Sharon: Irak brengt wapens naar Syrië
Irak is volgens de Israëlische premier Ariel Sharon bezig chemische en biologische wapens over te brengen naar Syrië. Sharon zei dinsdag voor de televisie dat zijn land over informatie beschikt die hierop duidt. Syrië heeft de beschuldiging woensdag tegengesproken en wijst erop dat het in tegenstelling tot Israël het non-proliferatieverdrag heeft ondertekend.
Sharon zei dat Israël over inlichtingen beschikt dat „wapens” die de Iraakse leider Saddam Hussein „wilde verbergen, chemische wapens, biologische wapens, inderdaad naar Syrië waren overgebracht.” De Israëlische leider voegde hieraan toe dat de informatie niet volledig was geverifieerd. „Wij beschikken over enkele inlichtingen die daar op wijzen. Wij werken nu aan bevestiging van de informatie”, zei hij. Sharon gaf geen nadere bijzonderheden en zei niet van wie de informatie afkomstig was.
Een woordvoerder van het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken noemde de bewering van Sharon „belachelijk.” Hij wees erop dat Syrië het non-proliferatieverdrag tegen de verspreiding van massavernietigingswapens heeft ondertekend. Ook herinnerde hij eraan dat Syrië alle Arabische landen in het Midden-Oosten heeft opgeroepen het Midden-Oosten te zuiveren van massavernietigingswapens. „De enige partij tegen deze oproep is Israël”, aldus de zegsman.
Hij zei verder dat Israël „door zijn arsenaal aan massavernietigingswapens een gevaar vormt, niet alleen voor de Palestijnen, Syrië en Libanon, maar voor de gehele regio, alsmede voor de internationale vrede en stabiliteit.”
De Iraakse generaal Hossam Mohammed Amin zei donderdag dat Irak de Verenigde Naties binnen twee of drie dagen een lijst met honderden wetenschappers zal overhandigen die aan nucleaire, chemische, biologische en raketprogramma’s hebben gewerkt. De wapeninspecteurs van de VN hebben om de lijst verzocht omdat ze de wetenschappers willen ondervragen over Iraakse wapenprogramma’s.
Afgelopen dinsdag vroegen de inspecteurs voor het eerst een wetenschapper te spreken, maar hij eiste de aanwezigheid van Iraakse regeringsvertegenwoordigers. Vermoedelijk vreest hij te worden vervolgd of vermoord door het Iraakse regime als hij verslag doet van de Iraakse programma’s.
Het Iraakse leger meldde donderdag dat milities van de regerende Baath-partij op oefening zijn geweest in Centraal-Irak om zich voor te bereiden om een Amerikaanse aanval. De militaire activiteiten doen vermoeden dat de Iraakse president Saddam Hussein een oorlog onvermijdelijk acht.
De Iraakse bevolking is al bezig voorraden rijst, eten in blik, brandstof, babyvoeding en water aan te leggen. Het hamsteren heeft tot flinke prijsstijgingen geleid. Het ministerie van Handel deelt sinds enige maanden zonder enige uitleg extra rantsoenen meel, thee, suiker, rijst en bonen uit aan gezinnen.
Secretaris-generaal Lord Robertson van de NAVO liet donderdag in een interview met de BBC weten dat er wat hem betreft geen sprake van kan zijn dat de VS het alleen moeten opnemen tegen Bagdad. De NAVO heeft volgens Robertson de morele verplichting de VS te helpen. De NAVO-chef zei wel dat de aanval pas kan worden ingezet als de VN daarover een beslissing hebben genomen.
Verscheidene NAVO-lidstaten, hebben nog geen steun uitgesproken voor een militaire actie. De Duitse bondskanselier Schröder zei dat hij niet van plan was om af te wijken van zijn voornemen om niet deel te nemen aan een aanval. Een commissie van het Turkse parlement sprak zich donderdag uit tegen deelname aan een mogelijke oorlog. De regering in Ankara heeft nog steeds niet bekendgemaakt of zij een Amerikaanse verzoek om gebruik te maken van bases en havens zal honoreren, en of zij Amerikaanse troepen in het land wil toelaten.
België stuurt waarschijnlijk geen militairen naar Irak als er in het gebied oorlog uitbreekt. De scheidend legerchef admiraal Willy Herteleer verklaarde deze week dat hij zijn manschappen simpelweg „niet kon motiveren” voor medewerking aan een Amerikaanse oorlog tegen Irak. Minister van Buitenlandse Zaken Michel zei later dat hij wel begrip kon opbrengen voor het standpunt van de legerchef.