Proef met langere schooldagen
Kinderen met een leerachterstand zijn gebaat bij langere schooldagen om hun kennis bij te spijkeren.
Staatssecretaris Dijksma van Onderwijs begint daarom met een aantal experimenten waarin deze kinderen meer tijd op school kunnen doorbrengen.Dat heeft de staatssecretaris gisteren bekendgemaakt. Uit de pot van 70 miljoen voor achterstandsleerlingen zet Dijksma 15 miljoen in voor de proeven.
Scholen kunnen daarmee experimenteren met bijvoorbeeld bijspijkeruren, verlengde schooldagen, weekeindescholen en zomerscholen.
Eerder kondigde Dijksma al aan dat zij de regeling gaat aanpassen waarmee scholen met veel achterstandskinderen extra geld krijgen. Op die manier moet het geld beter terechtkomen bij scholen die er recht op hebben.
Daarmee kunnen de scholen leerlingen bijvoorbeeld intensiever begeleiden.
De zogeheten gewichtenregeling geldt voor basisscholen met veel laagopgeleide ouders in wijken waar veel mensen van een uitkering of een laag inkomen leven.
De aanpassing heeft als gevolg dat veel scholen in Amsterdam, Den Haag, Utrecht en in landelijke gebieden in Groningen, Drenthe, Limburg en Overijssel erop vooruitgaan.
Als collectief zullen de vier grote steden 9 miljoen euro meer ontvangen.
Door daling van het leerlingaantal en stijging van het opleidingsniveau van ouders zijn er ook gebieden waar minder geld naartoe gaat. Rotterdam, dat traditioneel veel steun kreeg, gaat erop achteruit. Dat geldt ook voor Almere. Deze gebieden worden de komende jaren ruim gecompenseerd.
Naast de grote steden zullen ook kleinere gemeenten als Stadskanaal, Landgraaf en Emmen er meer geld bij krijgen, stelt staatssecretaris Dijksma.
Scholen kunnen het achterstandengeld onder meer gaan besteden aan kleinere klassen, remedial teachers, extra methoden of andere vormen van extra intensieve begeleiding.
Het verlengen van de schooltijd heeft positieve effecten op de leerprestaties van achterstandsleerlingen, blijkt onder meer uit een advies dat de Onderwijsraad onlangs publiceerde.