Kerk & religie

Toch zonder wrok terug naar Armenië

„Verdrietig zijn we wél. Toch gaat ons gezin zonder wrok terug naar Armenië. Ook daar hopen we de Heere te dienen. Maar we willen wel duidelijk maken hoe we in Nederland zijn behandeld. In dit land, waar prostituees een verblijfsvergunning krijgen en ik een aangeboden baan niet mocht accepteren, willen we niet meer wonen.”

S. C. Bax
27 December 2002 09:37Gewijzigd op 14 November 2020 00:01
OOSTERBEEK - Gevorg Babayan: „Ons gezin heeft in Nederland veel goeds ondervonden. Daarvoor zijn we dankbaar. Maar we willen hier, door de behandeling van de overheid, niet langer blijven. Over enkele weken gaan we terug naar Armenië.” - Foto RD
OOSTERBEEK - Gevorg Babayan: „Ons gezin heeft in Nederland veel goeds ondervonden. Daarvoor zijn we dankbaar. Maar we willen hier, door de behandeling van de overheid, niet langer blijven. Over enkele weken gaan we terug naar Armenië.” - Foto RD

De Armeense familie Babayan begrijpt het optreden van de Nederlandse overheid niet. Volgende maand stapt het gezin op het vliegveld. Richting Jerevan, de hoofdstad van Armenië, het land van de berg Ararat. Gevorg Babayan en zijn echtgenote verlaten, na een jarenlang verblijf, ons land. Ze vinden de terugkeer vooral verdrietig voor hun accentloos Nederlands sprekende kinderen. De Zakbijbelbond (ZBB) in Oosterbeek raakt door hun vertrek een actieve medewerker kwijt, waardoor het zelfstandig voortbestaan van de bond in gevaar komt. De ZBB is een meer dan honderd jaar oude organisatie die zich bezighoudt met het ter beschikking stellen van kleine Bijbeltjes aan mensen die onbekend zijn met het Evangelie, onder wie daklozen.

De situatie in Armenië is niet gemakkelijk. Nog altijd verkeert de republiek op voet van oorlog met Azerbeidzjan. Turkije heeft zijn grenzen met het land geblokkeerd en wil er niets mee te maken hebben. Dat komt doordat de Turken de moord op rond de 1,5 miljoen Armeniërs in 1915 niet erkennen en het volk minachten.

In ons land heeft vooral de ChristenUnie zich ingezet voor Armeniërs. Kamerlid L. van Dijke heeft persoonlijke bemoeienis met de familie Babayan.

Vanuit Armenië kwam Babayan in 1998 naar Nederland, waar hij in Eindhoven in een opvangcentrum terechtkwam. Hij ervoer zijn roeping in ons land. De familie vond kerkelijk aansluiting bij de vergadering van gelovigen in Eindhoven.

Een jaar later verhuisde het gezin naar het asielzoekerscentrum in Renkum. Daar kwam het in aanraking met Frits Baksteen van de Zakbijbelbond. Gevorg Babayan raakte er als vrijwilliger bij betrokken. „Omdat ik mede vanwege een ziekte minder inzetbaar ben, werd Babayan de voortrekker bij de bond”, zegt Baksteen.

Een lange procedure om Babayan als werknemer te benoemen, volgde, omdat de Zakbijbelbond zich hield aan de wettelijk voorgeschreven regels. „Onder andere in het RD en in andere Europese kranten verscheen een advertentie voor een medewerker bij de Zakbijbelbond”, aldus Baksteen. „Die advertenties leverden niets op. Vanwege de internationale contacten en het werk onder asielzoekers kwam het heel goed uit dat Gevorg vloeiend Russisch, Duits, Armeens en Nederlands spreekt. Toch mochten wij hem niet als betaalde kracht in dienst nemen, hoewel aan de vereisten was voldaan. De ZBB kreeg te horen dat ze de functie maar op moest delen en naar vrijwilligers moest omzien, in plaats van een vaste kracht te benoemen. De teleurstelling was groot.”

