Tovenarij bedreigt vooruitgang Afrika
Tovenarij en hekserij vormen de grootste bedreigingen voor de economische vooruitgang in Afrika. Dat concludeert de Zwitserse volkenkundige David Signer in een artikel dat verscheen in het Duitse blad PM-Magazin.
De onderzoeker, die jarenlang onderzoek heeft gedaan naar traditionele geloofsvoorstellingen in Afrika, verstaat onder hekserij onder andere dat welvarende mensen anderen vervloeken omdat men niet wil delen in de verworven welvaart. De meeste Afrikaners geloven in de werking van vervloekingen. Hij concludeert dat zelfs goed opgeleide Afrikanen ziekten die ze niet kunnen verklaren en plotselinge overlijdensgevallen toeschrijven aan vervloekingen.
Om aan deze angst tegemoet te komen en om vervloekingen af te wenden, delen kleine ondernemers hun toch al schaarse winst met werklozen en bedelaars, totdat ze allemaal even arm of even rijk zijn. David Signer concludeert dat daardoor spaarzin ontbreekt en de opbouw van kapitaal om de economie verder te ontwikkelen geremd wordt. „Steenrijke mensen daarentegen verzetten zich tegen deze gang van zaken en wonen in huizen die tot vestingen zijn omgebouwd.”
Ambitieuze Afrikanen zoeken hun heil in Europa of Noord-Amerika. Signer stelt dat zonder een actieve en welvarende middenklasse Afrika het economisch nooit zal redden. De Zwitser citeert de Afrika-expert Patrick Chabal, die stelde dat zolang de magische voorstellingen in Afrika voortduren het Westen niets voor Afrika kan doen. „De economische misère waarin Afrika verkeert is helemaal geen gevolg van kolonialisme, maar ligt aan Afrika zelf. Het continent beschikt over grote bodemschatten en een enorm landbouwareaal.”
Signer levert felle kritiek op die hulpprojecten die tot jaloezie verwekken en daarom juist bijdragen aan de noodlotsgedachte en armoede meer bevorderen dan bestrijden. Er zijn volgens hem echter ook projecten waarbij deelnemende ondernemers verplicht hun winsten op een spaarrekening storten. Die bevorderen de economie wel, zegt Signer.