“Geen conflict tussen geloof en wetenschap”
“Er is geen conflict tussen schepping en evolutie. Evenmin tussen geloof en wetenschap.” Die stelling verdedigde prof. dr. Cees Dekker, natuurkundige en universiteitshoogleraar aan de TU Delft, woensdagavond in zijn Studium Generale lezing in de aula van het Academiegebouw in Utrecht.
De discussie over de evolutie is volgens Dekker nu een heel andere dan 150 jaar geleden, toen Darwins boek “On the origin of species” verscheen. “Aan de vooravond van zijn 200ste-geboortedag zijn er nog altijd mensen die zijn evolutietheorie al te gretig omarmen, terwijl hij alleen vaststelde dat de meest “aangepaste” soort overleefde.” Darwin dacht volgens Dekker ook genuanceerd over het atheïsme en stond ambivalent tegenover het bestaan van God. Als agnost is hij gestorven. Het overlijden van zijn dochter is daartoe een belangrijke aanleiding geweest. Dekker: “Darwin wordt het conflict rond het ontstaan van de mens toegedicht, zonder dat het debat daarover in zijn tijd ooit heeft plaatsgevonden.”“De mythe van de twintigste eeuw is dat de wetenschap het geloof heeft tegengehouden”, zegt Dekker. Het is een conflictthese die na Darwin is ontstaan. Deze conflictthese van wetenschapshistorici is onhoudbaar. De relatie tussen geloof en wetenschap is veel complexer.” Het stereotype beeld is dat geloof tegenover wetenschap wordt geplaatst en dat de kerk en de christenen de wetenschap hebben tegengestaan. Dekker neemt daar afstand van. “Als christen geloof ik in een persoonlijke God, Die we mogen kennen door het sterven en de opstanding van Jezus Christus. En als natuurwetenschapper ben ik gefascineerd hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Die logica wil ik ontrafelen en met experimenten aantonen. “Natuur is wat God doet”, zei Augustinus. Als christen wil ik met hart en ziel en verstand Jezus Christus volgen. Wetenschap bedrijven is deel van de menselijke cultuuropdracht.” Dekker noemt dat meer denken in het beeld van harmonie dan in dat van een conflict. Fijntjes wijst hij erop dat de natuurwetenschap is gevormd in onze christelijke maatschappij. “Het christelijk geloof is een drijvende kracht geweest voor de ontwikkeling van de moderne natuurwetenschap.” De universiteitshoogleraar pleit voor een model van consonantie. “Alles in de natuur is met enorme precisie op elkaar afgestemd. Als christen zeg ik dan, dat God dit alles mooi heeft samengesteld. Wetenschap en geloof zijn verschillende domeinen, maar ze raken elkaar.”
De discussie rond evolutie is volgens Dekker een emotionele discussie die vaak tot een ongezonde polarisatie leidt. Dat komt volgens hem omdat het raakt aan ons menszijn. Evolutie heeft een meervoudige betekenis. Het is te duiden als een ideologische, een seculiere religie als maatschappelijk fenomeen of als een ethische, vanuit christelijke optiek. “Christenen geloven dat God de wereld heeft geschapen, met een variëteit van visies over hoe. Dat hoeft niet tot een conflict te leiden tussen schepping en evolutie. Genesis is een openbaring van God en geen spoorboekje van hoe alles tot stand is gebracht. Ook al zou er een natuurwettelijke verklaring gevonden worden voor het ontstaan van het heelal, leidt dat voor mij toch weer naar de persoonlijke God Die dat alles mooi heeft samengesteld.”
Dekker neemt eveneens afstand van de mythe dat er een conflict zou zijn tussen geloof en wetenschap. Hij erkent dat er sprake is van een conflict tussen een theïstisch christelijk wereldbeeld en een seculier atheïstisch wereldbeeld. “Dat God er was en de wereld heeft geschapen is mijn wereldbeeld. Dat ervaar ik als de zin van het bestaan. Het wereldbeeld van de atheïst gaat uit van deeltjes die toevallig zijn ontstaan en zich volgens natuurwetten vermenigvuldigen. Ik geloof in Gods voorzienigheid en ben maar een klein mens die over het grote mysterie spreekt. God heeft de mens een specifieke plek in deze wereld gegeven. Als mens kan hij liefhebben en religieuze dimensies aanknopen. Dat maakt mij als mens uniek.”