Richtsnoer
„Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen.”Prediker 12:13
David vraagt in Psalm 119: „Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden?” Dan antwoordt hij zichzelf en zegt: „Als hij dat houdt naar Uw woord.” Het betaamt alle mensen; als Gods schepselen zijn zij verplicht hun Heere en Schepper te vrezen. Want: „Een zoon zal de vader eren” (Maleachi 1:6).Zelfs de goddelozen liggen onder de wet en de vloek daarvan, indien ze niet blijven in al wat geschreven is in het boek van de wet, in de kracht van het verbond door Adam met God opgericht.
Ofschoon de goddelozen hun schuld nooit kunnen betalen, behoudt God toch het recht van de eis tot Zijn rechtvaardiging, en de zwaardere overtuiging van de zondaar dat hij naar recht verdoemd wordt.
God te vrezen en Zijn geboden te onderhouden, is voornamelijk de plicht van de vromen en uitverkorenen. Daarom zingt de Kerk: Vreest de Heere, gij Zijn heilige. Want ofschoon ze de geboden van God niet volkomen kunnen onderhouden, omdat hun het boze nog zo aankleeft, zo houden zij zich aan de Borg vast, Die door Zijn volbrengende gehoorzaamheid hun gebrek vervult. Hij vervult hun gebrek.
Coenraad Mel,predikant te Herzfeld
(”De ijdelheid der wereld”, 1753)