Van der Heijden, monnik zonder God
Titel:
”Monnik zonder God”
Auteur: Chris van der Heijden
Uitgeverij: Aspekt, Soesterberg, 2002
ISBN 90 5911 066 8
Pagina’s: 94
Prijs: € 14,98. Zelfs protestanten raken heden ten dage geboeid door het kloosterleven. En breder: de burger die zoekt naar vertraging en onthaasting in het bestaan, voelt de bekoring van een leven in afzondering. De vraag doet zich dan voor wat wezenlijk is voor het leven van een monnik. Is het de rust van de afzondering of is het God?
Chris van der Heijden, schrijver en historicus, schreef in 1988 een boekje met de titel ”Monnik zonder God”. Dit recent opnieuw uitgegeven boekje is de weerslag van de zoektocht van de auteur naar de kern van het monastieke leven.
Als kind maakte de schrijver kennis met priesters die bij hem thuis over de vloer kwamen. Tot zijn grote ontsteltenis bemerkte hij dat geen menselijke behoefte de geestelijken vreemd was, zoals het gebruik van het toilet. Van der Heijden beschrijft deze kinderlijke ervaringen op een zeer invoelbare manier.
De puberteitsjaren van de schrijver vallen samen met die periode in de tweede helft van de vorige eeuw waarin breed afscheid werd genomen van elke vorm van kerkelijk gezag. Het is de periode waarin diverse priesters het habijt aan de wilgen hangen en uittreden. Voor de schrijver is dit de periode dat hij afrekent met de geestelijke wereld die de priesters vertegenwoordigen.
Op een wat indirecte manier verweeft de auteur de thematiek van het celibaat in het boekje. Het lijkt alsof hij moet kiezen tussen zijn vriendin en het monnikenbestaan als hij per fiets een pelgrimstocht onderneemt naar Santiago de Compostela. Hij is zich pas later bewust van de eigenlijke reden van deze tocht. Zijn pelgrimage blijkt een vlucht te zijn voor zijn levensgezellin, met wie hij wel trouwt als hij terugkeert, maar van wie hij ook weer scheidt.
In dit alles blijft het geheim van de monniken Van der Heijden boeien. Toch stoot hij steeds op de grens tussen rede en geloven die hij niet vermag over te steken. Hij maakt een tocht langs zeven kloosters en spreekt diepgaand met monniken over hun diepste drijfveren. Voor Van der Heijden groeit de overtuiging dat de afzondering van de drukke, dagelijkse beslommeringen de kern van het monnikenbestaan vormt. Van der Heijden vond zo een eigen plek om zich terug te trekken in de Alpujarras in Spanje. Helaas kan hij alleen tot deze slotsom komen door tegelijkertijd God voor een projectie van de monniken te houden.
Van der Heijden schreef een autobiografisch getint boekje over het monnikendom. Jammer is dat de enige, oorspronkelijke drijfveer van de geestelijken, mocht die aanwezig zijn geweest, door hem niet in zijn exclusiviteit onderkend is: de levenslange toewijding aan de dienst van God. Jammer ook dat de schrijver niet kwam tot de ontdekking dat de rust niet gelegen is in de fysieke afzondering, maar in de rust die een zoekende ziel vindt bij Christus, midden in de wereld. Dat maakt juist de monnik overbodig.