„Doopbevoegdheid Van der Meiden kwestieus”
M. P. Scholten, in zijn hoedanigheid van docent kerkrecht van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, wil van het hervormd moderamen helderheid hebben over de vraag of de bediening van de doop in de Nederlandse Hervormde Kerk wel altijd plaatsheeft door een bevoegd dienaar des Woords.
De docent faxte maandag een brief aan het hervormd moderamen. Daarin vraagt hij om helderheid rond de erkenning van de doop. Dit naar aanleiding van de doop van Isabella, de dochter van prins Bernhard jr. en prinses Annette, door prof. dr. A. van der Meiden, afgelopen zondag. Volgens Scholten is prof. Van der Meiden noch hervormd predikant noch emeritus predikant.
Scholten wil „voorkomen dat het sacrament van de doop denatureert.” Hij schrijft van tijd tot tijd geconfronteerd te worden met een vraag naar de geldigheid van een doopbediening. „Daarbij zijn we er tot nu toe van uitgegaan dat onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse Hervormde Kerk de doop uitsluitend bediend wordt door een daartoe bevoegd dienaar des Woords.”
De docent kerkrecht constateert verder dat prof. Van der Meiden ook geen predikant is van een kerk waarmee de Hervormde Kerk een overeenkomst heeft gesloten krachtens welke de predikanten over en weer in elkaars diensten mogen voorgaan. „Hoe is zijn bevoegdheid dan geregeld?”
Hij verwijst dan naar een artikel in het RD van 8 juli 2000 waarin de vraag -rond de huwelijksbevestiging van de ouders van Annette- naar de kerkelijke bevoegdheid van Van der Meiden ook al werd gesteld.
De hervormde synodepreses, ds. A. W. van der Plas, zei maandagavond de brief nog niet te hebben gezien. „Bovendien wordt het moderamen niet geconsulteerd bij doopbedieningen van het Koninklijk Huis en hoort een dergelijke vraag via de kerkenraad en de classis te worden gesteld. Begin januari vergadert het moderamen en zullen wij van de brief kennisnemen.”