Bankier zegt sorry
Petje af voor Floris Deckers. Deze topman van Van Lanschot Bankiers zegt sorry voor zijn rol in de kredietcrisis. Hij is de eerste Nederlandse bankier die zijn verontschuldigingen aanbiedt. Deckers wist dat er de laatste jaren van alles mis was met de wijze waarop banken hun geld verdienden. Maar hij hield zijn mond en dat betreurt hij nu.
De stap van Deckers is moedig. De verontschuldigingen zijn hem niet ontlokt door een slimme journalist, laat staan in de mond gelegd. Nee, de bankier neemt zelf het initiatief door een opinieartikel te schrijven.De roep vanuit de samenleving en de politiek om excuses is groot. Zeker nadat de Nederlandse topbankiers –inclusief Deckers– in november vorig jaar tijdens een hoorzitting niets moesten weten van zelfkritiek. Ze weten de kredietcrisis aan de uitzonderlijke omstandigheden. Hoon was hun deel. Logisch. Het zijn immers de banken die met hun ingewikkelde producten de kiem legden voor de kredietcrisis. Bankiers in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië hebben hierover al wel openlijk hun spijt betuigd.
Natuurlijk is er wat af te dingen op het excuus van de Van Lanschottopman. Ten eerste staat Deckers niet aan het hoofd van een megabank, maar is hij ‘slechts’ bestuursvoorzitter van het middelgrote Van Lanschot. Verder deed hij zelf niet mee aan de riskante praktijken die het financiële systeem lieten wankelen. Dan is het iets makkelijker om het eigen straatje schoon te vegen. Opportunistisch gedrag zou het verwijt kunnen zijn.
Toch is dat te kort door de bocht. Deckers stelt zich kwetsbaar op. Het is o zo verleidelijk om als leider goede resultaten op het eigen conto te schrijven en tegenvallers te wijten aan de omstandigheden. Een echte leider neemt echter in voor- en tegenspoed zijn verantwoordelijkheid.
Het excuus is ook een eerste stap naar het herstel van het vertrouwen in het bankwezen. Zolang bankiers niet hun verantwoordelijkheid nemen, blijft de samenleving met wantrouwen kijken naar financiële instellingen, zeker nu die voor de buitenwacht op dit moment drukker lijken te zijn met bonusperikelen dan met het klantenbelang.
Het gevaar bestaat dat het excuus wordt gezien als een schuldbekentenis. Daarmee zou de stap van de bankier een opmaat kunnen zijn voor juridische procedures. Bij Van Lanschot loopt dat nog wel los, maar als de bazen van ING of ABN AMRO sorry gaan zeggen, kan dit gezien worden als bewijs voor wanbeleid. Per saldo schiet de samenleving echter niets op met jarenlange procedures.
Bovendien geldt hier het woord van Jezus, gesproken toen een overspelige vrouw bij Hem werd gebracht: Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen. Het is immers veel te makkelijk om de schuld van de kredietcrisis en de daarop volgende recessie alleen bij bankiers neer te leggen. Ook toezichthouders, kredietbeoordelaars, accountants en politici mogen zich afvragen waar zij steken lieten vallen.
Zelfs bedrijven en consumenten moeten zichzelf de spiegel voorhouden. Het gezonde verstand legde het dikwijls af tegen de jacht naar meer. Niemand is daarom onschuldig.
Deckers heeft zijn excuus gemaakt, hij heeft zijn lesje geleerd. Wie volgt?