De 55-jarige Roh heeft laten weten dat hij als president verwoed zal streven naar verzoening met Noord-Korea. Ook wil hij een gelijkwaardiger relatie met Washington, dat in zijn ogen te veel invloed in Zuid-Korea heeft. „Ik lijd niet aan anti-Amerikaanse sentimenten, maar ik wil evenmin een knieval maken voor de Amerikanen”, zei Roh in een recent tv-interview. Roh, die de VS nog nooit bezocht, heeft in het verleden Zuid-Koreaanse presidenten ervan beschuldigd dat zij Amerikaanse leiders te veel naar de ogen zagen.

Roh eiste ooit het einde van de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Zuid-Korea, maar zegt daar nu een voorstander van te zijn. Hij wil echter een herziening van de wettelijke positie van de 37.000 Amerikaanse militairen in Zuid-Korea, een stellingname die waarschijnlijk veel te maken heeft met de recente vrijspraak van twee Amerikaanse militairen die in juni met een mijnopruimingsvoertuig de dood veroorzaakten van twee Zuid-Koreaanse meisjes.

Wat betreft het beleid ten opzichte van Noord-Korea is Roh voorstander van voortzetting van het ”zonneschijnbeleid” van de huidig president, Kim Dae-jung, dat gericht is op toenadering tot Pyongyang. Volgens Roh is dialoog de enige methode om te zorgen dat Noord-Korea zijn nucleaire ambities opgeeft.

Roh ijverde gedurende zijn gehele carrière voor de rechten van mensen met een laag inkomen en pleitte voor een evenwichtige verdeling van de welvaart. Zo streefde hij naar strikte controle over familiedynastieën of ”chaebol”, die lange tijd de Zuid-Koreaanse economie hebben beheerst.

Als mensenrechtenadvocaat kreeg hij het veelvuldig aan de stok met de invloedrijke conservatieve nieuwsmedia, die hem afschilderden als een radicaal met negatieve opvattingen over het bedrijfsleven en de rol van Washington op het Koreaanse schiereiland. Hij vergeleek de media ooit met „georganiseerde misdaadbendes.”

Roh stapte in 1988 in de politiek als lid van de oppositie en werd gekozen in Busan, de op een na grootste stad. Mislukte pogingen in 1992, 1995 en 2000 om voor de partij van Kim Dae-jung tot parlementslid en burgemeester van Busan te worden gekozen, leverden hem de bijnaam op”Roh de idioot”. Zijn mislukkingen leverden hem echter tegelijkertijd respect op, omdat hij de strijd aanbond met de corruptie van regionale partijpolitici. In de regering-Kim diende hij als minister van Maritieme Zaken.