In meer dan 160 talen heeft de bond lectuur beschikbaar. Ruim 3000 begunstigers maken het werk in Nederland mogelijk. In Duitsland kocht Babayan vaak grote partijen Bijbels en lectuur op. De Bijbels -veelal gaat het om het Evangelie van Johannes- en de lectuur die naar daklozen gaan, zijn dikwijls van de ZBB. Maar er gaan via de ZBB ook grote partijen Bijbels naar Polen en Rusland.

Ondertussen was Babayan steeds meer betrokken geraakt bij het werk onder vooral Armeense asielzoekers. Hij zette een eigen vertaalbureautje op, dat hij -geheel volgens de regels- bij de Kamer van Koophandel liet registreren. Van het Arbeidsbureau kreeg hij de kritiek dat hij, als vrijwilliger, onbetaald werk deed. Babayan: „De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) hield me voor dat ik geen Nederlands belang diende. Hij doelde op mijn werk bij de ZBB, het vertaalwerk en mijn vrijwilligerswerk onder asielzoekers. Prostituees krijgen in dit land een verblijfsvergunning, maar een christen die actief is in het kerkenwerk, dat ook een sociale dimensie heeft, dient geen Nederlands belang. Ik begrijp dat écht niet. In zo’n land willen we ook niet blijven. Ik zou nog een paar jaar door kunnen procederen. Maar daar zie ik van af. Ik voel mij geroepen mijn leven in dienst van de Heere te besteden. En dat kan in Armenië ook.”

Aan de integratie van Armeniërs in de Nederlandse samenleving droeg Babayan in de achterliggende jaren zijn steentje bij. Het werk slokte hem op. „Bij de ZBB vond ik daarbij een goede balans tussen geestelijke zaken en zakelijke aspecten”, zegt hij. Zijn echtgenote, die ook als vrijwilligster actief is voor de ZBB: „Hij is alleen op zaterdag thuis, hoor. Dag en nacht werkt hij onder asielzoekers en voor de ZBB.”

„Bij het ouder worden ben ik milder geworden”, zegt Gevorg Babayan. „Ik zie het als Gods leiding in mijn leven dat de weg zo loopt. Voor onze kinderen, die wel Armeens verstaan maar het niet kunnen lezen, zal het moeilijk zijn. De oudste is twaalf. Maar we geven het in Zijn hand. Wij willen niet verder strijden, hoewel onze advocaat zegt dat we ons verblijf hier nog wel een paar jaar kunnen rekken.”

Zelfs de laatste weken van hun verblijf werden voor de familie Babayan een kwelling. Vanaf 15 november eiste het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) verhuizing naar Wageningen. „Dat zagen we niet zitten. Over enkele weken verlaten we immers Nederland al. Maar omdat we niet verhuisden, zijn al onze uitkeringen stopgezet. Als ik de sleutel van het huis had opgehaald, was het goed geweest. Maar nu word ik gestraft omdat ik niet in dat huis trek, terwijl ik in mijn huidige woning tot mijn vertrek mag blijven zitten en het door de gemeente aangeboden huis aan iemand anders kan worden aangeboden.”

Gevorg Babayan stopt even. „Ik wil geen medelijden wekken. Wij overleven het wel. Ik wil in vrede en zonder wrok Nederland verlaten. Maar Nederlanders mogen wel weten in wat voor land ze leven. Al zijn we dankbaar voor wat we mochten ontvangen in de ontmoetingen met Nederlanders en alle andere goede dingen in dit land.”

In Armenië wil Babayan zich gaan inzetten voor het kerkenwerk. Hij gaat daar helpen met het opzetten en begeleiden van jeugdkampen. Vanuit Nederlandse kerkelijke kring denkt hij financiële steun te krijgen. Daarover worden nog met diverse instanties gesprekken gevoerd.

Babayan denkt ook na over de vraag hoe hij zelf in zijn onderhoud kan voorzien. „Ik wil onder andere gaan bekijken wat de toeristische mogelijkheden zijn voor Nederlandse christenen in ons prachtige Armenië. In het land van de Ararat, met zijn heerlijke klimaat, is het goed toeven. De landschappen lijken zo uit de Bijbel te komen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer