Opinie

Extreem rechts

Extreem rechtse opvattingen vindt men vooral onder laaggeschoolden, zo blijkt uit allerlei onderzoek. Maar is het nu ook zo dat door het volgen van hoger onderwijs de affiniteit met extreem rechtse opvattingen vermindert? Twee onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel, Mark Elchardus en Bram Spruyt, publiceren in Sociologie (jaargang 4, nummer 4) de resultaten van hun onderzoek. Daarbij richtten zij zich op de houdingen die van invloed zijn op de kans om extreem rechts te stemmen. We moeten dan denken aan etnocentrisme, autoritarisme, een antipolitieke opstelling, nationalisme, anomie en utilitair individualisme.

18 February 2009 11:14Gewijzigd op 14 November 2020 07:20

Op basis van die houdingen wordt de mens gezien als een nutmaximaliserend wezen dat wars van waarden zijn eigenbelang nastreeft. Waarden en idealen verhullen alleen de ware drijfveren van het handelen. Mensen zijn niet voor verbetering vatbaar. Afwijkend gedrag moet daarom hard worden aangepakt. Gezag is nodig en mag ook autoritair zijn. Het parlement kan worden afgeschaft. Ten slotte geldt dat mensen houvast hebben aan mensen die op hen lijken: streekgenoten en volksgenoten.Een dergelijk vertoog vertoont verwantschap met het sociaal darwinisme en de klassieke conflictsociologie. Wij staan tegenover zij.

Aannemelijk is volgens de onderzoekers dat dit conflictvertoog vaker zal worden verworpen door mensen die door hun studie meer zicht hebben gekregen op de complexiteit van de verhoudingen en vertrouwd geraakt zijn met meer genuanceerde denkschema’s. Bovendien geldt dat in ons onderwijs democratische basiswaarden worden uitgedragen.

Uit een onderzoek onder Brusselse studenten in de periode 2001 tot 2005 blijkt echter dat ze (met uitzondering van de studenten in de sociale wetenschappen) in de loop van hun studie het conflictvertoog juist meer zijn gaan aanvaarden.

Nu heeft zich in de betreffende periode onder jongeren een verrechtsing voorgedaan. Bovendien geldt dat de affiniteit met extreem rechts al aan het eind van het secundair onderwijs is gevormd.

Etnische buurtverhoudingen komen aan de orde in een artikel van Bram Lancee en Jaap Dronkers (beiden verbonden aan het Europees Universitair Instituut in Florence) in het tijdschrift Migrantenstudies (24e jaargang, nummer 4).

Robert Putnam toonde enkele jaren geleden voor de Verenigde Staten aan dat etnische diversiteit samengaat met minder solidariteit en sociaal kapitaal. In etnisch diverse wijken hebben bewoners de neiging in hun schulp te kruipen. Gaat dit ook voor Nederland op?

Op grond van onderzoek in dertien Nederlandse gemeenten komen Lancee en Dronkers in grote lijnen tot dezelfde conclusie. Wel hebben zij een analyseniveau toegevoegd, namelijk de etniciteit van de buren van de respondenten.

Dan blijkt dat het hebben van buren met een andere etniciteit het vertrouwen in de buurt en de kwaliteit van het contact met de buren vermindert. Een groot deel van het effect van etnische diversiteit van buurten op vertrouwen kan zelfs verklaard worden door de grotere kans op buren met een andere etniciteit in etnisch diverse wijken.

Putnams resultaten zijn dus niet uniek voor een immigrantensamenleving als de VS. De onderzoekers zijn van mening dat hun uitkomsten ook opgaan voor andere Europese landen. Europese elites zijn geneigd klachten over de negatieve gevolgen van etnische diversiteit te ontkennen of ze duiden die klachten als racisme. Vandaar de teleurstelling van autochtonen in etnisch diverse buurten in de gevestigde partijen en hun neiging om op extreme partijen te stemmen.

Socialisme & Democratie (jaargang 66, nummer 1/2) is gewijd aan het integratiethema. Dit met het oog op het PvdA-congres half maart, waar de concept resolutie ”Verdeeld verleden, gedeelde toekomst” aan de orde komt. De projectgroep van de Wiardi Beckman Stichting constateert in zijn artikel dat de PvdA in de achterliggende decennia vooral in het defensief gedrongen is ten aanzien van de culturele aspecten van integratie.

Dat komt doordat de sociaal democraten vanouds geneigd zijn de nadruk te leggen op de sociaaleconomische ontwikkeling en ontplooiing. Verder geldt dat de PvdA sinds haar oprichting een coalitie bijeen wil brengen van arbeiders en middenklasse. Die natuurlijke achterban is echter meer en meer gefragmenteerd. Ten slotte ontbrak het de politiek-bestuurlijke praktijk van de PvdA aan overtuigingkracht.

In de huidige discussie staat vast dat ten aanzien van de rechtsstaat en de rechtsorde assimilatie noodzakelijk is. Volgens velen in de partij mogen daarbij de grenzen van de rechtsstaat worden opgezocht.

Op cultureel en religieus gebied is er behoefte aan een normatief kader. Hoe om te gaan met afwijkende opvattingen en gedragingen die niet strafbaar zijn? Moeten er aparte inburgeringscursussen komen voor mannen en vrouwen? Hierover lopen de meningen het meest uiteen. Sommigen vinden het ook niet zo belangrijk om daarover binnen de partij tot een consensus te komen.

Dr. C. S. L. Janse, oud hoofdredacteur Reformatorisch Dagblad. Reageren aan scribent? focus@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer