Christenvrijwilligers verenigen zich
Een groep christelijke organisaties wil een platform oprichten om de vrijwilligers uit hun achterban te trainen en te ondersteunen. Mogelijk zal het initiatief leiden tot een vereniging van christenvrijwilligers.
Dat bleek vrijdag tijdens het jubileumcongres van de twintigjarige Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV). Bij het initiatief zijn de NPV, de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU), het Gereformeerd Maatschappelijk Verbond (GMV) en de stichting Initiatieven Bestuurs Advisering (IBA) betrokken. Ook de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK), Gevangenenzorg Nederland en een lotgenotenvereniging voor suikerpatiënten hebben inmiddels aangehaakt.
Reden voor het oprichten van een platform van christenvrijwilligers is onder meer dat seculiere vrijwilligerskoepels er steeds meer op aandringen cursussen en congressen op zondag te organiseren.
Interne reden is standaardisatie van vrijwilligerscontracten van de verenigingen, behartiging van de vrijwilligersbelangen naar de overheid toe en binnen de koepels, en bevordering van kwaliteit van de deskundigheid van de vrijwilligers, aldus mede-initiator drs. R. van Bochoven van het IBA.
Samenwerking met zusterorganisaties was een van de wensen op het verlanglijstje dat forumleider drs. A. de Heer uit de discussie wist te peuren. Op de noodkreet van NPV-directeur dr. R. Seldenrijk dat het aantal vrijwilligers dreigt af te nemen, formuleerde De Heer een aantal dilemma’s waarvoor de NPV en de prolifebeweging staan. „Wat moeten we doen om over twintig jaar weer in de zaal te zitten? Kunnen we de vergrijzende generatie compenseren en het enthousiasme overbrengen op jonge NPV’ers? Hoe moeten we omgaan met genetisch bepaalde ziekten?”
Seldenrijk adviseerde dat iedere vrijwilliger een nieuwe vrijwilliger werft. De Heer vond dat te mager. Daarop formuleerde de NPV-directeur een puntenlijstje waarmee de NPV 2020 moet halen. Zo is de grootste algemene patiëntenvereniging van Nederland bezig met de ontwikkeling van lespakketten voor de jeugd. Ook gaat de NPV werken aan het invoeren van een stage in de zorg waarbij jongeren studiepunten halen.
Samen met het Nederlands Artsen Verbond (NAV) is de NPV bezig met initiatieven om praktijkverpleegkundigen op te leiden teneinde de huisartsen te verlichten. „Het beroep van huisarts dreigt te verdwijnen”, aldus Seldenrijk. Inmiddels zit een half miljoen Nederlanders zonder huisarts. Dit aantal zal door het huisartsentekort sterk toenemen.
De patiëntenvereniging gaat verder meer consumentenvoorlichting geven aan mensen die verward raken door de ingewikkeldheid in de zorg. De vraag van De Heer naar samenwerking met Europese zusterorganisaties bleef onbeantwoord.
Wel suggereerde Seldenrijk christenartsen te laten opleiden aan buitenlandse universiteiten. Zo zouden zij de Nederlandse opleidingseis ontlopen dat artsen ook moeten kunnen aborteren en euthanasie dienen toe te passen. NAV-voorzitter drs. P. C. Hildering constateerde eerder in zijn lezing dat zelfs de medisch-ethisch behoudende Katholieke Universiteit Nijmegen artsen in opleiding weigert als zij geen euthanasie willen plegen.
Seldenrijk pleitte ervoor dat christenen 10 procent van hun beschikbare tijd besteden aan vrijwilligerswerk. Als het goed is, is vrijwilligerswerk geen liefdewerk-oud papier, stelde hij. „Nee, veel meer dan dat. De liefde van Chrístus dringt ons.” De afname van het aantal vrijwilligers, waarvan recent bleek dat die ook in christelijke kringen toeslaat, veroordeelde hij scherp. „Dat betekent dat de kern van het christelijk geloof niet functioneert.”
Prof. dr. D. L. Knook, hoogleraar gerontologie aan het Leids Universitair Medisch Centrum, bepleitte dat de rijksoverheid in 2020 dramatisch meer geld in de zorg moet steken dan nu het geval is. Uitgaande van voorzichtige groeipercentages, worden de kosten van de gezondheidszorg dan op 88 miljard euro becijferd, tegen 33 miljard nu.
De toenemende vergrijzing is een van de belangrijkste oorzaken van deze stijging. Onder de nog steeds groeiende bevolking bevindt zich een sterk uitdijende groep ouderen. Binnen die groep neemt het aantal zeer ouden (boven de 85 jaar) sterk toe. De groep mensen boven de 85 jaar omvat 1,3 procent van de bevolking, maar zorgt voor 11,6 procent van de huidige kosten van de zorg. De mensen tussen de 65 en 84 jaar maken 11,8 procent van de bevolking uit, maar nemen 30,6 procent van de zorgkosten voor hun rekening. Dementie is de ziekte die de meeste kosten maakt bij deze leeftijdscategorieën.
Een andere reden voor de kostenstijging is de toename van de gemiddelde levensduur. Het langere leven zorgt voor een langere periode met ziekten. Dat veroorzaakt hoge kosten. De toenemende kosten voor de zorg worden gedragen door een afnemende groep werkenden. Bovendien groeit de zorgvraag veel sterker dan de toename van het personeel. Ouderen kiezen desondanks toch steeds meer voor professionele zorg boven vrijwillige zorg door hun kinderen.
Ook verpleeghuisarts drs. A. A. Teeuw schetste een somber beeld van de gezondheidszorg in 2020. Die zal een stuk verwarrender zijn dan nu, betoogde hij. De Nederlandse Patiënten Vereniging blijft vanwege deze ontwikkelingen meer dan nodig, concludeerde NPV-voorzitter drs. G. Nieuwenhuis.
„Neem het gebrek aan huisartsen en voorzieningen voor het toenemend aantal ouderen en Alzheimer-patiënten.”
Als voorbeeld nam Teeuw de zorg die buiten de muren van het verpleeghuis wordt gegeven. Instellingen zitten er niet om te springen deze zogeheten extramurale zorg onverwacht en kilometers verderop te gaan geven. Ook de benaming van de extramurale verpleeghuiszorg varieert momenteel al.
Zorginstellingen krijgen in afwachting van hun gerealiseerde bouwplannen zogeheten zwevende bedden. Daarvoor zoeken zij bijpassende cliënten en patiënten. Dat is in strijd met de richting waarin de politiek wil, namelijk dat de patiënt de zorgvraag bepaalt. Teeuw: „Natuurlijk vraagt dit proces creativiteit en inventiviteit. Dit kunnen eufemismen zijn voor toenemende verwarring.” Ook het personeelstekort en de wachtlijsten doen de verwarring toenemen.
Huisarts drs. P. C. Hildering, voorzitter van het Nederlands Artsen Verbond, hekelde de groter wordende afstand tussen patiënt en huisarts. Dat gebeurt niet alleen door het huisartsentekort, waardoor een toenemend aantal, momenteel al een half miljoen, geen vaste huisarts meer heeft.
Ook de toename van het aantal protocollen, schaalvergroting door middel van huisartsenposten en de verkilling door de legalisering van euthanasie dragen daaraan bij, aldus de vertegenwoordiger van de prolife-huisartsen. Toch denkt Hildering dat de huisarts ondanks de onvermijdelijke schaalvergroting het eerste aanspreekpunt van de zorg blijft.