Vingervlugge meisjes welkom bij Verkade
De mannen van Verkade hadden een zwak voor meisjes. Ze hielpen er honderden aan een baan in hun fabriek. De jeugd is dan ook nadrukkelijk aanwezig in het nieuwe Verkade Paviljoen van het Zaans Museum in Zaandam. Als ode aan hun behendigheid.
Mannen mogen sjouwen, meisjes zetten we in voor het fijnere werk, besloten de hoge heren van Verkade. Van de jaren 20 tot aan de automatiseringsslag in de jaren 70 werkten er honderden meisjes in de Zaanse fabriek. Het waren voornamelijk Amsterdammers die bekend werden als ”de meisjes van Verkade”. Na hun huwelijk verlieten de meesten het bedrijf om zich aan het gezin te wijden.Verkade koos voor meisjes, omdat die volgens de onderneming behendiger zijn met hun handen. Sollicitanten kwamen echter niet zonder slag of stoot binnen. De vluggevingertest vormde een onderdeel van de sollicitatieprocedure. Een kandidate moest binnen dertig seconden vijftig ronde schijfjes in evenveel kuiltjes in een plankje leggen. Zo werd nagegaan of ze snel genoeg was.
Het plankje is sinds deze week te bewonderen in een van de vitrines van het Verkade Paviljoen. Deze rechthoekige doos, die naast het bestaande gebouw van het Zaans Museum staat, werd woensdag door koningin Beatrix geopend. De hal herbergt de collectie van Verkade.
„Verkade is een van Nederlands bekendste merken”, stelt Daantje van de Weijer van de afdeling communicatie van het museum. „De biscuits, bonbons, chocoladerepen en waxinelichtjes vinden nog altijd veel aftrek. Toch zijn het vooral kleurrijke verpakkingen -in het begin van de vorige eeuw niet gebruikelijk- en de Verkadealbums waardoor Verkade breed ingang vond.”
Ruilkantoor
Verkade timmerde ook flink aan de weg met de Verkadealbums. Van de Weijer typeert ze als „een van de meest geslaagde reclamecampagnes ooit.” In deze albums, voornamelijk van de hand van Jac. P. Thijsse, stond de natuur centraal. Ze waren in de eerste helft van de vorige eeuw een hype. Elke rol Verkadebiscuits of -beschuit bevatte een plaatje en later een waardebon voor een plaatje. De afbeelding kon in een van de albums worden geplakt.
Talrijke Verkademeisjes hadden een dagtaak aan het inpakken en versturen van de plaatjes. Ze deden dagelijks 500 tot 1000 pakketten de deur uit. Het concern riep zelfs een ruilkantoor in het leven dat tot wel 2000 brieven per dag kreeg. In de Schatkamer van het Zaans Paviljoen zijn diverse Verkadealbums en originele aquarellen te zien.
Niet alleen de klanten, ook de mannen van Verkade waren verwoede verzamelaars. Vanaf de start van het bedrijf in 1886 bewaarden ze onder meer alle verpakkings- en reclamemateriaal. Het Zaans Museum maakte er dankbaar gebruik van bij de inrichting van de vitrines in het paviljoen.
Het museum meldt aardige weetjes bij de uitstalling. Over de Café Noirbiscuitjes bijvoorbeeld, die tot 1950 handmatig van glazuur werden voorzien. En over het San Franciscokaakje, dat zijn smaak dankt aan een foutje in het Verkadelaboratorium.
De meisjes van Verkade zijn prominent aanwezig in het paviljoen. De werkneemsters zijn op het leeuwendeel van de honderden foto’s en op de diverse korte historische filmpjes te bewonderen. Ze geven een idee van de werkomstandigheden én van de manier waarop de werkneemsters hun pauze vulden; met kletsen, breien, schommelen en haasje over.
Inpakspel
Blikvangers in de tentoonstellingsruimte zijn de chocolade- en de biscuitmachines die voor een deel in werking zijn. Ze dateren respectievelijk uit de jaren 30 en 50. De machinehal vormt het hart van het gebouw.
Het museum probeerde de fabriekssfeer zo natuurgetrouw mogelijk na te bootsen, maar was vanwege de beschikbare ruimte genoodzaakt de productielijn van de Mariakaakjes in te korten van 60 tot 30 meter. En de machines leveren geen echte kaakjes en chocoladereepjes af.
Desondanks krijgen bezoekers een aardige indruk van het productieproces. Ze kunnen langs de machinerie wandelen en hebben vanaf loopbruggen op de eerste verdieping goed zicht op de productielijnen. De museumgasten worden via een inpakspel en met het ontwerpen van een wikkel voor een chocoladereep zelf aan het werk gezet.
Verkade produceerde tussen 1898 en 1991 ook waxinelichtjes: thee- en nachtlichten die volgens de tekst op de verpakking branden „zonder walm, onaangenamen reuk en knetteren.” Het museum biedt in een aparte hoek plaats aan een pittenmakerij en stempelmachines. In de vitrines liggen diverse verpakkingen.
Het Zaans Museum deed er goed aan de fabriekscollectie in een apart paviljoen onder te brengen. Bezoekers worden daardoor ondergedompeld in de Verkadesfeer. Het wachten is op een personeelslid dat ineens opduikt en de oude slagzin herhaalt: „Kom werken bij Verkade en neem je moeder mee.”
Meer informatie: www.zaansmuseum.nl.