Hij onderstreepte daarmee het verzet tegen een oorlog in Irak waaraan het Vaticaan al eerder uiting had gegeven.

De pauselijke boodschap stond voor een groot deel in het teken van het vraagstuk van oorlog en vrede in het Midden-Oosten. De kerkleider riep de wereld op „niet toe te geven aan wantrouwen, achterdocht en ontmoediging, hoewel de tragische realiteit van terrorisme onzekerheid en angst voedt.”

Volgens de paus zijn er twee plaatsen waar vredestichters van alle religies dringend geboden zijn. Hij noemde het Heilige Land, waar „eens en voor altijd een eind moet komen aan de zinloze spiraal van blind geweld.” En in het Midden-Oosten moet „het dreigende smeulen worden geblust van een conflict dat met de gezamenlijke inspanningen van allen kan worden vermeden”, aldus de paus.

Het Vaticaan vreest dat een oorlog in Irak zal leiden tot een kruistocht tegen het christendom in de moslimwereld.