Binnenland

OM: Niets van kroongetuige voor zoete koek geslikt

Het openbaar ministerie (OM) heeft in het onderzoek naar de reeks liquidaties in de onderwereld „niets voor zoete koek geslikt.”

Van onze verslaggever
9 February 2009 13:36Gewijzigd op 14 November 2020 07:16
Een geblindeerde auto komt maandag aan bij de speciaal beveiligde rechtszaal de Bunker in Amsterdam-Osdorp op de eerste dag van de zaak-Passage. Foto ANP
Een geblindeerde auto komt maandag aan bij de speciaal beveiligde rechtszaal de Bunker in Amsterdam-Osdorp op de eerste dag van de zaak-Passage. Foto ANP

Dat verklaarde het OM maandag bij de start van het omvangrijke proces, waarbij zeven moorden een een reeks moordpogingen worden behandeld. Er zitten vijf officieren van justitie op de zaak.Justitie verklaarde dat de belastende verklaringen van Peter la S., huurmoordenaar en kroongetuige in de zaak, „zo zorgvuldig en volledig mogelijk” nagetrokken moesten worden.

De aanklagers zeggen zich er van bewust te zijn dat het „bijzonder” is dat ze in zee is gegaan met een huurmoordenaar. Dat het OM die stap nam, heeft te maken met de reeks liquidaties van de afgelopen twintig jaar. „In vrijwel geen van die zaken kon de politie tot voor kort voldoende materiaal verzamelen om verdachten veroordeeld te krijgen. Dit is onbevredigend voor politie en OM, nabestaanden en slachtoffers. Maar het is ook maatschappelijk ongewenst.”

Justitie wees erop dat de deal met Peter la S. ook mogelijkheden bood om nog uit te voeren liquidaties, waarover de kroongetuige een boekje open deed, te verijdelen.

Het OM gaf aan verder dat slachtoffers en getuigen niet staan te trappelen om naar de politie te stappen. „De zeldzame getuigen die werkelijk iets zouden kunnen verklaren willen dat niet. Of uit loyaliteit met de dader, of uit angst voor represailles, of omdat ze zichzelf daarmee aan strafvervolging blootstellen.”

Aanvankelijk leken de criminele afrekeningen in de (Amsterdamse) onderwereld, ongeveer vanaf eind jaren ’80 van de vorige eeuw, „niet zoveel onrust” te veroorzaken, betoogde het OM maandag. „Burgers hadden er geen last van. Het ging om criminelen onder elkaar.”

Gaandeweg echter bleek dat een aanpak van de gangsteroorlog geboden was, schetsten de aanklagers. „Er ontstond een beeld dat politie en justitie machteloos waren. Ook speelde mee dat het een wonder was dat er nog geen burgerslachtoffers dodelijk waren getroffen. Liquidaties vonden plaats in bijvoorbeeld winkelcentra en woonwijken. De kogels vlogen rond.”

Het OM wees erop dat toenmalig minister van Justitie Donner eind 2005, toen in korte tijd een reeks liquidaties plaatshad, aan de bel trok bij Justitie in Amsterdam.

Criminelen mogen niet ongestraft hun conflicten uitvechten, waarbij ze zich „gaandeweg een status van onaantastbaarheid verwerven”, stelden de officieren van justitie. „Ook in dit soort zaken moet het OM de rechtsorde handhaven. Daarbij hoort het niet uit te maken wie het slachtoffer is. De ernst van de delicten en de koelbloedigheid waarmee die worden uitgevoerd, moeten doorslaggevend zijn. Er zijn voorbeelden van slachtoffers die onder de ogen van hun minderjarige kinderen werden geliquideerd.”

Het liquidatieproces, getooid met de naam Passage, is voor Nederlandse begrippen „uniek”, stelden de aanklagers. De zaak beslaat 250 ordners. Er zijn ruim 250 getuigen en dertig verdachten gehoord.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer