Nog meer fraude bij hbo-scholen
Hogescholen hebben de afgelopen drie jaar voor zo’n 31 miljoen euro gefraudeerd. Het gaat dan om geld dat de hogescholen hadden ontvangen van het ministerie van Onderwijs voor studenten die er echter in werkelijkheid niet waren. Dit staat in een rapport over fraude in het middelbaar en hoger onderwijs.
De bedragen staan los van de al eerder ontdekte fraude van een bedrag van 29,2 miljoen euro in de periode van 1998 tot en met 2001 door zes hogescholen. Voormalig minister Hermans (Onderwijs) heeft daar toen aangifte tegen gedaan. Het onderzoek naar die zaak loopt nog bij het openbaar ministerie.
Vice-premier Remkes zei vrijdag na afloop van het kabinetsberaad dat uit het rapport veel onduidelijkheid naar voren komt over de toepassing van regels in het hoger onderwijs. Hij zei dat negen van de 94 onderzochte instellingen voor beroeps- en volwassenenonderwijs en 22 van de 48 hbo-instellingen onrechtmatig gehandeld hebben. Overigens was er volgens het rapport geen enkele keer sprake van persoonlijke verrijking.
Het rapport was voor staatssecretaris Nijs (Onderwijs) geen aanleiding om aangifte te doen bij het openbaar ministerie, aldus haar voorlichter. Zij is wel van plan ten onrechte uitgekeerd geld terug te vorderen, maar wil eerst de uitkomsten van een onderzoek van de Algemene Rekenkamer afwachten. Dat is naar verwachting 20 februari 2003 klaar.
Het kabinet kwam vrijdag tot de conclusie dat er een flinke wijziging van het toezicht op subsidies in het onderwijs noodzakelijk is en dat er snel duidelijkheid moet komen over de precieze interpretatie van wettelijke regels.
Het middelbaar beroepsonderwijs fraudeerde voor 6 miljoen euro. De universiteiten sjoemelden voor 250.000 euro. De fraude in het hbo bedraagt jaarlijks bijna 11 miljoen euro. Dat is 1 procent van de totale budget voor het hoger beroepsonderwijs.
In het middelbaar beroepsonderwijs wordt per jaar gemiddeld 0,1 procent van de totale gelden (2,6 miljard euro) niet goed gebruikt. Bij het mogelijk misbruik van overheidsgeld door universiteiten gaat het om een bedrag van 250.000 euro op een totaalbedrag van 2,3 miljard euro.