Kerk & religie

Richtingwijzer in meerstromenland

NUNSPEET – De synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) buigt zich dinsdagavond opnieuw over de liturgische formulieren. In de CGK worden verschillende formulieren gebruikt bij de bediening van doop en avondmaal, bij bevestiging van ambtsdragers en in trouwdiensten. Dat de CGK een liturgisch meerstromenland zijn, accepteert de synode. Pijn ervaart ze echter als gemeenten zich van regels niets aantrekken.

Door S. C. Bax
11 December 2001 10:46Gewijzigd op 13 November 2020 23:18

Enerzijds functioneren binnen de CGK de klassieke formulieren zoals die, overigens ook in niet altijd gelijke bewoordingen, zijn opgenomen achter in de Bijbels met Statenvertaling. Daarnaast functioneren er eigen formulieren. De synode van de CGK stelde al in 1968/1969 en in 1971/1972 een zevental nieuwe formulieren op. Het voorstel daartoe werd indertijd breed gedragen binnen het geheel van de CGK.Dat de synode zich weer over deze kwestie buigt, heeft diverse redenen. Een ervan is dat de twee stromen hier en daar wat zijstromen dreigen te krijgen: er is ondertussen een aantal predikanten dat zich weinig aantrekt van wat de synode heeft besloten en een eigen weg gaat. In ieder geval zijn het meer dan eens kerken die samenwerken met Nederlands gereformeerden en dikwijls niet kerkelijk geijkte formuleringen gebruiken.

Maar er is ook een andere reden waarom de synode de kwestie agendeerde. De formulieren zoals de synode die eind jaren zestig vaststelde, zijn voor veel christelijke gereformeerden qua taalgebruik een beetje gedateerd.

Synodelid ds. J. van Amstel uit Ede is als commissievoorzitter bij het onderwerp van de liturgische formulieren sterk betrokken. Hij vindt dat het helemaal geen kwaad kan als de formulieren ook meer ingaan op problemen die in onze tijd spelen. „Ik denk dan met name aan wat in een ander verband op de synode ter sprake kwam: de gevaren van de evangelische stroming. Ik zou dan vooral dieper willen ingaan op de kwestie van de ’overdoop’ en helderder vanuit de gereformeerde belijdenis laten zien dat deze niet bijbels is.”

Deputaten denken ook dat de formulering van „de doop in plaats van de besnijdenis” verdere doordenking behoeft, omdat deze –onbedoeld– vervangingstheologie zou kunnen suggereren.

Samenwonen
Ds. Van Amstel zou in het huwelijksformulier het onbijbelse van het samenwonen willen verwoorden. „Dat is vooral in onze tijd nodig.” Hij heeft geen moeite met herschrijving van de formulieren, omdat deze pas zijn ontstaan „toen men de bijbelse overtuiging wilde formuleren tegenover de dwaling. De klassieke moeten we laten staan. Maar wat is hun status? Je ziet ze voor het eerst in Emden en Londen, waar in de ontstane vluchtelingengemeenten schriftuurlijk onderwijs gegeven werd. In het huwelijksformulier bijvoorbeeld grenst men het bijbelse denken af tegen de rooms-katholieke visie dat het huwelijk een sacrament is. Vandaag moet je echter ook tegenover de gedachte van het kunnen samenwonen de goddelijke instelling van het huwelijk weer meer benadrukken. In eigentijdse woorden kun je duidelijk maken dat man en vrouw wel gelijkwaardig zijn voor de Heere, maar niet gelijk.”

In Ede, globaal genomen een gemeente in het midden van de Christelijke Gereformeerde Kerken, worden in principe bij doop en avondmaal de klassieke formulieren gelezen. Bij een dienst van voortzetting van en nabetrachting op het avondmaal wordt dikwijls het korte formulier uit de christelijke gereformeerde bundel gebruikt. Bij een trouwdienst laat de predikant de keuze aan het bruidspaar. Overigens blijkt dat in de rechterflank van de kerken sommige zinswendingen door de predikant worden aangepast. Een passage die veel vragen oproept, is die in het formulier voor de bevestiging van diakenen, waar een 19e-eeuws beeld van de verhouding tussen armen en rijken getekend wordt.

Overbodig
Ds. Van Amstel denkt dat in de meeste van zijn kerken de klassieke formulieren gelezen worden en dat daarnaast de formulieren uit de jaren zeventig (maar dan in mindere mate) functioneren. Voor hem is het zo dat het formulier als onderwijs in de christelijke leer functioneert. „Het betekent ten diepste dat een goede preek eigenlijk het formulier overbodig maakt.” Het afschaffen van het formulier overweegt hij echter beslist niet. Hij staat in principe positief ten opzichte van eigentijdse verwoording in de formulieren. „De eigen herschrijving werd in de jaren zestig ook heel breed gedragen. Natuurlijk moet je de belijdenis niet aanvullen of veranderen. Maar in de formulieren –die van een andere orde zijn– mag je voluit de taal van vandaag spreken, mits de bijbelse inhoud blijft staan en mogelijk wordt aangescherpt.”

De vorige synode wilde onder andere bezinning op dit onderwerp vanwege de daarin gebruikte taal. De formulieren ademen namelijk de taal van eind jaren zestig. Als tweede argument noemde men de noodzakelijke uitbreiding van het schriftuurlijk onderwijs. Het derde motief is dat als men over hetzelfde onderwerp wat meer en diverser formulieren ontwerpt, het leerelement sterker naar voren kan komen. Sommigen ervaren het steeds weer herhalen van hetzelfde formulier, hoe prachtig verwoord en hoe theologisch diepgravend en bijbels verantwoord het is, als iets dat mogelijk mensen niet meer echt mee laat denken. Het voorstel ter synode heeft dus ook een onderwijskundig doel. Tegelijk is het liturgisch aspect van belang: de gemeente heenleiden naar het sacrament of naar een bevestiging die voor Gods aangezicht plaatsheeft.

Gereformeerde Bond
Tijdens de eerdere bespreking van deze kwestie kwam op de synode naar voren dat de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk met een hertaling van de klassieke liturgische formulieren bezig is. Ds. R. Kok vroeg om aansluiting te zoeken bij deze activiteit van de Bond, ter wille van die gemeenten die willen vasthouden aan de ’klassieken’, maar slechts sommige woorden willen veranderen. Er is ten dezen een kentering in de CGK, want voorheen wisten de hervormd-gereformeerden in dit opzicht weinig van de christelijke gereformeerden; omgekeerd gold hetzelfde.

Geheel los hiervan staat dat de deputaten voor de herziening van de liturgische formulieren vooruitliepen op de voorstellen en alvast een voorschot namen op een mogelijke radicale herschrijving. Hun gedeeltelijke ”proeve van herschrijving doopformulier” en een mogelijk onderdeel van een nieuw doopformulier vielen synodebreed zo verkeerd, dat er een voorstel kwam om deze zelfs niet in de acta op te nemen. De synodecommissie nam dat over.

Op de synode omschreef een van de afgevaardigden deze poging als „de snelle hap van de snackbarcultuur.” Naast ds. J. M. J. Kieviet, ds. D. Visser en ouderling D. Koole uitte onder anderen ook ds. M. J. Kater zich in felle bewoordingen tegen de tendens om alles zo gemakkelijk mogelijk te maken. Hij signaleerde het gevaar dat de hang naar het eenvoudige verwordt tot simplisme, dat aan de inhoud tekortdoet. Tegelijk stelde ds. Kater daarmee de wildgroei in eigen kerken aan de kaak en legde hij de vinger bij het alom bekritiseerde voorbeeld van deputaten.

Deputaten en de synodecommissie zijn ondertussen bezig met nieuwe voorstellen. Het is niet uitgesloten dat de synode opdracht geeft tot een herschrijving en uitbreiding van de eigen formulieren. Daarbij zal vermoedelijk aangetekend worden dat een aanvulling nodig is om in te gaan op eigentijdse gevaren. „Ook moet dan worden gelet op zowel eigentijds taalgebruik als behoud van de wezenlijke bijbelse noties”, vindt ds. Van Amstel. „Dan blijven de klassieke formulieren staan, maar komen er verantwoorde formulieren bij. Deze krijgen daarnaast een functie in de gemeente om in dit opzicht de eenheid in de kerken te herstellen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer