Kerk & religie

Naam soms meer naam dan daad

Bernard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karel Godfried Pieter van Lippe-Biesterveld. Zo luidde de volledige naam van prins Bernhard, de gemaal van prinses Juliana, die in 2004 in de grafkelder van de Nieuwe Kerk te Delft is bijgezet. Wie zou al die namen feilloos achter elkaar kunnen opnoemen? Dat gaat met Piet Hein, die begraven ligt in de Oude Kerk van Delft, gemakkelijker.

Ds. M. van Kooten
5 March 2009 09:20Gewijzigd op 14 November 2020 07:26
Piet Hein ...grote daden...
Piet Hein ...grote daden...

Shakespeare sprak de gevleugelde woorden: „What is in a name?” Inderdaad. Wat zegt een naam? Prins Bernhard had er negen met daarbij een lange achternaam op de koop toe. Bij Piet Hein zijn met twee eenlettergrepige woorden voor- en achternaam genoemd.„Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein, zijn naam is klein, zijn daden bennen groot, zijn daden bennen groot, hij heeft gewonnen de Zilvervloot.” Heel bekend is dit volksliedje ter ere van de verovering van de Zilvervloot door Piet Hein. We zongen het vroeger bij de aubade voor het gemeentehuis.

Het liedje is al anderhalf eeuw oud en gedicht door de Amsterdamse arts Jan Pieter Haye en van muziek voorzien door Johannes Josephus Viotta, eveneens arts in Amsterdam. Beiden verzorgden ook tekst en muziek van ”Een karretje op de zandweg reed” en ”Zie, de maan schijnt door de bomen”.

Victoria
Piet Hein ligt begraven in de Oude Kerk van Delft, waar ook een indrukwekkend grafmonument ter zijner gedachtenis staat opgesteld. Het is begrijpelijk dat men hem hoog hield. Met name de verovering van de Spaanse Zilvervloot in 1628 was een bijzondere gebeurtenis die voor ’s landskas een welkome aanvulling was en voor Spanje een geweldige financiële tegenvaller. Wie op de hoogte is van de prijzen in die dagen, zal begrijpen dat 11.510.437 gulden ongelooflijk veel geld was. De vrolijkheid bij de manschappen van Hein was zo groot dat zelfs een papegaai aan boord begon te zingen: „Victoria!”

Piet Hein, die zelf enige jaren met zijn vader op de Spaanse galeien had gezeten, relativeerde deze gebeurtenis: „Siet, hoe het volck nu raest, omdat soo grooten schat ’t huys brenghe, daer weynigh voor hebbe ghedaen; ende tevoren als ick der voor hadde ghevochten, ende verre grooter daden ghedaen als dese en heeft men sich naeuwelijcks aen my ghekeert.”

Nog mooier is het getuigenis dat zijn vriend, de Delftse predikant Dionysius van Spranckhuysen, van hem mocht geven. Hij begaf zich volgens hem nimmer te scheep of „eerst ende voor al besorghde hy syne Ziele, die wassende door de handt des Geloofs en des Gebedts in het Bloedt des Lams Jesu Christi, ende voorts deselve bevelende in handen van den ghetrouwen Schepper der Zielen, den eeuwigen Almachtigen ende Barmharigen Godt. Daer na soo disponeerde hy oock sijne tijdelijcke goederen. Eyndelijck soo nam hy een Christelijck afscheidt van sijn Vrouwe en Vrienden.”

Lockheed
Met alle respect voor prins Bernhard, maar het zit er niet in dat er een volksliedje ter gedachtenis aan zijn daden zal gecomponeerd worden. Naast allerlei verdiensten ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en zijn ijver voor het Wereld Natuur Fonds, is de Lockheedaffaire een zwarte bladzijde in de geschiedenis. Over zijn komend sterven vertrouwde hij aan verslaggevers van de Volkskrant toe: „Ik sta volkomen onverschillig tegenover de dood. Ik zou niet graag levend verbranden, maar voor de rest kan het mij geen bal schelen. Ik geloof dat ik het volledig aan onze lieve Heer kan overlaten. Ik merk het wel.”

Het is ontegenzeggelijk waar dat van een lange naam letterlijk kan gelden: het is meer naam dan daad. Maar dat gaat niet in alle gevallen op. Soms kunnen ze beide met ere genoemd worden. Ik denk in de dagen der Reformatie aan Jaques Lefevre d’Estaples, die in 1530 de Franse Bijbelvertaling in gereedheid bracht. En in Schotland John Knox. Mijn gedachten gaan ook uit naar de Tweede Kamerleden ds. P. Zandt en Guillaume Groen van Prinsterer. En wat dacht u van de predikanten ds. C. Smits en ds. E. du Marchie van Voorthuysen, die beiden als voormalig predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken jarenlang met ere de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland hebben gediend, zij het dat de ene achternaam één lettergreep had en de andere wel zeven.

Muziekmeester
In Poortvliet werd in 1806 aan de kerk een orgel ten geschenke gegeven door de Amsterdamse koopman Abraham Dumont. Hij was getrouwd met de dochter van de ambachtsheer van Poortvliet, Christoffel Gaaswijk. Abraham Meere kreeg de opdracht het orgel te bouwen en kosten noch moeite zijn gespaard om er iets moois van te maken. Overigens met die conditie dat wanneer het orgel zes weken niet bespeeld zou worden, de schenkers het zouden terugvorderden.

Tot organist werd benoemd Guillaume Louis Milet du Saint Aubon (1778-1820). Hij kwam uit een schatrijke familie en was muziekmeester. Wat we ons daarbij voor moeten stellen, is een open vraag. Er zijn geen partituren van hem bekend. Feit is dat er op het hele eiland op dat moment geen pijporgel in een kerk te vinden was, zelfs niet in de Grote Kerk van Tholen, en hij dus de enige organist in de wijde omgeving was.

Hij kan inderdaad een meester zijn geweest in de muziek. Maar ook zou het kunnen dat het meer naam was als daad. Grote namen staan niet altijd garant voor grote daden. In de Grote of Sint-Bavokerk te Haarlem hebben twee organisten met eer de orgelbank ingenomen. Beider voor- en achternaam behelzen net als Piet Hein één lettergreep. Dat waren Piet Kee en de inmiddels overleden Klaas Bolt. Hun namen zijn zeer klein, maar hun betekenis voor de kerkmuziek was zeer groot.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer