„PVV-stemmers zijn normale mensen”
Wilders trekt steeds meer kiezers aan, laten de peilingen zien. Zijn opmars maakt het steeds lastiger om zijn aanhang te typeren. „De Wildersstemmer normaliseert.”
Bij andere politieke partijen is het een vrij gemakkelijk klusje om de achterban in kaart te brengen. Zij houden ledenlijsten bij, waardoor de man-vrouwverhouding en de leeftijd van de partijleden simpel te achterhalen valt.De PVV van Wilders heeft echter maar één lid: Wilders zelf. Desondanks valt er best wat te zeggen over de Wildersstemmers. Het Nationaal Kiezersonderzoek bij de Kamerverkiezingen in 2006 en andere bronnen geven een vrij nauwkeurig beeld van de PVV-achterban.
Ruim twee jaar geleden waren de meeste PVV-stemmers laag of middelbaar opgeleid en afkomstig uit de lagere sociale klasse. De PVV’er van 2006 was doorgaans een man die in een rijtjeshuis woont, hard werkt en niet kerkt. En conservatief: gericht op behoud van de status-quo.
Onderzoeksbureau TNS NIPO peilde begin vorige maand opnieuw hoe de Wildersaanhang eruitziet. Behalve arbeiders in volkswijken spreekt Wilders nu ook middenstanders aan.
Wat verder opvalt, is dat het percentage hoger opgeleide Wildersstemmers in vergelijking met 2006 is gestegen van een kleine 10 procent naar 13 procent.
Snoepte Wilders zijn kiezers in 2006 nog vooral af van LPF en VVD en een beetje van de PvdA, nu ook van CDA en SP.
Die verbreding van zijn aanhang dankt Wilders vooral aan het feit dat hij zich het thema ”vrijheid van meningsuiting” heeft toegeëigend. Velen menen dat die vrijheid wordt bedreigd en zien Wilders als kampioen van het vrije woord.
„De Wildersstemmer normaliseert”, concludeerden onderzoekers van TNS NIPO.
Ook prof. dr. Kees Aart van de Universiteit Twente stelt dat de PVV-leider „steeds meer normale mensen trekt. Mensen uit allerlei bevolkingsgroepen voelen zich door hem aangesproken. Dat maakt het lastiger om zijn aanhang met enkele steekwoorden te omschrijven.”
Onderzoek van TNS NIPO laat ook zien dat zo’n 40 procent van de Nederlanders Wilders bij veel kwesties steunt, gedoogt of zich door de PVV gehoord voelt.
Wilders verwoordt wat velen denken, voegde directeur Paul Schnabel van het Sociaal en Cultureel Planbureau daar onlangs aan toe. „Zijn gedachtegoed was nooit een marginaal verschijnsel. Een belangrijk deel van de Nederlanders, ook hoger opgeleiden, vond altijd al wat Wilders hardop zegt. Maar het was niet netjes daarmee naar buiten te komen.”
Aarts, ook directeur van het Nationaal Kiezersonderzoek, noemt behalve de vrijheid van meningsuiting ook de angst voor islamisering een hoofdthema waarmee Wilders kiezers mobiliseert.
Rechts-extremisten hebben bij Wilders niet veel te zoeken, stelt hij. „Wilders bewandelt de parlementaire weg. De harde kern van de rechts-extremisten gaat liever de straat op. Die vinden Wilders te soft.”
Refo’s telt Wilders niet veel onder zijn kiezers. Uit een onderzoek van Intomart in opdracht van deze krant bleek in november 2007 dat slechts een krappe 3 procent van de SGP’ers op Wilders zou stemmen als de SGP niet bestond. Bij de ChristenUnie was dat aandeel nog kleiner: nog geen 1,5 procent.
Wilders’ ideeën spraken meer SGP’ers aan: 15 procent zei het „bijna altijd” of „vaak” eens te zijn met uitspraken van Wilders.
Een onderzoekje van de SGP-jongeren eind vorig jaar wees in dezelfde richting: slechts 3,6 procent van de christelijke jongeren zou op Wilders stemmen.