Veel onderzoekers op locatie vliegramp
De rampplek bij Schiphol is donderdag in handen van vele onderzoekers, onder wie circa tachtig leden van het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO). Het wrak van de Turkse Boeing en de directe omgeving worden minutieus nageplozen door deze forensische onderzoekers, zei een woordvoerder van het Korps landelijke politiediensten (KLPD) donderdag.
De bevindingen van de politie en de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) over de oorzaak van de crash worden mede gebaseerd op het sporenonderzoek van de forensisch onderzoekers.Naar verwachting duren de onderzoeken ter plekke nog minstens drie dagen. Pas daarna kunnen de wrakstukken van het veld naast de snelweg A9 ergens anders naartoe gebracht worden. Tot het onderzoek op de plaats van de ramp is afgerond kunnen de overlevende passagiers niet over hun bagage beschikken.
Tegelijk lopen er ook nog andere onderzoeken. De luchtvaartpolitie, ook onderdeel van het KLPD, de politie Kennemerland en de Koninklijke Marechaussee hebben een team gevormd dat onderzoekt of het vliegtuig is gecrasht doordat iemand verwijtbaar heeft gehandeld. Het Openbaar Ministerie (OM) in Haarlem heeft de leiding over deze operatie.
Hoe lang het politieonderzoek duurt, is nog niet duidelijk. „Het is de bedoeling dat alle relevante informatie zo snel mogelijk beschikbaar komt, zodat we duidelijkheid kunnen geven aan de slachtoffers, nabestaanden en de maatschappij”, zei persofficier van justitie Annemiek van Eck van het OM Haarlem.
De OVV, onder leiding van Pieter van Vollenhoven, probeert ook uit te vinden wat de oorzaak van het neerstorten is geweest. De raad gaat in rapporten over incidenten ook in op maatregelen die eventuele nodig zijn om de veiligheid te verbeteren.
Tussen de politie, OM, LTFO en de onderzoeksraad bestaan afspraken, zodat de onderzoekers elkaar niet voor de voeten lopen. De OVV heeft toegang tot onder meer alle gegevens van de politie over de vliegramp, zei de KLPD–woordvoerder.
De rampplaats is opgedeeld in sectoren die stuk voor stuk worden onderzocht. Alle sporen die licht zouden kunnen werpen op wat er is gebeurd, worden veiliggesteld. Eerst wordt alles gefotografeerd en in kaart gebracht, vertelt een woordvoerder van het Korps landelijke politiediensten (KLPD), dat het LTFO aanstuurt. Het is ook aan het team om voorwerpen te labelen en op de juiste manier in te pakken, zodat ze eventueel later ergens anders nog kunnen worden onderzocht.
In het LTFO werken alle politiekorpsen, Defensie en het NFI samen. Het Rampen Identificatie Team is erin opgegaan. Het forensische team is in 2007 opgericht speciaal voor sporenonderzoek op rampplekken en plaatsen waar bijvoorbeeld aanslagen zijn gepleegd.