Debat waarden en normen schiet alle kanten op
Het debat in de Tweede Kamer over waarden en normen schoot woensdag alle kanten op. Veel fracties gebruikten het om, bij wijze van spreken, hun verkiezingsprogramma voor te lezen. Minister-president Balkenende probeerde een beperking aan te brengen -die dingen waar burgers zich aan ergeren-, maar dat was de kleine christelijke fracties nu net weer te smal.
Dat het niet makkelijk is te debatteren over een weids thema als ”waarden en normen”, besefte woensdag elke fractie. Weinig woordvoerders echter slaagden erin hun betoog inhoudelijk in te perken en hun thematiek helder af te bakenen.
Voor je het weet, voer je een debat over het hele kabinetsbeleid, waarschuwde demissionair premier Balkenende, en doe je de algemene beschouwingen van september nog eens dunnetjes over. Het was een waarschuwing aan dovemansoren. Met name de linkse fracties betoogden dat zij in het hele kabinetsbeleid, over milieu, over sociale uitkeringen, over ontwikkelingssamenwerking, de morele kant van de vraagstukken misten in de uiteenzettingen van de regering. „Wat doet u nu precies met een begrip als rentmeesterschap?” aldus GroenLinks-fractievoorzitter Halsema.
SP-kamerlid Kant begon over de wachtlijsten in de zorg en de
„asociale” bezuinigingen op de WAO. VVD-leider Zalm maakte een nummertje van artikel 1 van de Grondwet en LPF-leider Herben citeerde uit Fortuyns ”De verweesde samenleving”. En zo ontstond een debat dat regelmatig alle kanten uit schoot.
Volgens Balkenende maken de linkse fracties een karikatuur van het kabinetsbeleid. Daarin is volgens hem wel degelijk aandacht voor waarden als solidariteit en rentmeesterschap. Als voorbeeld van dat laatste noemde hij het wegwerken van de staatsschuld. Wat door Halsema weer afgedaan werd als „een teken van armoede dat u geen beter voorbeeld van rentmeesterschap weet dan het financiële beleid.”
Het boetekleed trok de demissionaire premier wel aan als het ging om allerlei politieke verwikkelingen en incidenten in de afgelopen maanden. „Politici moeten zich als rolmodel gedragen als ze verlangen dat burgers zich respectvol opstellen.”
Veel fracties verweten het kabinet dat het de discussie over waarden en normen versmalt tot het vraagstuk hoe mensen zich dienen te gedragen in de maatschappij. Rouvoet (ChristenUnie) bekende dat hij bij het lezen van de brieven van het kabinet over waarden en normen spontaan het woord ”spruitjesgeur” in de kantlijn had gekrabbeld. Hij laakte het gebrek aan moreel leiderschap en aan een richtinggevende visie en gezagvol optreden van de kant van het kabinet. „Natuurlijk gaat het bij normen en waarden ook over veiligheid en fatsoen, maar tot nog toe gaat het mij te veel over ”leefbaarheid” in de smalle betekenis van ”het elkaar niet in de weg zitten”. Die insteek is in wezen egocentrisch en gevestigd op het veiligstellen van gevestigde belangen, en loopt gemakkelijk over in benepen burgermansfatsoen.”
Volgens het kamerlid „heeft publieke moraal ook betrekking op het opkomen voor anderen, voor sociaal zwakkeren, voor verre naasten, op het zorgvuldig beheer van schepping en natuur, op onze omgang met natuurlijke hulp- en energiebronnen.”
Balkenende ontkende dat het kabinet zich in het waarde- en normendebat uitsluitend laat leiden door wat er onder de bevolking aan ethiek leeft, om vervolgens de grootste gemene deler voor iedereen geldend te verklaren. Ook is het zijn kabinet niet alleen te doen om het wegnemen van grote en kleine ergernissen bij de burgers. „We sluiten ook aan bij allerlei activiteiten die burgers nu reeds ontwikkelen. Dan heb je het dus over de manier waarop mensen zich actief voor anderen inzetten.”
SGP-kamerlid Van der Vlies citeerde Groen van Prinsterer, die ooit schreef: „Wij weten en belijden dat er geen christelijke deugdbetrachting kan zijn zonder levend geloof in Christus.” En Dostojewski, die zei: „Als God niet bestaat, is alles geoorloofd.”
Hij wees verder „vrijmoedig op het gezag en de universele waarde van de Tien Geboden die God in de Bijbel gegeven heeft, en op Zijn gebod om Hem en de naaste lief te hebben. Deze geboden zijn bedoeld voor het welzijn van ons mensen, die neigen tot alle kwaad. Daarom is er een overheid. Daarom zijn er beschermende instituties zoals gezin, kerk en school”, aldus de SGP’er.
Van der Vlies stelde het kabinet voor een „stimuleringsregeling” in het leven te roepen om positieve en concrete projecten in het kader van het doen herleven van waarden en normen te ondersteunen. Hij wees daarbij op ”de tien leefregels van Gouda” en op het Platform Waarden en Normen, waarbij zo’n tachtig christelijke organisaties zich hebben aangesloten. „Een financiële bijdrage door de overheid zou de continuïteit van dit soort projecten kunnen waarborgen”, stelde de SGP’er. Balkenende wilde er niet van weten. „Dat is te veel van het goede: weer een regeling erbij.”
Hoewel er ook teleurstellende elementen in zaten, noemde Rouvoet, initiator van dit kamerdebat, de gedachtewisseling toch nuttig. „Verschillende fracties hebben zich in de kaart laten kijken voor wat betreft hun eigen waarden en normen. Het is goed dat zo af en toe expliciet te maken. Het kabinet heeft veel gedachten aangereikt gekregen waar het wellicht iets mee kan. En hopelijk is dit niet het laatste politieke debat over dit onderwerp geweest.”