Ter Horst wil geen woonfonds voor burgemeesters
Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken voelt er weinig voor om een woonfonds voor burgemeesters in te stellen. Wel bekijkt ze of de regels voor burgemeesters die met dubbele woonlasten kampen, moeten worden aangepast.
Een woonfonds „spreekt me minder aan", schreef de bewindsvrouw maandag aan de Tweede Kamer. De commissaris van de Koningin in Noord-Holland, Borghouts, had vorige maand voor zo’n voorziening gepleit. Een gemeente zou daarmee een huis kunnen aanschaffen voor een nieuwe burgemeester om te voorkomen dat die door dubbele woonlasten in de financiële problemen komt.Aanleiding voor het pleidooi van Borghouts was de commotie over de woonvergoeding voor burgemeester SHulman van Den Helder. De oud-wethouder van Rotterdam ontving een maandelijkse vergoeding van 3200 euro van de gemeente Den Helder om de kosten van zijn oude, nog niet verkochte woning in Rotterdam te dekken.
Ter Horst schrijft de Tweede Kamer, die om opheldering had gevraagd, dat burgemeesters vanwege de gestegen huizenprijzen vaak moeite hebben om binnen een jaar een passende woning te vinden. Vroeger speelde dat probleem niet zo, omdat er vaak een ambtswoning beschikbaar was. „Er zijn echter steeds minder ambtswoningen", constateert Ter Horst.
Ook is het volgens haar soms lastig voor burgemeesters om hun oude huis te verkopen. Daardoor is de kans op dubbele woonlasten voor hen toegenomen.
Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters komt naar aanleiding van de problemen met een praktische handreiking aan burgemeesters en gemeenten. Alle commissarissen van de Koningin inventariseren ondertussen welke problemen er in hun provincie zijn met de vergoeding voor woonlasten.
Burgemeesters hebben nu gedurende vier maanden recht op maximaal 272 euro per maand als ze dubbele woonlasten hebben. Ze moeten binnen één jaar na de benoeming in de eigen gemeente wonen. Er staat geen sanctie op als ze niet aan die eis voldoen. De gemeenteraad moet erop toezien.