Echt Adres
De Groningse kunstenaar Johan van der Dong heeft weer iets nieuws bedacht. Mensen kunnen op een mobiel nummer een voicemailbericht inspreken, bedoeld voor God. Van der Dong wil met zijn kunstwerk „God overal en altijd bereikbaar laten zijn, zodat de moderne mens Hem kan raadplegen zodra hij of zij daar behoefte aan heeft.” De kunstenaar hoopt dat velen een bericht achterlaten. „Mensen zetten daarmee hun gedachten op een rijtje en in feit is dat een vorm van bidden”, aldus de Grijpskerker.
Blasfemisch? Het zoveelste voorbeeld van iemand die zich met een beroep op zijn kunstenaarsvrijheid grove spotternijen veroorlooft? Voor we zo’n oordeel vellen, moeten we op zijn minst onderscheid maken tussen de bedoeling en de uitwerking van het project. Toen Van der Dong drie jaar geleden een vergelijkbare actie opzette met een postbusnummer, gaf de zich christen noemende kunstenaar tegenover deze krant aan dat het beslist niet zijn intentie was te spotten.Toch is een kunstuiting als deze wel degelijk afkeurenswaardig omdat zij, hoe goed ook de bedoeling van de artiest moge zijn, in onze geseculariseerde cultuur het lacherige sfeertje over de Schepper van hemel en aarde bevordert en een verkeerd beeld schept van Degene in Wiens hand wij allen zijn.
Dat verkeerde beeld zit al in de toelichting van de kunstenaar: de moderne mens God laten raadplegen „zodra hij of zij daar behoefte aan heeft.” Dit is inderdaad de moderne mens ten voeten uit. Van een God die een claim op ons legt, die recht heeft op heel ons hart en heel ons leven, moeten wij, 21e-eeuwers, niets hebben. Hoogstens is Hij voor ons een reddingsboei in noodgevallen. Wij richten ons slechts tot Hem als wij, ons autonoom wanende maar in feite zeer nietige en afhankelijke schepselen, daar behoefte aan hebben.
Het grootste bezwaar tegen dit ‘kunstwerk’ is echter dat het –nogmaals: wat ook de intentie van de maker ervan moge zijn– in de praktijk aansluit bij de moderne gedachte dat God „waarschijnlijk niet bestaat.” Als mensen op dit mobiele nummer een bericht inspreken, zal dat voor velen niet meer dan een spel zijn. „In werkelijkheid bestaat God natuurlijk niet. Wij hebben Hem bedacht en als zodanig vervult Hij een nuttige functie”, zo luidt de levensbeschouwing van de moderne westerse mens.
Dat dit een fatale vergissing is, ontdekte de bekende 20e-eeuwse apologeet C. S. Lewis in het jaar 1929, toen hij er persoonlijk achter kwam dat er in het leven geen grotere en echtere Werkelijkheid is dan God. „U moet zich mij voorstellen in die kamer op de universiteit”, schrijft hij later, „hoe ik nacht na nacht , telkens wanneer mijn gedachten een moment van mijn werk loskwamen, de gestage, onverbiddelijke komst voelde van Hem die ik zo ernstig verlangde niet te ontmoeten.” Lewis zocht op zijn manier God, maar ervoer op die cruciale avonden dat aan het koord dat hij vasthield, tot zijn grote schrik vanaf de andere kant werd getrokken. God leeft!
Wie dat ervaart, hoeft niet meer ”ins Blaue hinein” een boodschap in te spreken, maar heeft voor al zijn levensvragen een concreet, werkelijk bestaand Adres.