Alleen maar chauffeur van Bin Laden
Mede Titel: ”Advocaat van de vijand”
Auteur: Geert-Jan Alexander Knoops
Uitgeverij: A. W. Bruna, Utrecht, 2009
ISBN 978 90 229 9492 4
Pagina’s: 255
Prijs: € 17,95.
Waar liggen de grenzen voor een advocaat die de chauffeur van Osama bin Laden bijstaat? En hoe verantwoord is het dat de Verenigde Staten terreurverdachten jarenlang opsluiten, zonder tenlastelegging? Advocaat G. J. A. Knoops schreef een boek over deze morele dilemma’s. Geen juridisch werk, maar een pakkende thriller: ”Advocaat van de vijand”. „Ik had de behoefte boven een studieboek uit te stijgen.” Uit de trofeeënkast van Knoops blijkt zijn goede verhouding met het Korps Mariniers. Achter glas prijken verschillende onderscheidingen van het korps: bronzen beeldjes met mariniers in actie. Eén daarvan -met twee mariniers van een speciale eenheid- hebben de advocaat en zijn collega Carry Hamburger aan de vooravond van het interview ontvangen. Veelzeggend prijkt de naam ”Eric” op de kleine plaquette. Eric O. maakte jarenlang deel uit van een van de speciale eenheden van het korps. In 2003 en 2004 nam hij deel aan de missie Stabilisation Force Iraq; hij werd vervolgd wegens een schietincident op 27 december 2003.
Prof. mr. dr. Knoops verdedigde marinier Eric O. niet alleen, hij deed het verhaal van de rechtszaak tegen de sergeant-majoor ook uit de doeken in het boek ”Het tweede schot”.
Ook in Knoops’ nieuwste boek, ”Advocaat van de vijand”, speelt het -Amerikaanse- Korps Mariniers een rol. Hoofdpersoon in het boek is de advocaat Matthew Baldwin, evenals Knoops een oud-marinier. Baldwin is gespecialiseerd in strafzaken, maar wordt gevraagd de verdediging van een van de terreurverdachten uit Guantanamo Bay op zich te nemen.
”Advocaat van de vijand” is meer dan fictie, benadrukt de schrijver. Zelf omschrijft Knoops het boek als „fictie die wel degelijk realiteit kan zijn.”
Onevenwichtige rol
Het realiteitsgehalte blijkt wel uit de overeenkomsten tussen hoofdpersoon Baldwin en de schrijver zelf: beiden zijn niet alleen oud-marinier, de twee juristen zijn allebei expert in strafzaken en -belangrijker nog- Knoops werd eveneens gevraagd op te treden als adviseur van de advocaten van de chauffeur van Bin Laden. „In augustus 2005 werd ik door de militair verdedigers van chauffeur Salim Hamdan gevraagd als ”expert consultant”, juridisch adviseur. Voor mij was dat, na het boek over Eric O., een tweede bijzondere kans om iets wat mij bezighield met een groter publiek te delen.”
Toch wil Knoops het boek niet al te veel autobiografische eigenschappen toeschrijven. De overeenkomsten tussen Baldwin en hemzelf zijn „functionele overeenkomsten, die nodig waren om het verhaal natuurlijker te maken. Maar zijn ideeën zijn wel mijn ideeën. De staat heeft, naar mijn mening, een onevenwichtige rol in het rechtssysteem. Een verdachte staat als zwakkere tegenover een veel sterkere. De herzieningszaken, zoals de Puttense moordzaak, waar ik aan heb gewerkt, hebben mij geconfronteerd met het falen van het rechtssysteem en de staat.”
Knoops is dan ook niet alleen gaan schrijven omdat hij het leuk vindt. „Het thrillergenre heb ik gebruikt als een instrument om mensen aan het denken te zetten. Ik had de behoefte boven een studieboek uit te stijgen.”
Een Nederlandse John Grisham, zoals uitgeverij Bruna de auteur presenteert, is Knoops daarmee nog niet. De levendigheid die kenmerkend is voor de boeken van de Amerikaanse schrijver, ontbreekt daarvoor. Storend zijn overigens ook de -enkele- vloeken. Zonder meer positief is dat -in tegenstelling tot veel andere thrillers- de seksscènes ontbreken.
Wreedheden
Als het aan de advocaat ligt, volgen er meer boeken. De juridische praktijk van Knoops biedt wat dat betreft inspiratie genoeg, geeft hij toe. Een goede mogelijkheid voor het schrijven van een eventueel volgend boek bieden de ervaringen die Knoops heeft opgedaan bij het Sierra Leonetribunaal. Achteroverleunend: „Schokkend wat voor wreedheden mensen elkaar daar hebben aangedaan. Het laat de vergankelijkheid van het bestaan zien. Daar zou ik wel iets mee willen doen.”
Hoe wreed mensen zich ook hebben gedragen, een goede verdediging en een eerlijke rechtszaak zijn onmisbaar, stelt de advocaat. „Het verdedigen van terreurverdachten draagt dus bij aan het in stand houden van onze democratische rechtsstaat. De overheid zou dan ook dit werk moeten ondersteunen”, zo verwoordt hij het in de thriller.
De praktijk is weerbarstiger, weet Knoops. Toen de Amsterdamse jurist eind 2006 een advies uitbracht voor de verdediging van Saddam Hussein in hoger beroep, kreeg hij „enorm veel reacties. Eigenlijk vonden mensen dat die man geen proces verdiende. Hussein had meteen moeten worden opgehangen. Toen het in de pers kwam dat ik een advies had geschreven voor zijn verdediging, kreeg ik reacties van allerlei mensen: Waar ben jij mee bezig?”
De adviseur van de advocaten van Saddam Hussein en van de chauffeur van Bin Laden toont zich geraakt als hij vertelt over de reactie van zijn Joodse schoonvader, die als arts twee concentratiekampen overleefde. „Ik vond dat ik hem moest vragen wat hij ervan vond. Zijn reactie was: „Als zulke mensen geen goede verdediging krijgen, dan is ons rechtssysteem failliet.” Dat was een van de indrukwekkendste momenten van mijn leven. Mijn schoonvader wist door te dringen tot de kern.”
Fietsendief
Knoops onderstreept dat een verdachte -ook Saddam Hussein of een in Guantanamo Bayverdachte- onschuldig is totdat een rechter een veroordeling heeft uitgesproken. „Dat betekent dat een publieke veroordeling, zoals bij Eric O., niet gepast is. Het betekent ook dat de advocaat die een terreurverdachte bijstaat niet moet worden vereenzelvigd met de verdachte. Weinig mensen hebben problemen met een advocaat die fietsendieven bijstaat. Maar een oorlogsmisdadiger verdedigen? Of een terrorist? Misschien is dat wel de belangrijkste boodschap van mijn boek.”
Dertig jaar, was de eis tegen de chauffeur van Bin Laden die jarenlang vast zat in Guantanamo Bay. De Amerikaanse advocaten wisten, geassisteerd door Knoops, het vonnis van het Amerikaanse tribunaal tot vijf jaar te beperken. Knoops vindt het nog steeds een „gewrongen vonnis. Hamdan is niet veroordeeld voor samenzwering, maar voor het verlenen van steun. Hij was alleen maar de chauffeur van Bin Laden.”
In het boek vat Knoops het probleem samen: „Kan de chauffeur van president Bush soms voor oorlogsmisdrijven worden opgesloten als het Bush zelf is die opdracht geeft tot het plegen van oorlogsmisdrijven door zijn soldaten? Alleen omdat zo iemand hem rondrijdt?”
Politieke uitspraak
Ging het om een politieke uitspraak? Knoops vouwt zijn handen en formuleert bedachtzaam: „Vijf jaar was geen slecht resultaat voor de verdediging. Maar voor een heel groot deel was het inderdaad een politieke uitspraak. Het was de eerste rechtszaak tegen een ”enemy combatant”, een terreurverdachte. En Hamdan had al vijf jaar in voorarrest gezeten.”
In het naschrift van zijn thriller noemt de advocaat de Amerikaanse omgang met de gevangenen in Guantanamo Bay een „worsteling.” „Het is een onontwarbare juridische knoop. Aan iedere beslissing zitten zo veel voor- en nadelen. En welke oplossing er ook wordt aangedragen, het is nooit de ideale. Dat bleek wel toen president Obama op 22 januari zei de drie lopende processen van Guantanamoverdachten te willen stoppen. Een van de drie rechters wilde daar, vanwege zijn onafhankelijkheid, niets mee te maken hebben. Bovendien zitten veel verdachten al jarenlang -terecht of niet- vast. Het cynische is dat er wellicht nooit een ideale oplossing zal worden gevonden.”
Aangrijpend
Die spanning probeert Knoops in het boek ook te verwoorden. Een van de vertrouwenspersonen van de hoofdfiguur heeft haar broer verloren tijdens de aanslagen van 11 september 2001. Haar gemengde gevoelens ten aanzien van terreurverdachten symboliseren de gevoelens van veel Amerikanen. Knoops: „Het is echt een worsteling voor de maatschappij. Ik heb dat zelf sterk ervaren toen ik, samen met mijn vrouw, eind juni 2006 aanwezig was bij een belangrijke uitspraak van het Amerikaanse hooggerechtshof in de zaak-Hamdan versus Rumsfeld. Om zes uur ’s morgens stonden de mensen daar al op de trappen van het gerechtsgebouw. Uiteindelijk oordeelde het hooggerechtshof toen dat de gevangenen van Guantanamo niet voor speciale tribunalen moesten worden vervolgd, omdat dit in strijd was met Amerikaans en internationaal recht.
Tegenover de vier rechters die vonden dat de behandeling van ”enemy combatants” illegaal was, stonden drie rechters die daar anders over dachten. Een van die drie rechters las zijn ”dissident opinion” met zó veel emotie voor, dat was aangrijpend. Dat laat wel zien dat het een enorme worsteling is: wat is goed en wat is slecht?”