd, kunnen de inentingen volgens Sewell beslist gevaarlijk zijn.

„Het is de vraag of men deze risico’s moet nemen als er niet werkelijk sprake is van een directe bedreiging. En als men besluit dat het programma doorgevoerd moet worden, dan is het verstandig om dat geleidelijk te doen, zoals in vroeger dagen. Veel artsen hebben geen ervaring meer met pokkeninentingen. Het is verstandig om een inentingsprogramma geleidelijk te introduceren, zodat eerst artsen en medisch personeel ervaring kunnen opdoen. Dat is essentieel om de risico’s bij latere massale inentingen zoveel mogelijk te beperken”, aldus Sewell.

Er zijn nog andere risico’s volgens dr. Carlos del Rio, geneesheer-directeur van het Grady Memorial Hospital in Atlanta (Georgia). Het Grady ziekenhuis is een van Amerika’s bekendste opleidingsziekenhuizen, net als het ziekenhuis van de Virginia Commonwealth Universiteit in Richmond (Virginia). Beide ziekenhuizen weigeren mee te doen aan het inentingsprogramma. „De overheid houdt niet voldoende rekening met het feit dat in de aanloop naar het massale inentingsprogramma beduidende risico’s bestaan. Bijvoorbeeld dat mensen die zijn ingeënt -en die dus eigenlijk ’ziek’ zijn- andere mensen kunnen aansteken die niet zijn ingeënt en dat kan desastreuze gevolgen hebben”, zo meent Del Rio.

Hij krijgt steun van zijn collega dr. Richard Wenzel van Virginia Commonwealth. „Als een of andere vijand beschikt over het pokkenvirus en van plan is ons daarmee aan te vallen, dan moet de totale bevolking zo snel mogelijk worden ingeënt met alle risico’s van dien. Het is dan de moeite waard om die risico’s op de koop toe te nemen. Maar de regering zegt dat er géén acute dreiging bestaat. Welnu, als dat klopt, dan is het verstandiger om een degelijker inentingsschema op te zetten, dat de risico’s zo beperkt mogelijk houdt, zowel voor de bevolking als voor het medisch personeel”, aldus dokter Wenzel.

De oppositie van beide ziekenhuizen is opmerkelijk, omdat zij nauw samenwerken met de Centers for Disease Control and Prevention (CDC’s), de overheidsorganisaties die een cruciale rol spelen in preventieve volksgezondheidsprogramma’s. CDC-directeur Julie Gerberding zegt niet teleurgesteld te zijn in het feit dat Grady Memorial en Virginia Commonwealth en trouwens ook nog enkele andere ziekenhuizen in het land niet meedoen aan het programma.

„Het inentingsprogramma is vrijwillig voorzover het de medische instituten en de burgerbevolking betreft. Wij hebben begrip voor sommige bezwaren tegen het inentingsprogramma, maar wij denken dat die bezwaren niet opwegen tegen de risico’s die de bevolking loopt als terroristen een biologische aanval zouden lanceren met het pokkenvirus. Vandaar ons programma”, aldus Gerberding.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer