Nederland eist vrijheid van religie in China
Nederland heeft China opnieuw dringend gevraagd om meer respect voor de vrijheid van godsdienst en meer bescherming van religieuze minderheden.
Dat blijkt uit het verslag van een gesprek op 15 januari tussen de Nederlandse mensenrechten-ambassadeur, Arjan Hamburger, en een delegatie uit China. De gespreksnotities zijn dinsdag naar de Tweede Kamer gestuurd.Hamburger heeft in zijn gesprek met de Chinezen met name gesproken over de moeilijke positie van huiskerken in China. De Chinese overheid treedt, blijkens een recente brief aan de Kamer van minister Verhagen van Buitenlandse Zaken, „al geruime tijd en met enige regelmaat” op tegen illegale, niet-erkende huisgemeenten. Die vervolging is een „voortdurende bron van zorg voor de Nederlandse regering.” Die zorgen heeft de mensenrechtenambassadeur opnieuw kenbaar gemaakt aan de Chinezen. Zij reageerden daar vrij laconiek op. China heeft niet zozeer principiële bezwaren tegen huiskerken, als wel praktische bedenkingen. Omwonenden zouden overlast ervaren van de huiskerken. De toeloop van gemeenteleden veroorzaakt drukte op straat en hun gezang wordt ervaren als hinderlijk en lawaaierig.
Hamburger drong erop aan om toch meer ruimte te geven aan mensen die in huiskerken samenkomen.
De ruimte die huiskerken in China genieten, varieert sterk per regio. De centrale overheid lijkt de gemeenten iets meer ruimte te willen geven, maar lokale autoriteiten varen op dit punt nogal eens hun eigen, strenge koers.
De mensenrechtenambassadeur zei tegen zijn Chinese bezoekers dat de wens dat de Olympische Spelen zouden leiden tot een aanzienlijke verbetering in de mensenrechtensituatie „helaas niet was uitgekomen.” Hamburger zei verder dat hij hoopt dat de mensenrechtensituatie flink verbetert in de aanloop naar de Wereldtentoonstelling in Sjanghai in 2010.
Onder meer de vrijheid van meningsuiting zou fors moeten worden uitgebreid.